Hoe boeiend is een sportwedstrijd als we van te voren weten dat de uitslag vast ligt? En hoe trots zijn we op een overwinning die mede verworven is op basis van dopinggebruik? We willen allemaal graag een eerlijke, schone en rechtvaardige sport, maar krijgen toch steeds vaker te maken met integriteitskwesties in de sport: met discussies over de manier waarop personen, organisaties en besturen in de sportwereld omgaan met conflicterende normen en waarden in concrete situaties.
In dit artikel schetsen we grofweg waar die integriteitsvraagstukken in de sportwereld over gaan. Ook willen we bijdragen aan de discussie over integriteit in sport, door het thema vanuit verschillende perspectieven te belichten.
Oorsprong van het woord integer
De term integer komt uit het Latijn en betekent oorspronkelijk ‘niet aanraken of niet aantasten’. Dit verwijst naar fundamentele waarden, die niet aangetast mogen worden. Het begrip wordt ook wel uitgelegd als ‘eerlijk’ en ‘onkreukbaar’. Vaak wordt het gekoppeld aan een persoon en lijkt integriteit een karaktereigenschap van iemand te zijn.
Wat integer is, verandert
Als iemand oprecht is, zich gedraagt zoals hij zegt te zijn en handelt naar wat hij zegt, beschouwen we deze persoon als integer. Maar onze ideeën over integriteit kunnen in de loop der tijd veranderen: wat integer is, is afhankelijk van ons referentiekader. Integriteit is dus een begrip dat betekenis krijgt in de context waarin het zich voordoet.
Integriteit in de sport: een relevant thema
Integriteit in de sport gaat over de vraag hoe sport op een eerlijke en rechtvaardige manier beoefend kan worden. Juist het geloof in de positieve effecten van sport, voor de gezondheid, integratie, vorming van sociaal kapitaal en netwerken, maakt het thema relevant. Wie de integriteit van een sport, sporter, sportorganisatie of sportbestuurder schendt, beïnvloedt namelijk het positieve imago van sport.
Integriteitsschendingen: je ziet ze overal
Wanneer een sporter doping gebruikt, spreken we van een integriteitsschending, maar ook bij matchfixing, (seksuele) intimidatie, agressie of omkoopschandalen. Het gaat bij integriteitsschendingen in de sport altijd om grensoverschrijdend gedrag. Het doet zich zowel in de top- als ook in de breedtesport voor, op zowel lokaal, nationaal als internationaal niveau. Bijna elke organisatie die zich bezighoudt met sport, krijgt er dus mee te maken.
Integriteitsschendingen, die tijdens de Olympische Spelen van 2016 speelden waren bijvoorbeeld die van IOC-lid Patrick Hickey, die verdacht werd van betrokkenheid bij frauduleuze ticketverkoop, en die van ringenspecialist Yuri van Gelder, die zich net had geplaatst voor de finale in zijn onderdeel, maar de regels voor drankgebruik had overtreden en werd gediskwalificeerd.
Als een integriteitsschending een integriteitskwestie wordt
Beide personen werden ervan verdacht dat zij regels hadden overtreden, maar hun situaties verschilden en riepen ook zeer verschillende reacties op. Zo lag in de discussie over Yuri van Gelder de nadruk op de vragen hoe de gestelde regels moesten worden toegepast en hoe eventueel te bestraffen. De juistheid van de regels en de vraag hoe ermee om te gaan, werden in mindere mate ter discussie gesteld. Net als de rol en achtergrond van de verschillende partijen, zoals de KNGU, NOC*NSF, de coach en Yuri zelf.
De meeste mensen zijn het erover eens dat integriteit te maken heeft met handelen volgens de regels van het spel. Maar er wordt relatief weinig gediscussieerd over de betekenis, het belang en de uitvoeringspraktijk van deze regels en normen. Terwijl we het over deze zaken juist zelden eens zijn.
Een integriteitskwestie in de sport is de manier waarop personen, organisaties en besturen omgaan met conflicterende normen en waarden in concrete situaties in de sport, zoals een integriteitsschending. Een discussie over die normen en waarden valt daar dus ook onder.
Sport, integriteit en controle
Het lijkt voor de hand te liggen om toekomstige integriteitskwesties op te lossen met regelgeving, die weer gecontroleerd wordt met (straf)maatregelen. De vraag is of er ooit maatregelen genomen kunnen worden die niet ter discussie zullen staan. We moeten ons realiseren dat niet alles gecontroleerd kan worden wat we zouden willen controleren – zeker niet in de sport.
Bovendien levert de nadruk op controle een risico op ongewenste neveneffecten; wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat controle die als overdreven wordt ervaren zelfs integriteitsschendingen kan uitlokken.
