Foto: Leroy Verbeet
Welkom in Queer Gym: hier vind je tussen de halters geen flyers over droge spieren. Wel kleurrijke boeken over diversiteit. ‘Hier kunnen mensen op een andere manier bezig zijn met bewegen en/of hun queerness,’ legt oprichter Romy Rockx uit. Trots stapt hij de sportschool door. Onder zijn trainingspak piepen regenboogsokken uit. “Aan zo’n locatie is veel behoefte. De queer scene kent vooral evenementen, het nachtleven en praatgroepen. Ik wil een daytime queer sportomgeving aanbieden. We hebben dan ook een breed aanbod, zodat er voor veel mensen iets bijzit: yoga, pilates, boksen, hardlopen, kracht- en conditieklassen, crossfit, powerliften, calisthenics, en basisklassen fitness. Je kunt ook op bepaalde uren vrij sporten, en mijn collega’s en ik geven personal training.”
Zelfbewust
Romy werkte na de toneelschool in de theaterwereld, tot twee veranderingen elkaar opvolgden: zijn transitie en corona. “Het theater lag stil. Ik wilde naar een sportschool, maar vond dat moeilijk. Een Nederlandse gym voor queer mensen was er niet. Ik had niks te doen en dacht: ik begin zelf.” Hij startte in de gymzaal van een basisschool, antikraak, en bouwde vanuit daar uit. Het bleek een schot in de roos; inmiddels heeft hij 200 leden. “Sporten confronteert je met je lichaam. Dat is lastig als dat er ‘anders’ uitziet. En de sport is heel binair. Dingen zijn voor mannen óf vrouwen: kleedkamers, gewichten, teams. Problematisch als je je geen man of vrouw voelt. Plus: als je in transitie bent, wanneer ga je bijvoorbeeld meedoen met de mannen? Wie afwijkt van de norm, wordt heel zelfbewust.”
Scenario’s
Volgens Romy heeft inclusiviteit alles te maken met scenario’s waarmee mensen in hun hoofd leven. “Ik hoor vaak: ‘Bij ons op de sportclub is iedereen welkom.’ Niemand beweert dat jij of jouw leden onaardig zijn, maar als minderheid houd je er rekening mee dat ze het wél zijn. Voor mij als transpersoon spelen andere dingen dan voor iemand die dik is, maar ook die weegt alles af. Durf ik te squatten, hoe ga ik staan? Je wilt lekker sporten, maar bent je continu aan het verhouden tot je omgeving. Tot de norm.”
Dat beaamt een sporter die hier belandde tijdens het onderzoeken van diens genderidentiteit. “Ik voelde me in andere sportscholen verdwaald en ongemakkelijk. Als je afwijkt van de ‘standaard’ word je aangestaard. Het was onveilig en intimiderend. Ik dacht daardoor dat ik sporten verschrikkelijk vond. Queer Gym voelde als een veilige sportlocatie waar je kunt zijn wie je bent. Ik voelde me verbonden met een gemeenschap en kreeg de ruimte om ook tijdens het sporten te ontdekken wie ik ben. En te ontdekken dat ik sporten juist ontzettend leuk vind!”
Queer Gym gaf me de ruimte om ook tijdens het sporten te ontdekken wie ik ben.”
Lid Queer Gym
Queerness
De sportschool, inmiddels in een eigen pand, is er voor mensen die worstelen met marginalisering. “Maar we controleren niet hoe ‘queer’ iemand is. Onze Instagram en website beschrijven hoe wij queerness zien; wie dat aanspreekt, is welkom.” Wat ís queerness volgens Romy? ‘Dat dingen fluïde zijn en mogen veranderen. Het betekent ook dat je de norm bevraagt.” Kortom, een breed begrip – en dat levert een kleurrijk ledenbestand op.
“Veel transpersonen, gaymannen, lesbische en non-binaire mensen. Maar ook dikke en neurodiverse personen, bijvoorbeeld met autisme of ADHD.” Kan hij met zo’n diverse groep aan ieders wensen voldoen? “Ja, er zijn weinig fundamentele verschillen. Wel plannen we activiteiten rond gevoelige thema’s, zoals seksualiteit en eten, buiten openingstijden om confrontaties te voorkomen.”
Om op de queercommunity af te stemmen vraagt hij bovendien weinig contributie. “Veel gemarginaliseerde groepen verdienen minder. We zijn zelfs een stichting, ik vraag fondsen en subsidies aan. Al verwijzen de verstrekkers daarvan op sportgebied ons naar het domein van inclusiviteit en vice versa. Ook daar val je buiten de norm.”
