Buurtsportcoach Debby van der Horst (Tilburg) en regiomanager Angelique Rozeboom (Richard Krajicek Foundation, voormalig buurtsportcoach) delen vier succesfactoren uit hun aanpak.
1. Persoonlijk contact
- Zorg dat je ieder meisje leert kennen en laat de meiden merken dat ze ertoe doen. Maak voor, tijdens of na de les een praatje of onderhoud contact via een WhatsApp-groep.
- Investeer tijd in de meiden, dan zul je merken dat zij ook tijd in jou investeren. Geef bijvoorbeeld complimenten en laat merken dat je oprechte interesse hebt.
- Bouw activiteiten op rond hun wensen. Werk dus vraaggericht (gebruik daarvoor verschillende technieken, zie hieronder bij het kopje ‘Wat willen meiden?’). Het is belangrijk om niet alleen te vragen naar het soort activiteiten, maar ook welk tijdstip en welke locatie ze fijn vinden.
- Geef de meiden eigenaarschap: laat ze meebeslissen en mee-organiseren (check de participatietool voor inspiratie).
- Laat de meiden participeren, bijvoorbeeld als Citytrainer. Dit geeft ze kansen om zich te ontwikkelen. Betrek ze, waar mogelijk, ook in andere buurtsportactiviteiten.
- Nodig de meiden ook actief uit voor een activiteit.
2. Sfeer, plezier en veiligheid
- Zorg dat sfeer en plezier leidend zijn (niet sport of bewegen). Plan zo nu en dan een moment waarin de meiden kunnen kletsen en de nadruk even niet ligt op bewegen.
- Zorg voor laagdrempeligheid. Vertel ze dat het oké is om hun vriendinnen mee te nemen.
- Denk goed na over welke activiteit je aanbiedt. Vooral het sociale aspect is belangrijk voor meiden: samen zijn en samenwerken. Bied een combinatie aan van sport, spel en recreatie. Denk bijvoorbeeld aan een dansles waarin je ook een samenwerkingsopdracht verwerkt. Ook samen eten verbindt.
- Creëer een veilige omgeving. Dit is zowel een fysiek veilige omgeving (de fysieke plek waar de sessie plaatsvindt) als sociaal veilig (een open en positieve sfeer waarin er naar elkaar geluisterd wordt, je elkaar helpt en elkaar respecteert). Wat hierbij helpt zijn bankjes of zitjes rond een veldje of playground. Hier kunnen de meiden die nog niet direct willen meedoen zitten en naar de activiteiten kijken. Dit verlaagt de drempel om zelf mee te doen. Ook kunnen meiden hier nog zitten en nakletsen na een activiteit.
3. Inzetten van rolmodellen
- Zet iets oudere meiden in als rolmodel, zij staan dichtbij de doelgroep en kunnen een verlengstuk zijn om (nieuwe) meiden te werven. Vraag bijvoorbeeld of een van de oudere meiden een keer een les wil geven of vraag de meiden om zelf andere meiden uit de wijk een keer mee te nemen.
- Wees je ervan bewust dat jij als buurtsportcoach ook als rolmodel fungeert en geef het goede voorbeeld. De meiden kijken tegen je op en vaak ontwikkel je een sterke band met ze. Zorg er dus voor dat je zelf gedrag vertoont wat je ook van de meiden vraagt, denk aan op tijd komen en elkaar met respect behandelen.
4. Interdisciplinaire samenwerking – je kunt het niet alleen
- Werk samen in de wijk waar de meiden wonen. Inventariseer: met wie werk je al samen en met wie kun je nog (meer) gaan samenwerken? Bijvoorbeeld: scholen, jongerenwerk, sociaal wijkteam, GGD, gemeente. Hiervoor kun je de Wijktekening gebruiken. Het is hierbij ook belangrijk dat je het lokale sportaanbod zelf goed in beeld hebt. Wat is er al allemaal en waar kun je meiden naar doorverwijzen? Ook als je zelf aanbod verzorgt is het goed om te weten wat er nog meer in de wijk is. Daarnaast kun je aanbieders uit de wijk vragen om samen een activiteit te organiseren voor de meiden. Denk bijvoorbeeld aan het vragen van een dansschool uit de wijk, als de meiden aangeven dat ze iets met dansen willen.
