Je baan verliezen, met pensioen gaan, revalideren na een ongeluk, scheiden van je partner, een (chronische) blessure oplopen… Het veroorzaakt vaak stress en kan tot een burn out of depressie leiden.
Voor topsporters komt daarbij dat zij ook stress kunnen ondervinden als zij onverwachts moeten stoppen met topsport. Of als zij tijdens hun carrière geblesseerd raken, uit de running zijn en niet weten of zij weer op hun oude niveau kunnen trainen. In tegenstelling tot ‘gewone’ mensen, zijn bovendien meer ogen op de topsporter gericht. Het zijn soms helden die van hun voetstuk kunnen vallen. Dat maakt de druk extra hoog. Zo bleek Dafne Schippers na de Olympische Spelen van 2016 tegen een burn-out aan te zitten. En Feyenoordspelers verlamden onder druk en spanning tijdens hun wedstrijd om de landstitel tegen Excelsior in 2017.
2 op de 10 topsporters ervaart mentale klachten
Klinisch psycholoog Paul Wylleman doet onderzoek naar de carrièreontwikkeling van topsporters en ex-topsporters. Hij is tevens prestatiemanager Prestatiegedrag TeamNL en vergezelde het Nederlandse Olympische Team tijdens de Olympische Spelen in Rio in 2016. Ook ondersteunt hij TeamNL in de voorbereiding op de Winterspelen in Pyeongchang in 2018 en op de zomerspelen in Tokyo in 2020.
Paul vertelt dat 2 op de 10 topsporters tijdens en na hun carrière mentale problemen hebben. Bevolkingsbreed zijn deze getallen hetzelfde. Ook de manier waarop de klachten zich uiten zijn bij topsporters niet anders: spanning, angst, stress en slaapproblemen doordat je normale routine verandert. Dit kan leiden tot een burn-out, problemen met relatieopbouw, depressie of tot overmatig drank- of drugsgebruik.
“Je ziet eigenlijk hetzelfde bij topsporters en fanatieke amateursporters. Ook bij hen hebben negatieve prestaties of blessures invloed. Sporters ervaren controleverlies en sluiten zich af voor hun sociale omgeving. Als deze verschijnselen langdurig spelen, raad ik ook amateursporters aan om met een expert, een arts of (sport)psycholoog te spreken.”
Stand van de wetenschap
Er is nog niet veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar mentale klachten bij topsporters, maar in de laatste jaren hebben prof. dr. Kerkhoffs en dr. Gouttebarge van het AMC een uniek onderzoeksproject geleid over de mentale welzijn van huidige en voormalige professionele sporters. In dit internationaal (25 landen) project zijn sinds 2014 ongeveer 5000 atleten uit diverse sporten (o.a. voetbal, rugby, cricket, handbal, ijshockey) tussen 6 en 12 maanden gevolgd. Uit de resultaten van dit onderzoeksproject blijkt dat (ex)topsporters minstens even vaak worden geconfronteerd met mentale klachten als angstgevoelens, depressie, slecht slapen, eetstoornissen en alcoholmisbruik als ‘gewone’ mensen.
Stoppen met topsport versus werkloos raken
“Het topsportmilieu is vrij gecontroleerd. Als je die controle verliest, kun je langzaam angst- en onzekerheidsgevoelens krijgen. Je kunt het vergelijken met iemand die plots werkloos raakt, die denkt ook: wat moet ik nu doen? Routine en controle zijn opeens verdwenen. Maar er zijn ook verschillen”, zegt Paul. “Een ‘gewone’ werknemer leeft niet in zo’n extreem competitieve wereld en zijn successen en teleurstellingen worden niet breed uitgemeten in de (sociale) media.”
Hij vervolgt: “Onze beroepscarrière eindigt rond ons 65ste-70ste jaar, maar bij topsporters doet zich dit soms al voor hun dertigste voor. Die hebben hun leven nog voor zich en zitten in een heel andere levensfase. Het ‘zwarte gat’ vind ik overigens een nogal negatief beeld. 8 van de 10 ex-topsporters hebben weinig tot geen problemen. Meestal omdat ze een goed financieel en sociaal netwerk hebben. Dat vormt een goede voorbereiding op een ander beroep en nieuwe sociale context.”
