Breng sport naar de mensen. Dat is het idee achter beweegaanbod in de wijk. “We denken bij sportaanbod snel aan het traditionele verenigingsmodel of commerciële aanbieders als fitnesscentra”, zegt Rita van Driel, projectleider van Rotterdam Sport Onbeperkt en voormalig voorzitter van de alliantie ‘Sporten en bewegen voor iedereen’. “Maar voor wie sporten en bewegen niet vanzelfsprekend is, zijn dat vaak te grote stappen. Het helpt enorm als activiteiten dichterbij komen. Letterlijk: met structureel aanbod in de wijk.”
Denk aan de buurtsportcoach die wekelijks een oefenparcours loopt met wijkbewoners. Of de korfbalvereniging die activiteiten aanbiedt op het pleintje. En soms organiseren lokale partners – zoals Team Sportservice, zorg- en welzijnsorganisaties en jongerenwerkers – sportieve activiteiten voor wijkbewoners, bijvoorbeeld op een Cruyff Court.
Laagdrempelig en flexibel
De kracht van sport in de wijk is het laagdrempelige karakter. “De stap naar lidmaatschap bij de sportclub is al snel te groot voor bijvoorbeeld inwoners van achterstandswijken, jeugd uit lage inkomensgezinnen of ouderen”, zegt Rita van Driel. “Vrijblijvende activiteiten in de buurt zijn toegankelijker: ze nemen drempels weg rond vervoer en verplichtingen.”
Ook biedt sport in de wijk flexibiliteit. Je kunt inspelen op de wensen en belemmeringen van mensen in de wijk waar je werkt. Als jongeren eens willen basketballen in plaats van voetballen, kun je dat regelen. Of als deelname van meiden achterblijft, kun je activiteiten speciaal voor hen organiseren.
Praktijkvoorbeeld: freerunning in de wijk
In de Rotterdamse wijk Oud-Mathenesse doet een groep kinderen aan freerunning. Een zelfstandig sportleraar geeft hen wekelijks training, met de straat als parcours. Voor deze kinderen is dit een unieke kans. Voor hen is meedoen met sport namelijk niet altijd vanzelfsprekend, vanwege hun achtergrond en omdat er weinig sportaanbod is in de buurt.
Lees meer over freerunning in Oud-Mathenesse.
Meer dan bewegen
Sport in de wijk is meer dan bewegen. Rita van Driel: “Je wilt mensen motiveren om meer te bewegen en gezonder te worden. Maar als je breder kijkt, is de vraag: hoe kan ik mensen ook figuurlijk in beweging krijgen? Sport- en beweegaanbod in de wijk kan mensen helpen anderen te ontmoeten. Denk aan maatschappelijke participatie: helpt wijkbewoners om weer mee te doen in de samenleving. Zeker als je ze bij plannen betrekt.”
Beweegmakelaar Jolanda Mikic in Vaals (Limburg) is een mooi voorbeeld van deze brede blik. Zij staat midden in de wijk: ze voert het gesprek, denkt mee en verbindt mensen met elkaar, activiteiten en organisaties. Ze gaat uit van de eigen situatie van mensen en hun netwerk, en wat iemand kan en wil. Bewegen is hierbij zowel doel als middel voor sociale, emotionele en maatschappelijke stappen.
Je kunt als begeleider zo nodig andere instanties inschakelen en mensen wijzen op financiële mogelijkheden als het Jeugdfonds, Volwassenenfonds Sport & Cultuur en gemeentelijke regelingen.
- Lees meer over de succesfactoren van de Beweegmakelaar in Vaals of bekijk het filmpje met Jolanda Mikic en inwoners.
- Lees meer over financiële mogelijkheden om kinderen te laten sporten en bewegen.
- Lees meer over armoedebeleid in gemeenten: sport en bewegen voor de jeugd.
Stress wegnemen
Als buurtsportcoach kun je de regie nemen bij het organiseren van sport in de wijk. Dat begint bij het onderzoeken van de lokale context. Wat gebeurt hier al? Welke veldjes, pleinen, speeltuinen en andere ruimtes zijn er? Wat kunnen we daarmee? Ga daarbij ook het gesprek aan met wijkbewoners. Hoe past bewegen in hun leefwereld? Wat willen ze en onder welke voorwaarden?