- De combinatie buurtsportcoach en jongerenwerker blijkt overal een sleutel tot succes te zijn, maar die samenwerking is niet altijd vanzelfsprekend. Probeer deze samenwerking op te zoeken. Meer informatie vind je in dit artikel over samenwerken. Daarnaast kun je verkennen of je kunt samenwerken met het onderwijs, bijvoorbeeld met de vakleerkracht of vaksectie van scholen in de wijk.
Als je wilt dat de meiden langdurig blijven deelnemen aan je aanbod, is het belangrijk dat ze zich ook betrokken gaan voelen bij de activiteit. Het is belangrijk dat ze plezier hebben, in een veilige omgeving kunnen bewegen en dat jij jezelf faciliterend in plaats van instruerend opstelt. Dan blijven de meiden ook terugkomen.
She Got Game: wat willen meiden zelf?
In het Europese programma She Got Game is aan meiden gevraagd wat ze willen, wat ze motiveert om terug te komen bij een bepaalde activiteit of groep en hoe hun ideale meidensessie eruit ziet. De belangrijkste inzichten komen overeen met bovenstaande tips uit praktijkverhalen.
Wat willen meiden?
Zorg ervoor dat je als buurtsportcoach of jongerenwerker ontdekt wat meiden zelf willen. Dit kun je doen door op verschillende manieren met meiden in gesprek te gaan. Je kunt bijvoorbeeld na een activiteit samen reflecteren. Wat vonden ze leuk? Wat hebben ze geleerd? Of je kunt met behulp van vragenkaartjes (bijvoorbeeld deze kaarten) uitvinden wat een groepje meiden wil. Ga het gesprek aan om uit te zoeken wat voor activiteiten zij willen doen, op welke plek, wanneer en met wie. Zo kan je activiteiten gaan organiseren waar écht vraag naar is.
Wanneer je met de meiden in gesprek gaat, gebruik dan ook verschillende vormen. Bevraag ze in groepjes, individueel, maar ook tijdens de ‘small talk’ rondom activiteiten. Juist dan zeggen de meiden wat ze denken en willen. Let erop dat elke groep en wijk anders is en vraagt om andere activiteiten. De ene groep wil graag binnen sporten, een andere groep misschien wel buiten of op een Cruyff Court. Ook verschilt het per groep of ze wel of niet met jongens willen sporten. Het is dus belangrijk dat je hier oog voor hebt en op iedere plek opnieuw de meiden betrekt.
Hoe bereik je meiden?
Als meiden je niet kennen, komen ze ook niet naar je sportactiviteit. Ga dus naar hen toe. Doe een keer mee aan een activiteit die zij al doen (bijvoorbeeld in het buurthuis), leer ze kennen en nodig ze dan uit om een keer mee te doen met buurtsport. Daarnaast werkt het voor meiden vaak goed als je ze echt al op school of in de klas (bijvoorbeeld tijdens gym) benadert. Als je als buurtsportcoach of jongerenwerker al kort met een meisje hebt gepraat op school of in het buurthuis, en ze leert jou kennen, dan komt ze daarna eerder naar je activiteit.
Een goed voorbeeld hierin is Utrecht: daar zijn buurtsportcoaches bij de basisscholen langsgegaan en hebben ze tijdens de gymles alle meiden apart genomen om samen een vragenlijst in te vullen en het daarover te hebben. Zo leerden ze elkaar kennen en wist de buurtsportcoach ook meteen welke activiteiten de meiden leuk vonden.
Overzichtsrapport
Werk je in een buurt met veel gezinnen met een laag inkomen? In het Overzichtsrapport jeugd uit gezinnen met een laag inkomen lees je wat werkt om ze te binden en behouden bij sporten en bewegen.
Meer weten over meiden en sport?
- Sport en bewegen voor meisjes; wat motiveert en wat belemmert ze?
- Denk ook aan tienermeiden bij het ontwerpen van een beweegvriendelijke omgeving
- Favela Street gebruikt sport als middel voor een betere toekomst voor meiden
- Wat belemmert de sportdeelname van meiden met een niet-westerse migratieachtergrond uit arme gezinnen?