Over de geïnterviewde
Michiel de Haan is teammanager Sportstimulering/Marketing & Communicatie bij de gemeente Tilburg. Van 2014 tot 2022 was hij lid van de erkenningscommissie sport en bewegen.
Waarom kiest de gemeente Tilburg ervoor om erkende interventies in te zetten?
“Als je een erkende interventie kiest, weet je dat het voorwerk – de onderbouwing, maar ook het uitproberen in de praktijk en daarvan leren – al is gedaan. In heel Nederland zetten professionals sport en bewegen in als middel om doelen te bereiken in sectoren als welzijn, onderwijs, fysieke gezondheid, eenzaamheid, mentale gezondheid en participeren in de maatschappij. Dat er over jouw vraagstuk al een keer is nagedacht, maakt het voor jou en de andere betrokkenen een stuk makkelijker.
“Bij erkende interventies ga je planmatiger te werk omdat hierin een bepaalde aanpak en stappenplan beschreven staan. Erkende interventies geven je de mogelijkheid om direct aan je stakeholders binnen de gemeente – zoals de raad en wethouders, maar ook de inwoners en organisaties waar je mee samenwerkt – te laten zien dat er goed werk geleverd wordt, omdat alles wat je nodig hebt al op papier staat. Dit scheelt dus veel tijd, middelen en energie in vergelijking met als je alles zelf moet opstellen en ontwikkelen. Daarbij is het wel zaak om flexibiliteit te hebben – en daar kan het soms schuren – om de aanpak aan te passen naar de lokale context.”
Wat zijn jullie ervaringen met het inzetten van erkende interventies?
“Onze ervaringen zijn overwegend positief. Zo hebben we in de afgelopen jaren de Nationale Wandeluitdaging en Beweegkriebels positief en enthousiast weggezet. Het contact dat wij met de interventie-eigenaren hebben draagt veel bij aan de positieve ervaring, die wij in Tilburg hebben met het inzetten van erkende interventies. De korte lijntjes maken het samenwerken erg prettig.
“Ongeacht welke interventie, aanpak of programma je inzet valt en staat alles met de kwaliteit van de implementatie en uitvoering. Een grote uitdaging bij het langdurig blijven uitvoeren van een aanpak is bijvoorbeeld het wisselen van uitvoerend personeel. Als de kartrekker wegvalt, is het vaak moeilijk om de continuïteit te waarborgen en een vervanger te vinden die de uitvoer op eenzelfde manier kan doen. Het is cruciaal om voor de uitvoering de juiste personen te hebben, je moet echt zorgen dat de interventie leeft onder de uitvoerders. Voordeel bij het inzetten van een erkende interventie is dat heel duidelijk is beschreven wat er precies moet gebeuren, waardoor de aanpak dus beter overdraagbaar is. Je moet dan alleen wel opnieuw een geschikt iemand vinden en de vraag is altijd hoe een nieuw persoon verder gaat met dezelfde opdracht.”
Beschrijving, evaluatie en effectmeting
Elke erkende interventie bevat een duidelijke beschrijving, met daarin een afgekaderde doelgroep en concrete doelstellingen. Op alle erkenningsniveaus – Goed beschreven, Goed onderbouwd, Effectief – is per erkende interventie een procesevaluatie beschikbaar met daarin veel informatie over uitvoering en bereik. Bij erkende interventies op het niveau Effectief zijn daarnaast positieve uitkomsten gebleken uit effectonderzoek. Bekijk alle informatie over erkende sport- en beweeginterventies, inclusief de database en informatie over het erkenningstraject.
Wat zijn uitdagingen bij het inzetten van erkende interventies? En op welke manier gaan jullie hiermee om?
“Bij het vasthouden van de continuïteit en energie is het belangrijk om te zorgen voor zo min mogelijk schakels. Hoe meer schakels er tussen onszelf en de uitvoerders zitten, hoe uitdagender het is om de continuïteit en de energie voor een interventie vast te houden. Mijn voorkeur zou zijn om zo direct mogelijk te kunnen sturen, maar dat heb je niet altijd voor het zeggen. Wij proberen zo direct mogelijk met de interventie bezig te zijn. We voeren ’m zelf uit, werken veel samen met de interventie-eigenaren, hebben veel contact met de andere stakeholders – bijvoorbeeld de kinderopvang en school – en zetten voor de uitvoering onze eigen mensen in. Zo hebben we dus zelf grip. Ik kan me voorstellen dat de continuïteit lastiger te waarborgen is als je het uit moet besteden en dus te veel schakels kunt hebben. Dit hangt natuurlijk ook af van hoe je als gemeente georganiseerd bent.
“Verder is maatwerk voor ons een uitdaging. Soms wil je iets afwijken van de interventie, omdat je lokaal net andere wensen hebt. Dan kiezen we er – in overleg met de interventie-eigenaar – wel eens voor dit te doen. Dit gaat in de praktijk om kleine aanpassingen en bij het maken van de keuze voor de interventie scannen we ook al of we denken tegen problemen in de uitvoering aan te lopen.”
Aanpassen van interventie
Soms zijn kleine aanpassingen in een interventie nodig om aan te sluiten bij de lokale setting. Het is goed om dit met een interventie-eigenaar te overleggen. Dit artikel geeft uitleg over waar je volgens de theorie op moet letten bij het aanpassen van een aanpak: Aanpassen van een interventie voor betere implementatie: waar moet je op letten?
Welk advies zou je andere gemeenten willen geven met betrekking tot het inzetten van erkende interventies?
“Als je lokaal een vraagstuk hebt waarvoor je een interventie wilt inzetten, doe dan in ieder geval kort onderzoek naar welk aanbod er al is in de database erkende interventies. Het is eigenlijk een must om die even te bekijken en het helpt je enorm in je zoektocht en bij het afwegen van je opties. Blijf wel zelf nadenken en kijk wat er lokaal nodig en wenselijk is en past. Het inzetten van een erkende interventie kan een deel van de oplossing zijn.
“Stel dat je als gemeente nog nooit een interventie hebt ingezet, dan is het heel leerzaam om er eens een erkende interventie uit de database bij te pakken. Het zou slim zijn om eens door het proces van het inzetten van een erkende interventie heen te gaan en dit te gebruiken als soort ijkpunt en leer-/bewustwordingsproces. Je leert namelijk ook door een andere bril te kijken en redeneren: planmatig, resultaatgericht, doelgericht in plaats van zomaar wat doen. Dit dwingt je veel meer om bepaalde stappen wel en niet te nemen. Het doorlopen van zo’n proces levert waardevolle inzichten op.”
Samenwerkingsverband Erkenning van Interventies
Erkende interventies zijn beoordeeld en erkend volgens een landelijk afgesproken beoordelingssysteem. Binnen het erkenningstraject wordt samengewerkt tussen verschillende werkvelden, om zo de kwaliteit te verbeteren. De samenwerkingspartners zijn: Kenniscentrum Sport & Bewegen, Movisie, Nederlands Jeugdinstituut, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Trimbos-instituut en Vilans. Deze zes landelijke kennisinstituten hanteren bij het erkennen van interventies dezelfde werkwijze en criteria. Deze zijn vastgelegd in de gezamenlijke notitie Kies erkend, krijg erkenning: Criteria 2024 – 2027.
De foto boven dit artikel is van Ronald Hoogendoorn