“Veel mensen willen best meer bewegen, maar het past allemaal net niet. Ze weten niet hoe, wat, waar of hebben stress, geldzorgen of pijn”, vertelt Rita van Driel. “Je wilt de drempels wegnemen. Als mensen veel stress ervaren, kun je daarover praten en activiteiten vormgeven als bron van plezier en ontspanning. Of stel dat vrouwen wel willen bewegen, maar ’s avonds thuis zijn voor hun kinderen. Misschien kunnen zij overdag bewegen op een veld dat ongebruikt is, misschien in een combinatie met kinderopvang.”
Rita van Driel merkt dat zij en haar collega’s steeds meer vraaggericht werken, in plaats van aanbodgericht. “Een goede ontwikkeling, maar niet iedereen weet zijn of haar vraag, of hoe die te formuleren. Een stap verder is co-creatie. Dat is de toekomst: beweegaanbod in de wijk bedenken en uitvoeren, met partners en de mensen zelf.”
Dat is de toekomst: beweegaanbod in de wijk bedenken en uitvoeren, met partners en de mensen zelf.
Rita van Driel, voormalig voorzitter alliantie ‘Sporten en bewegen voor iedereen’
Programma Streetsport
In Den Haag loopt het programma Streetsport. Sportleiders en buurtsportcoaches organiseren een laagdrempelig wekelijks aanbod op Krajicek Playgrounds, Cruyff Courts en gemeentelijke plekken. Ze voeren het gesprek met ouders over de sportwensen van hun kinderen. Zo laten ze het aanbod beter aansluiten op de vraag en staan ze beter in contact met de wijkbewoners.
Lees meer over het programma Streetsport.
Van gesprek naar aanbod
Na het onderzoek en de gesprekken komen de plannen. “We weten intussen veel over drijfveren, drempels en werkzame elementen”, zegt Van Driel. “De kunst is dan: meer dóén.” Soms is er nieuw aanbod nodig. Dat ontdekte leefstijlcoach en ‘beweegtolk’ Peggy Tolk, die in de Rotterdamse wijk Feijenoord laagdrempelige activiteiten voor ouderen organiseert. “Maar net zo vaak is de vraag: hoe kun je bestaand aanbod samenbrengen of varianten maken in de wijk? En kun je daarbij sleutelpersonen inzetten, zoals buurtvaders?”
Ook hier geldt: maak het aanbod vooral laagdrempelig: dicht bij huis, gratis of goedkoop, vrijblijvend. “Mensen zijn vaak onzeker: hoe werkt het precies? Kan ik het wel? Zit ik aan verplichtingen vast? Ook slaan veel mensen ook meer aan op ‘ontmoeten en ontspannen’ dan ‘bewegen om gezonder te worden’.”
Voetbal voor tienermeiden
Sport en bewegen in de wijk organiseren vraagt om goede samenwerking. Als buurtsportcoach – en jongeren- of welzijnswerker – kun je partijen en domeinen met elkaar verbinden. Rita van Driel geeft een Haags voorbeeld. “Tienermeiden met een niet-Nederlandse achtergrond wilden graag voetballen. Maar de stap naar een club was te groot. Vanuit jongerenwerk is toen een gymzaal geregeld. Ze betrokken ook de buurtsportcoach.” Het bleek zo’n succes dat de meiden later moeders en tantes meenamen.
Als buurtsportcoach kun je ook samenwerken met sportverenigingen en die helpen ‘wijkgericht’ te denken. Van Driel denkt aan de schoolsportvereniging, waarbij sportclubs naar scholen gaan. Zo gebruikte tafeltennisclub TTC Middelburg het Stimuleringsbudget om clinics te geven op scholen in wijken met veel inwoners die het niet breed hebben. De eigen zaal uit, de wijk in. Het leverde zelfs nieuwe leden op.
Een lange adem is van belang bij het succesvol organiseren van sport in de wijk. Van Driel: “Het heeft weinig zin om iets drie keer te proberen en dan te stoppen omdat niemand komt. Bij groepen met een afstand tot sport en bewegen moet je vertrouwen opbouwen. Werk daarom samen met mensen en partijen die de energie hebben.”