Een belangrijke stap om begeleiders het belang van bewegen duidelijk te maken was het symposium dat de Gemiva-SVG Groep in september 2011 organiseerde. ‘Om het voor iedereen goed bereikbaar te maken, organiseerden we het in zowel Dordrecht als Zoeterwoude’, vertelt projectleider Conny Jabaay. Belangrijk was ook dat de Raad van Bestuur zelf de locatiehoofden wees op dit symposium. ‘Wil je kennis succesvol delen, dan moet er draagvlak zijn in alle lagen van de organisatie en dat is bij ons het geval.’ Er kwamen zo’n 125 begeleiders van 69 locaties. Dat is ongeveer de helft van alle locaties van de Gemiva-SVG Groep.
Een van de sprekers was Ruud van Wijck. Hij is verbonden aan de Rijksuniversiteit van Groningen en doet veel onderzoek naar de gezondheid van mensen met een beperking. ‘Ruud organiseerde een interactieve kennisquiz. Daaruit bleek bijvoorbeeld dat tachtig procent van de mensen met een verstandelijke beperking te weinig beweegt. Zo’n feit aantonen maakt een zaal duidelijk dat er wat moet gebeuren.’
“Breng kennis naar de werkvloer”
Conny Jabaay, Gemiva-SVG
Inventarisatie beweeggedrag in combinatie met beweegmeter
Dat kan op een prettige, vlotte manier, liet Conny Jabaay op het symposium zien. Ze maakte daarvoor gebruik van inventarisatielijsten. De Gemiva-SVG Groep heeft voor deze lijsten inspiratie gehaald uit de inventarisatielijsten die collega-organisatie ‘s Heeren Loo gebruikt.
De bedoeling is aan te geven hoeveel tijd er besteed wordt aan activiteiten waarbij je beweegt. Zoals sporten, stofzuigen, lopen naar het werk en boodschappen doen. Op het symposium kregen de aanwezigen de opdracht zelf zo’n lijst in te vullen. ‘Zo merkten ze dat je in tien minuten door de lijst kan schieten en dan veel te weten komt’, zegt Jabaay.
Een inventarisatielijst maakt je bewust van het beweeggedrag van een cliënt, benadrukt ze. ‘Bovendien is het echt niet belastend voor mensen met een beperking. Soms vult de begeleider de lijst in of wordt de lijst gezamenlijk tijdens een koffiemoment ingevuld. Dat vinden diverse cliënten fijn. Even extra individuele aandacht, even de begeleider voor zich alleen.
’Bij de Gemiva-SVG Groep merkten ze dat het verstandig kan zijn om behalve een lijst ook een beweegmeter te gebruiken. ‘Ik kreeg een keer een meter terug van een cliënt die altijd heel passief was. Hij zat veel in zijn stoel en bekeek dan de anderen. Ik dacht dat de meter verwisseld was, omdat er zoveel hoge pieken in het beweegpatroon zaten’, herinnert de projectleider zich. Maar wat bleek: de begeleiders op die groep wisselden elkaar vaak af. Elke begeleider probeerde de passieve cliënt actiever te maken. Daardoor werd hij vrijwel altijd meegevraagd om bijvoorbeeld vaatdoekjes weg te brengen. ‘Als alleen een lijst ingevuld was, hadden we die kennis niet gehad.’
Advisering door Begeleiding Behandeling Onderzoek
Om de kennis te vertalen naar de werkvloer is advisering nog belangrijker gemaakt. De dienst Begeleiding Behandeling Onderzoek (BBO), waar bewegingsagoog Conny Jabaay ook onder valt, gaf al veel advies. Nu is advies geven een vast onderdeel van het takenpakket. ‘Zodat het geen project is met een eindig karakter, maar een manier van werken.’ Er blijkt veel behoefte aan die expertise.
Bij een belronde naar aanleiding van het symposium gaven 51 van de 61 bevraagde locaties aan de informatie te hebben teruggekoppeld aan hun team. En 44 bevraagde locaties gaven aan graag extra ondersteuning te willen.
Ondersteuning die Jabaay en haar collega’s van BBO geven varieert van informatie over sportverenigingen tot praktische tips over het aansluiten bij de interesses van cliënten. Zo kun je het wat saaie trappen op een hometrainer veel spannender maken, weet zij. ‘Op de dagbestedingslocatie Pak-Inn in Zwijndrecht hebben we voor een cliënt die gek is van voetbal een route uitgestippeld naar diverse voetbalstadions. Eerst naar de Kuip, dan met een grote boog om de Arena, want daar wil hij natuurlijk niet heen en zo naar Groningen. Elke keer als hij een stuk van die route heeft gedaan, krijgt hij een voetbalsticker.
