Antwoord op maatschappelijke veranderingen
Steeds meer sportverenigingen denken na over hun bestaansrecht en hoe ze meer (potentiële) leden aan zich kunnen binden. De tijd is voorbij dat sportverenigingen op hun lauweren kunnen rusten. Innovatie, creativiteit en openheid zijn nodig om een antwoord te vinden op de maatschappelijke veranderingen, zoals de terugloop van leden, de wens van veel leden om ongebonden te sporten en de bezuinigingen vanuit de gemeente op sport.
Bezuinigingsopdracht
Gemeenten, als belangrijke facilitator van sport, worden namelijk gedwongen kritischer te kijken naar hun uitgaven in de sport. Door de bezuinigingsopdracht in veel gemeenten zoekt men naar manieren om meer rendement te halen uit bestedingen. Tachtig procent van het gehele sportbudget gaat naar beheer en inrichting van sportaccommodaties. Daar is mogelijk ‘winst’ te behalen. Gemeenten nemen verschillende maatregelen: het verhogen van (huur)tarieven (49%), korten op subsidies (46%), uitstel of annuleren van nieuwbouw van sportaccommodaties (44%) en besparen op onderhoud en renovatie van bestaande sportaccommodaties (40%) (Hoekman, 2013). Afhankelijk van de situatie in de gemeente is een bepaalde maatregel (of een combinatie van maatregelen) het meest wenselijk.
Meer aanbod, beter gebruik
Intensiever gebruik van buitensportaccommodaties lijkt ook een kansrijke maatregel. Op die manier kan er meer sociaal en financieel rendement uit sportparken worden gehaald.
De kracht van sport – sport als middel – heeft voet aan de grond gezet bij gemeenten. Voor het (mede) bereiken van doelstellingen in het sociaal domein zijn er hoge verwachtingen van de georganiseerde sport. Met haar grote kracht in aantallen en diversiteit van sportverenigingen, accommodaties, activiteiten en menskracht (vrijwilligers) vormt de georganiseerde sport een kansrijk instrument. Steeds meer gemeenten denken en werken meer integraal, bundelen de vraag naar sport en bewegen van diverse doelgroepen, leggen relaties met andere organisaties en stimuleren meer multifunctioneel gebruik van bestaande accommodaties.
Voorbeelden van open sportparken
Meer weten over open sportparken? Lees hoe je de schaarse ruimte beter kunt benutten en hoe in Den Haag, Veendam en Harderwijk open sportparken zijn gerealiseerd. En bekijk de tipsheet Creëren van een open sportpark (2022).
Het sportpark openstellen voor niet-leden
Sportaccommodaties worden nu vooral in de avonduren gebruikt door sportverenigingen. Dat betekent dat de sportparken er het merendeel van de tijd verlaten en stil bij liggen. Ook bij wielervereniging Ede was het hek overdag vaak dicht. Daar kwam een aantal jaren geleden echter verandering in. “We willen als vereniging inspelen op een behoefte. En die behoefte was dat kinderen die geen lid waren van de verenging toch wilden fietsen. Daarom hebben we besloten het sportpark open te stellen voor hen, zodat de kinderen met hun eigen fiets of een geleende fiets bij ons terecht konden. Ze krijgen de trainingen bij ons, maar rijden ook de nabijgelegen woonwijk of het bos in”, zegt Roland Draaijer van wielervereniging Ede. “Sinds 2012 is het aantal kinderen op ons park enorm gegroeid. We begonnen met tien kinderen en een jaar later waren dat er 150.”
Negen van de tien clubs zijn afhankelijk van hun leden. Daar willen wij vanaf.
Roland Draaier, wielervereniging Ede
Risico’s spreiden en krachten bundelen
Het bestuurslid is één van de drijvende krachten achter de nieuwe koers bij WV Ede. De vereniging heeft diverse initiatieven ontplooid de afgelopen jaren. Zo is de club begonnen met het programma ‘start-to-bike’ waarbij men leert mountainbiken, maken scholen zelfstandig gebruik van het terrein, kunnen studenten voor een klein bedrag trainingen volgen, begint een groepje ouderen hun fietstocht op het terrein van de wielervereniging en wordt de accommodatie verhuurd voor bootcamptrainingen. Er wordt zelfs aan gedacht om het clubhuis beschikbaar te stellen voor een stagiair die een paar keer per week gezonde maaltijden kan bereiden voor de jeugdleden.
“Dit is een heel spannend verhaal. We kantelen ons economisch model. Negen van de tien clubs zijn afhankelijk van hun leden. Daar willen wij vanaf. We doen aan risicospreiding. We denken in producten en willen inspringen op een behoefte”, legt Draaijer uit.
De club is inmiddels zelfs in gesprek met de omliggende voetbalvereniging en de skeeler- en schaatsvereniging om de krachten te bundelen. “Veel partijen vinden het doodeng als je het hek om het park weghaalt. Dan wordt het openbare ruimte die je kunt gebruiken. Maar in feite is onze accommodatie al een openbare ruimte”, aldus Draaijer. Het vergt wel tijd en inzet van de vereniging. “Er is altijd een toezichthouder aanwezig op het park. Dat is nu nog een vrijwilliger. Als dit zich blijft ontwikkelen komt er iemand in dienst.”
De provincie Gelderland en de gemeente Ede volgen de ontwikkelingen bij de wielervereniging op de voet. Zij bieden echter nog geen financiële steun, hoewel de provincie wel onderzoek doet bij de wielerclub om te kijken hoe die alles organiseert en regelt.
Open club beweging
Dit initiatief in Ede laat zien dat sportaccommodaties breder kunnen worden gebruikt en zelfs als sportieve openbare ruimte gaan fungeren. Zoals ook sportplusverenigingen in Rotterdam bezig zijn iets extra’s te doen, net zoals vitale sportverenigingen in Enschede en de Buurthuizen van de Toekomst in Den Haag. Allemaal initiatieven waarin sportverenigingen worden gestimuleerd om hun blik naar buiten te openen, andere doelgroepen te ontvangen op de club en in te spelen op hun beweegbehoefte. En tegelijkertijd hun sportruimte optimaal te benutten. Sportvereniging blij, gemeente blij.
NOC*NSF en Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) ondersteunen deze ‘open club beweging’ en dragen samen met Kenniscentrum Sport, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en het Mulier Instituut een steentje bij om kennis te ontwikkelen. Praktisch toepasbare kennis om ook andere sportverenigingen te ondersteunen deze stap te nemen, in samenwerking met de gemeente.
Investeren in de software
Het niveau van de hardware, van de sportvoorzieningen in Nederland, is over het algemeen goed (Remco Hoekman, 2014). Het voorbeeld van Ede laat ook zien dat er geïnvesteerd moet worden in de software: het aanbod en de begeleiding van dat aanbod. In veel gevallen kan de club dat opvangen, maar in sommige gevallen is professionele begeleiding van een verenigingsmanager of sportparkmanager nodig. Hier ligt niet alleen een rol voor de sportvereniging, maar ook voor de gemeente. De gemeente als facilitator en verbinder van gemeentelijke initiatieven.
Lees ook
Wilt u meer voorbeelden lezen van hoe je een sportpark intensiever kunt gebruiken om er meer sociaal en financieel rendement uit te halen? Lees dan het artikel ‘Efficiënt gebruik van sportaccommodaties’.
In het artikel ‘Sportclub… en nog zoveel meer’ staat meer over verenigingen die ook een maatschappelijke rol vervullen.