Work in progress
Zou Queer Gym idealiter onnodig zijn? “Ergens wel. Maar het is goed als sommige sportomgevingen zich richten op bepaalde groepen. Er zijn ook sportscholen voor 50-plussers of vrouwen.” Toch is het belangrijk dat álle plekken inclusiever worden, vindt Romy. “Hopelijk zijn in zo’n vrouwengym ook transvrouwen welkom. Dus hoe maken we het overal voor iedereen fijner? Sportaanbieders kunnen meer over inclusiviteit leren. Een plek die zegt ‘ik ben veilig en inclusief’ is dat per definitie niet. Dan begrijp je niet dat dat nooit kan. Er zijn altijd mensen voor wie het niet veilig en inclusief voelt. Ik zeg daarom: wij streven naar een veiligere en inclusievere sportomgeving. Inclusiviteit is work in progress.”
Een plek die zegt ‘ik ben veilig en inclusief’ is dat per definitie niet. Inclusiviteit is work in progress.“
Romy Rockx
Anti-dieetcultuur, niet-binair en niet-competitief
Om veiliger en inclusiever te zijn, heeft Queer Gym een anti-dieet cultuur. Wie dik is, hoeft niet dun te worden. Verwacht bij de intake dus geen vragen over gewicht. “Verder hebben we geen ‘summer body’-acties, weegschalen en vaste spiegels. En onze verkoopwaar is niet gelinkt aan dieetcultuur, zoals afvalrepen. We hebben net een workshop gehad over een postieve relatie met voeding.”
Als sportaanbieder kun je ook onderzoeken hoe binair je bent ingericht. “Bij onze intake vragen we niet naar geslacht, maar naam en pronouns. Mensen kunnen die altijd veranderen. Vóór iedere les doen we een voorstelrondje met naam en pronouns.” Een ander aandachtspunt: hoe competitief is jouw sportomgeving? “Wie is het sterkst, het grootst… Die focus op vergelijken is pittig, zeker voor minderheden. Hier dus geen scoreborden. En we ontmoedigen dat sporters elkaar opzwepen. Dat lijkt positief, maar ja: dan ben jij de laatste en staat iedereen om je heen te gillen.”
Het levert al met al een positieve sportomgeving op, vertelt een lid. “Ik wilde al tijden boksen, maar voelde me nergens thuis vanwege schoonheidsidealen en prestatiedruk. Hier had ik dat gevoel niet. Naast boksen begon ik zelfs met kracht en conditie, terwijl ik dacht dat het niks voor mij was doordat in andere sportscholen de focus lag op calorieën verbranden. Hier leerde ik dat sterker worden en nieuwe bewegingspatronen aanleren ook doelen kunnen zijn.”
In andere sportscholen lag de focus op calorieën verbranden. Bij Qyeer Gym leerde ik dat sterker worden en nieuwe bewegingspatronen aanleren ook doelen kunnen zijn.”
Lid Queer Gym
Luisteren
Om als sportaanbieder inclusiever te worden, moet je volgens Romy vooral goed luisteren. “Overal communiceren we: heb je vragen, wil je iets of vind je iets lastig, geef het aan. We hebben ook een vertrouwenspersoon van buiten de gym. Heeft iemand feedback? Dan bekijken we samen de mogelijkheden. Zo vond iemand in de eetworkshop sommige woorden triggerend. We hebben toen die woorden aangepast. De oplossing is vaak best simpel. Niet dat je alles kunt doen. We zijn bijvoorbeeld nog niet volledig rolstoeltoegankelijk. Heel vervelend. Maar ik heb nog geen geld om de wc te verbouwen. Als je dat uitlegt, ontstaat er begrip.”
Tips voor sportaanbieders
Hoe kun je als sportaanbieder een meer inclusieve omgeving creëren? Romy:
- “Draag uit dat je inclusiviteit belangrijk vindt.
- Bedenk wat je uitstraalt met verkoopwaar, posters, inrichting, enzovoorts.
- Ga bewust om met binaire en competitie-elementen.
- Denk na over hoe je je taal gebruikt. Hoe spreek je leden aan? Zeg bijvoorbeeld: ‘Hallo allemaal.’
- Denk na over praktische zaken. Kan iemand zich bijvoorbeeld ergens alleen omkleden?
- Richt je op wat mensen doen. Ik zeg niets over uiterlijk, ook niet als mensen slanker of gespierder zijn geworden. Ik zeg wél dingen over hun vooruitgang, zoals een betere conditie.
- Let op verwachtingspatronen. Als een dik persoon binnenkomt, denk dan niet: die wil afvallen. Ga vragen, niet aannemen.
- Vraag je af: hoe ga ik ermee om als mensen zich onveilig voelen? Heb je een plan? Een vertrouwenspersoon?”
Droom
Tot slot: wat is Romy’ droom? “Ik wil een stabiele sportaanbieder zijn voor daytime queerness in Rotterdam. Het liefst ga ik naar het centrum, met zorgaanbieders in een pand voor meer bereikbare queerzorg. We werken bijvoorbeeld al samen met de ggd; zij doen hier elke drie maanden popup soatesten. En idealiter ben ik de hele dag open. Dat is duur, maar het komt langzaam in bereik.”