’Sommige mensen hebben nu eenmaal niets met bewegen. Toch kun je ook hen actief krijgen. Jabaay geeft een voorbeeld. ‘Op een woonlocatie in Oude-Tonge was een bewoner die bewegen vreselijk vond, maar taken deed hij wel graag. Er was ook een begeleider die, aardig als ze was, regelmatig na haar werk de flessen wegbracht. Vanaf de locatie is dat tien minuten lopen. Drie keer per week heeft die bewoner nu de taak ‘flessen wegbrengen’ en loopt hij tien minuten heen en tien minuten terug. Zo is hij, zonder dat het bewegen wordt genoemd, toch actief.’
Conny Jabaay en haar collega’s krijgen veel vragen van begeleiders van mensen met ernstige meervoudige beperkingen. ‘Die vinden de lijst prima, maar zien hun cliënten logischerwijs niet snel flessen wegbrengen.’ Om aan hun vragen tegemoet te komen starten de BBo-ers met workshops. Ze introduceren dan diverse vormen die makkelijk uitvoerbaar zijn op een groep.
Handvatten voor beweegactiviteiten met eenvoudige middelen
Het is namelijk cruciaal om handvatten aan te blijven reiken, vindt de projectleider. ‘Voor ons bewegingsagogen is het heel makkelijk om materialen bij beweegvormen te verzinnen. Draai een stoel om en je kunt ringen om de poten gooien. Begeleiders vinden het moeilijker om zo te denken. En je hebt niet overal bewegingsagogen meer beschikbaar.
Als je wilt dat begeleiders bewegen stimuleren moet je ze praktische handvatten met eenvoudige materialen geven.’Een voorbeeld van zo’n bij de Gemiva-SVG Groep ontwikkeld handvat is de speltas. In die tas zitten onder andere verschillende grote ballen, pingpongballen en een parachutedoek. Ook krijgen begeleiders er een boek met spelsuggesties bij. Zo kunnen ze minimaal tien verschillende spellen met het doek uitproberen. Van het doek aan elkaar doorgeven tot steeds sneller ermee rondlopen, tot de muziek stopt. En een pingpongbal die op een lepel ligt die teams aan elkaar doorgeven, is een garantie voor humor en stevige competitie. Activiteitenbegeleider Mark Boegheim van activiteitencentrum Gouwplaats zag dat de cliënten genoten. ‘We doen dit nu iedere week.’
Een ander handvat dat veel succes heeft is het instructieboekje bij de Wii. ‘Je kunt met die spelcomputer veel spellen doen waarbij je intensief beweegt. Sommige begeleiders hadden wel een Wii, maar die stond in de kast omdat ze er niets mee hadden. Een cliënt die in hele kleine stapjes denkt heeft een duidelijk instructieboekje met veel plaatjes gemaakt waardoor iedereen nu heel makkelijk de Wii kan aansluiten en karakters kan aanmaken. Dat verlaagt de drempel. ’Belangrijk is wel dat de activiteiten gevarieerd blijven. Naast bijvoorbeeld een half uur achter de Wii ook een half uur wandelen. ‘In Gouwplaats hebben ze de wekelijkse videomiddag vervangen door bewegen met de Wii en op een andere dag bewegen ze waar mogelijk buiten. Dat is een goede manier.’
Om cliënten nog meer een stem te geven is er ook cursusmateriaal voor hen ontwikkeld, waarmee ze zelf het bewegen bespreekbaar kunnen maken. ‘Dat kan bijvoorbeeld in het groepsoverleg. We merken dat zelfs cliënten die anders heel stil zijn enthousiast vertellen. Bijvoorbeeld dat ze op hun werk veel met de schoonmaakkar rijden en dan dus ook bewegen.’
Doordat er zoveel is ontwikkeld voor het bevorderen van deskundigheid en bewustzijn zit het met de borging wel goed, aldus Conny Jabaay. ‘Vanuit BBO is zoveel expertise verspreid dat we ook zonder de financiële steun van het programma Zo kan het ook! bewegen kunnen blijven stimuleren. In het nieuwe ondersteuningsplan is aandacht of een cliënt al dan niet voldoende beweegt. De deskundigheid is inmiddels zo ingekaderd dat ik ervan overtuigd ben dat we zelfs de locaties waar bewegen nu nog niet een aandachtspunt is heel goed gaan helpen.’
Tips
- Adviseer. Probeer zoveel mogelijk bij de leefwereld van cliënten aan te sluiten.
- Hou niet teveel bij jezelf. Geeft begeleiders de ruimte.
- Blijf communiceren. Overspoel niet met informatie, maar blijf nieuwe ideeën delen met de begeleiders.
- Betrek de Raad van Bestuur en vraag hen ook het belang uit te dragen.
- Begin klein. Bijvoorbeeld met een cliënt, of een locatie. En deel dan de succesverhalen.
Dit artikel komt uit het Magazine Zorg in Beweging. Zorg in Beweging is een uitgave van Gehandicaptensport Nederland in het kader van het programma Zo kan het ook! Tekst: Jeroen Wapenaar.