Je bent niet alleen sporter
Paul: “Een topsporter is vatbaar voor klachten, als hij niet bereikt wat hij dacht te kunnen bereiken. Als hij geblesseerd raakt, of als hij niet geselecteerd wordt. Maar ook als hij zijn sociale leven verwaarloost, of in financiële problemen raakt wanneer bijvoorbeeld sponsors wegvallen.”
“De belangrijkste reden voor klachten is echter dat topsporters zich sterk identificeren met waar ze goed in zijn: hun sport”, legt Paul uit. “Ze vinden het leuk, halen er hun zelfbeeld, energie, structuur en eigenwaarde uit. Daar is op zich niks mis mee. Maar als een sporter vergeet dat er ook nog andere identiteiten oftewel rollen zijn – zoals partner, familielid, vriend(in), vrijwilliger – gaat het mis. Bij andere identiteiten/rollen horen andere competenties. Hoe meer competenties je ontwikkelt, hoe makkelijker je met uitdagingen en problemen kan omgaan.”
Lees ook hoe Dafne Schippers na Rio 2016 veel meer dingen doet die ze leuk vindt: bij haar familie zijn, koken, relaxen, waardoor ze de sport meer kan loslaten.
Ook dat geldt niet alleen voor topsporters, maar voor iedereen, ook voor (fanatieke) amateursporters. Amateursporter kunnen ook geblesseerd raken. Misschien was sporten wel hun grote uitlaatklep naast hun drukke baan of haalden ze er veel voldoening uit. Dan is het wel fijn als ze nog andere hobby’s of uitlaatkleppen hebben.
Meer klachten na topsport?
Sommige resultaten uit het onderzoek van het AMC suggereren dat topsporters zelfs meer klachten hebben. Oud-voetballers en oud-rugbyers bijvoorbeeld kampen relatief vaker met mentale klachten dan ‘normale’ mensen. Van voetballers is bekend dat indien zij geen (of heel weinig) werk hebben na hun carrière het risico op deze klachten groter is. Opleidingsniveau lijkt hierbij geen rol te spelen. Uit onderzoek onder Europese profvoetballers blijkt dat in een voetbalteam (van ca. 25 spelers) gemiddeld 3 spelers per seizoen met mentale klachten kampen.
Wel is duidelijk dat vooral sporters die te maken hebben met een of meer van de volgende factoren waarschijnlijk meer risico lopen: hebben van (symptomatische) artrose, aantal ernstige blessures, aantal chirurgische ingrepen, aantal recente life-events (zoals een scheiding, of een overlijden in de nabije omgeving), ontevredenheid over sportcarrière, weinig sociale steun.
Jonge sporters begeleiden bij mentale gezondheid
Jonge sporters voelen soms al spanning als ouders hen langs het sportveld staan aan te moedigen. Hoe begeleid je jonge talenten en sporters die op hun carrièretop zitten? Paul: “Het belangrijkste is dat je competenties aanleert die ervoor zorgen dat je uitdagingen aankunt. Als je een sporter dat leert, dan kan hij problemen vóór zijn of oplossen. We begeleiden dus al vooraf. We wachten niet totdat er problemen zijn, of tot het einde van de carrière. We maken de atleet continue mentaal sterker, om de overgang naar een niet-topsport leven zo goed mogelijk te laten verlopen.”
Vooruitdenken is het advies dus. De gegadigden voor de Olympische Spelen in Tokyo worden binnen TeamNL nu al met gesprekken en workshops voorbereid op eventuele uitdagingen. “Want reken maar dat het na vele jaren intensieve voorbereiding enorm wennen is, als de Spelen afgelopen zijn”, zegt Paul. “En ook amateursporters die maandenlang trainen voor een marathon zullen na afloop moeten wennen. Misschien hebben ze moeite met een nieuw doel te zoeken, missen ze de routine of vinden geen motivatie meer om weer te gaan sporten.”