Het dilemma voor de overheid, bonden en koepelorganisaties is dus enerzijds dat zij de verantwoordelijkheid dragen om sport in goede banen te leiden, maar dat dit anderzijds een ondoenlijke missie lijkt omdat het belangrijk is rekening te houden met de uniciteit van elke kwestie.
Wenselijker is een doorlopende discussie over integriteit, om meer vat te krijgen op de complexiteit van deze problemen. Zo kunnen we ons afvragen of de sport niet te veel focust op het beheersen en controleren van integriteitskwesties, zoals sporters die op elk moment van de dag en nacht een dopingcontrole kunnen verwachten. Zijn dopingcontroles en seksetesten in de sport inmiddels niet een te ingrijpende schending van privacy en mensenrechten geworden? Daarover discussiëren zal helpen integriteit te versterken.
Sport, integriteit en winnen
Sport is op een competitieve manier georganiseerd: een wedstrijd wordt in principe gespeeld om te winnen. Het is echter de vraag of de manier waarop we omgaan met winnen en verliezen in de loop der tijd wel hetzelfde is gebleven. Een sportprijs winnen is in toenemende mate een, vaak zelfs internationale, kwestie geworden. Er gaat veel meer geld in om dan enkele decennia geleden en daardoor staan er ook meer belangen op het spel. Ruim een halve eeuw geleden gold nog dat een professional niet mee mocht doen met de Olympische Spelen; momenteel is het bijna ondenkbaar dat iemand kan meedoen zonder betaald professional te zijn.
Als sport en winnen zo veel belangrijker zijn geworden in onze samenleving, dan ligt het voor de hand dat mensen minder geneigd zijn tot integer handelen wanneer het er echt om gaat. Wat zijn de gevolgen van een toenemende nadruk op winnen voor integriteitskwesties binnen de breedtesport? Wat is de consequentie hiervan voor de toekomst van sport? Wat is bijvoorbeeld de impact van selectiemechanismen op de grote groep jongeren die niet geselecteerd is en niet de privileges ontvangen, die geselecteerde sporters wel ontvangen? Daarover is meer discussie nodig.
Sport, integriteit en emotie
‘Sport is emotie’, is een veelgehoorde uitspraak. Wedstrijdsport roept in de spanning van het spel emoties op. In die zin kan sport gezien worden als een uitlaatklep voor emoties. Een kenmerk van oplopende emoties is dat ze kunnen leiden tot agressief en onsportief gedrag.
Als deze veronderstelling juist is, dan betekent dat wellicht dat integriteitsschendingen tot op zekere hoogte geaccepteerd zijn in sport. Dat weet men van te voren als men aan sport begint. Of creëren we juist uitsluiting in de sport, door het accepteren van een zekere mate van agressie en onsportiviteit in sport, omdat andere groepen mensen niet bereid zijn om op die manier in sport te participeren? Dat zou betekenen dat sport selectief werkt en dat strookt niet met de ‘sport for all’ gedachte.
Internationale karakter van sport
Sport heeft een wereldwijd podium en integriteitskwesties trekken vaak wereldwijd aandacht. Landen verschillen vaak in hun ideeën over goed en kwaad, over toelaatbaar en ontoelaatbaar gedrag over verantwoordelijkheden, normen en waarden. Daarom is het lastig om eenduidig invulling te geven aan het begrip integriteit in de sport. Bovendien zijn internationale sportorganisaties vaak groot en machtig geworden, met eigen wetten, regels en morele codes. Ze vallen daardoor niet binnen de nationale wetgeving en hebben daardoor relatief veel mogelijkheden te doen wat ze willen. Ook hierover is meer discussie mogelijk.
Meer kennis en inzicht over integriteit
Met het bespreken van bovengenoemde invalshoeken op integriteit in de sport willen we laten zien op welke wijze de discussies over sport en integriteit verder gevoerd kunnen worden en zodoende een bijdrage leveren aan de kennis en inzicht in het thema.
Kenniscentrum Sport bundelt kennis en visies op integriteit in de sport en werkt daarin nauw samen met betrokken partijen binnen en buiten de sport, zoals de Universiteit Utrecht. Dit artikel is geschreven door medewerkers van de Universiteit Utrecht, die momenteel ook een interdisciplinair onderzoek doet naar integriteit in het voetbal.
Meer informatie over integriteit in de sport
Dit artikel is geschreven door Inge Claringbould, met medewerking van Thomas Boesschoten MA, dr. Leonie Heres-van Rossum, Sofie van den Hombergh MSc, dr. Kim Loyens, prof. dr. Eggo Mueller, dr. Jan Vorstenbosch, dr. Pauline van Romondt Vis en Willie Westerhof.