Programma Grenzeloos actief
Het sport- en beweegbeleid in het programma Grenzeloos actief, maakt sport en bewegen voor iedereen met een beperking mogelijk was opgezet om een landelijk dekkende structuur en passend sport- en beweegaanbod te creëren, waarbij iedereen in Nederland met een beperking de mogelijkheid heeft om te sporten en bewegen.
Het Mulier Instituut heeft, in opdracht van Grenzeloos actief, onderzoek gedaan naar de manier waarop sport- en beweegaanbod voor mensen met een beperking is georganiseerd en ingebed bij sport- en beweegaanbieders. Daarnaast had het onderzoek als doel te achterhalen welke factoren een stimulerende of belemmerende rol spelen bij de ontwikkeling, verbetering en structurele inbedding van nieuw en bestaand aanbod. Het onderzoek is uitgevoerd onder sportverenigingen (n=407), zwemorganisaties (n=384) en fitnesscentra (n=172).
Download: Whitepaper sport en bewegen voor mensen met een beperking
In deze whitepaper zet Kenniscentrum Sport feiten en cijfers op een rij, geeft tools en handvatten om het gemeentelijk beleid te versterken en schetst vanuit onderzoek en praktijk wat werkt om mensen met een beperking in beweging te krijgen en houden.
Download de whitepaper op de website van Kenniscentrum Sport & Bewegen
Resultaten over de organisatie van sportaanbod voor mensen met een beperking
Mensen met een beperking zijn al bij veel sportaanbieders sportief actief als lid of deelnemer:
- 97% van de fitnesscentra,
- 90% van de zwemorganisaties en
- 55% van de sportverenigingen.
Gemiddeld bestaat het leden- of deelnemersbestand van deze sportorganisaties voor 5 tot 7 procent uit sporters met een beperking:
- 5% fitnesscentra,
- 6% sportverenigingen en
- 7% zwemorganisaties.
Uit het onderzoek komen verder de volgende resultaten naar voren:
- Welke soort beperking (motorische beperking, visuele beperking, auditieve beperking, verstandelijke beperking, chronische aandoening of gedragsproblemen) het meest voorkomt verschilt per sportorganisatie:
- Bij sportverenigingen is de groep sporters met een motorische beperking groter dan de groepen met andersoortige beperkingen.
- Bij zwemorganisaties is dit de groep sporters met gedragsproblemen (80%).
- En bij fitnesscentra is dat de groep sporters met een chronische aandoening en/of motorische beperking.
- 16 procent van de sportverenigingen, 49% van de zwemorganisaties en 83 procent van de fitnesscentra met leden/deelnemers met een beperking heeft specifieke groepen of één-op-één begeleiding voor sporters met een beperking.
- Een deel van de sportaanbieders met leden/deelnemers met een beperking heeft aanpassingen doorgevoerd in de sportomgeving voor sporters met een beperking
- sportverenigingen 30%,
- zwemorganisaties 72%,
- fitnesscentra 54%.
Dat zijn vooral een aangepaste groepsgrootte en een aangepast aantal begeleiders.
- Bij sportverenigingen met sporters met een beperking zegt de helft het aanbod voor mensen met een beperking niet structureel te hebben ingebed in de organisatie. Bij de meerderheid van de zwemorganisaties en fitnesscentra met sporters met een beperking is dit wel het geval. Meestal is het aanbod structureel ingebed doordat één of meer vaste personen binnen de organisatie hiervoor verantwoordelijk zijn.
- Veel sportaanbieders zijn bereid om (meer) sporters met een bepaalde beperking op te nemen en zien mogelijkheden daarvoor:
- 67% sportverenigingen,
- 75% zwemorganisaties en
- 90% fitnesscentra.
Daarnaast zijn sportaanbieders bereid om (meer) sporters met een bepaalde beperking op te nemen, maar zien zij daartoe geen mogelijkheden binnen hun organisatie:
- 36% sportverenigingen,
- 18% zwemorganisaties en
- 17% fitnesscentra
of weten niet of het mogelijk is binnen hun organisatie:
- 55% sportverenigingen,
- 43% zwemorganisaties en
- 47% fitnesscentra.
- De meest genoemde succesfactoren voor het verwelkomen en behouden van mensen met een beperking en het opzetten van aanbod zijn een goede sfeer en draagvlak, goede en betrokken instructeurs, extra begeleiding en aandacht, enthousiasme en bereidheid.
- De meest voorkomende belemmeringen zijn het vinden van geschikte en gekwalificeerde instructeurs (en bij sportverenigingen het vinden van voldoende vrijwilligers) en het hebben van voldoende geschikte ruimte voor mensen met een beperking. Zwemorganisaties en fitnesscentra zien financiën vaak ook als belemmering.
- De behoefte aan kennis en ondersteuning om meer sporters met een beperking te werven verschilt tussen de drie typen sportaanbieders.
- Vooral fitnesscentra willen graag meer betrokkenheid en bereidheid vanuit gemeenten (47%). Ook zoeken zij ondersteuning in het vinden van subsidies of investeerders (35%).
- Sportverenigingen willen graag ondersteuning bij het vinden/werven van geschikte vrijwilligers (18%) en trainers (16%).
- Zwemorganisaties willen graag opleidingsmogelijkheden en cursussen voor instructeurs (13%), en ondersteuning in het vinden van subsidies of investeerders (13%).
Wil je weten hoe gemeenten tegen gehandicaptensport aankijken? Mulier zocht uit welke positie dit thema heeft in gemeentelijk beleid.
Conclusie
De bereidheid om sporters met een beperking te verwelkomen is bij de sportaanbieders groot. Zij zien echter niet altijd de mogelijkheid om sportaanbod voor deze groep op te zetten of weten niet of het mogelijk is.
Bij de sportaanbieders liggen dus kansen tot groei in de uitbreiding van sport- en beweegaanbod voor mensen met een beperking. Op dit moment blijkt dat nog redelijk vaak mensen met een beperking of hun naasten zelf het initiatief nemen en een sportaanbieder benaderen om te kunnen sporten. Daarnaast is het sportaanbod voor sporters met een beperking niet altijd structureel ingebed in de organisatie.
Om te zorgen dat in de toekomst meer structureel sportaanbod ontstaat, is het belangrijk om belemmeringen aan te pakken en kennis te vergroten bij sportaanbieders over sporters met diverse soorten beperkingen.
Grenzeloos actief is een gezamenlijk programma dat op verzoek van de minister van VWS door Kenniscentrum Sport, MEE NL, NOC*NSF, Sportkracht12, Vereniging Sport en Gemeenten en het ministerie van VWS is uitgewerkt.
Bron video: NOC*NSF