Coaches sterker maken
Inzetten op competentieontwikkeling lost niet alles op. 2 op de 10 sporters ondervinden toch problemen, vertelde Paul eerder. “Daarom willen wij ook onze coaches sterker maken, zodat zij herkennen of een atleet mogelijk problemen gaat ontwikkelen. Als mentale problemen zich blijven voordoen, lossen we die samen op met de bondsartsen en met de experts Prestatiegedrag.” Paul is voorstander van een actieve begeleiding tot 2 jaar na de carrière beëindiging: “Bij NOC*NSF merkten we dat er behoefte is aan meer uitgebreide begeleiding, vooral na de carrière. Dit wordt nu met steun van VWS aangepakt.”
De rol van coach, ouders, partner en de sportbonden
“De coach staat centraal in het leven van de topsporter”, constateert Paul. “Hoe competenter de coach, hoe specifieker de begeleiding. De coach kan tijdens en na de carrière een rol spelen. Dat geldt ook voor de sportbonden. Zij bieden workshops aan, bijvoorbeeld voor Olympische atleten of oud-topsporters. Maar ook ouders en partners spelen een heel belangrijke rol in het leven van een topsporter. Ik vind dat we hen zo goed als mogelijk moeten informeren, want dan kunnen zij hun partner of kind beter ondersteunen.”
Invloed van media-aandacht op topsporters
Ongestoord en onbespied boodschappen doen in de supermarkt is er voor een topsporter vaak niet meer bij na het behalen van een medaille. En heb je geen zin in een selfie met je fans, dan gaat viraal dat je verwaand bent. “Een topsporter staat vaak in de belangstelling, maar heeft weinig controle over hoe hij neergezet wordt in de media. Bijvoorbeeld als hij opeens geweldig presteert, of juist niet aan de verwachtingen van het grote publiek voldoet”, aldus Paul. Beroepsmedia checken hun feiten nog, maar dat is bij social media vaak niet het geval. “Zeker als het negatief is, kun je zware klappen krijgen.”
After Career Consult
De onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum (AMC) pleiten voor meer aandacht voor de begeleiding bij mentale klachten tijdens en na carrière. Vooral tijdens langdurige blessures is dit nodig. Prof. dr. Kerkhoffs en dr. Gouttebarge hebben een ‘After Career Consult’ ontwikkeld voor bij het afsluiten van een sportcarrière zodat (potentiële) gezondheidsproblemen waaronder mentale klachten kunnen worden besproken en aangepakt. Op dit moment voeren de onderzoekers van het AMC, samen met de Nederlandse Voetbalbond (KNVB), een pilot-studie over deze consults.
Tips van Paul voor topsporters én amateursporters
- Ontwikkel jezelf op meerdere gebieden dan alleen op sport.
- Onderhoud je sociale leven: ouders en vrienden kunnen jou laten zien dat je meer bent dan alleen je sport of werk.
- Zoek online naar ervaringen en tips van andere topsporters die hetzelfde hebben meegemaakt. Of van werknemers die met een burn-out thuis zitten. Hoe gaan anderen ermee om?
- Zorg voor mensen om je heen die positief, maar ook realistisch zijn. Die jou emotioneel kunnen steunen en die constructieve kritische vragen stellen. Dat stimuleert je tot zelfreflectie en identiteitsontwikkeling.
- Spreek met een expert, je huisarts, sportarts, sportpsycholoog. Een verkennend gesprek is al vaak heel verhelderend. Maar spreek ook met je coach of andere sporters of clubgenoten.
- Kijk voor tips op de site van de Vereniging voor Sportpsychologie in Nederland of van het Nederlands Instituut van Psychologie
Leestips
- Artikel: Sportpsycholoog pleit voor gebruik van ‘gas’ én ‘rem’
- Artikel: Topsport in Nederland blijft hard werken
- Boek: ‘Mindset, de weg naar een succesvol leven. Ouderschap, bedrijfsleven, sport, school, relaties’ van Carol S. Dweck
- Boek: ‘Grenzen verleggen’ van Rick Lahaye
- Boek: ‘Piek. Hoe gewone mensen buitengewoon kunnen presteren’ van Anders Ericsson en Robert Pool