Alles over sport logo

Praktijkvoorbeeld volwassenen, armoede en sport: Oost Gelre

Voor volwassenen met een minimaal inkomen zijn vaak minder regelingen voor sport- en bewegen beschikbaar dan voor kinderen. Wij vroegen drie gemeenten hoe zij sport en bewegen voor 18-plussers integreren in hun minimabeleid. In dit artikel vertelt gemeente Oost Gelre hoe zij barrières voor volwassenen wegneemt, om toch mee te kunnen doen met lokale sport- en beweegactiviteiten.

Over deze serie

Dit artikel maakt onderdeel uit van een reeks artikelen over volwassenen, armoede en sport. Lees ook het achtergrondartikel met feiten en cijfers over sport- en beweegdeelname van mensen met inkomensarmoede en de belemmeringen die zij ervaren. Ook lees je daarin meer over het in 2020 opgerichte Volwassenenfonds Sport & Cultuur, waar je je als gemeente bij kunt aansluiten. En lees ook de praktijkvoorbeelden uit Harderwijk en Sittard-Geleen.

Michiel Krabbenborg (beleidsmedewerker sport) en Sander Jentink (beleidsmedewerker sociaal domein) werken bij de Achterhoekse gemeente Oost Gelre. Een gemeente met twee hoofdkernen – Groenlo en Lichtenvoorde, zes (kerk)dorpen, 30.000 inwoners en maar liefst 96 sportverenigingen. “Een gemeente met een rijke sportcultuur”, beaamt Michiel.

Het gemeentelijk armoedebeleid voor minimagezinnen is – wat sport en bewegen betreft – vooral gericht op kinderen en jongeren. Sander: “We hebben via ons werkleerbedrijf Fijnder een uitgebreid kindpakket. Ook gebruiken we Stichting Leergeld en het Jeugdfonds Sport & Cultuur. In vergelijking met grote steden zijn we een welvarende gemeente. Hier groeit een kleine 3% van de kinderen op in een gezin met een laag inkomen. Daarmee zitten we ver onder het landelijke gemiddelde van 6%.” 

Soberder en meer individueel gericht

Voor iemand die 18 jaar of ouder is én onder de minimagrens valt, waren er echter nog geen collectieve gemeentelijke potjes of regelingen. Sander licht dat toe: “De ondersteuning voor volwassenen bij het meedoen aan sport en cultuur is vergeleken met jeugd soberder en meer op het  individu gericht. We proberen barrières wel weg te nemen. Maar we willen tegelijk ook een armoedeval voorkomen, door niet iedereen blindelings allerlei voorzieningen aan te bieden. Stel dat een inwoner met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zijn gezondheid kan en wil verbeteren door bijvoorbeeld te gaan fitnessen. Dan investeren we daar wel in, maar dat is tijdelijk  en specifiek voor die inwoner.”

Toen kwam er een moment dat Michiel signalen kreeg van de schuldhulp- en van cliëntondersteuners: een aantal volwassenen die langdurig een minimuminkomen hebben, kwam door de strakke kaders van regelgeving ook niet in aanmerking voor de individuele gemeentelijke ondersteuning bij het sporten. Hij trok aan de bel. Dit resulteerde in het besluit om als gemeente Oost Gelre aan te sluiten bij het Volwassenenfonds Sport & Cultuur. 

1 miljoen mensen

In Nederland hebben ruim 1 miljoen mensen geen geld om te sporten, of om deel te nemen aan culturele activiteiten. Gemeenten kunnen zich sinds 2020 aansluiten hij het Volwassenenfonds Sport & Cultuur. Dit fonds zorgt ervoor dat het lesgeld of de materialen betaald worden, voor volwassenen die leven rond het bestaansminimum.

Meer financiële ruimte en zelf aanvullende regels bepalen 

Sander: “We vinden het belangrijk dat onze volwassen inwoners voor wie het bijvoorbeeld om gezondheidsredenen of sociale redenen – kunnen meedoen in de samenleving – kunnen sporten en bewegen. Voor wie dit niet zelf kan bekostigen, helpt het Volwassenenfonds ons als gemeente om de financiële barrières voor deze inwoners weg te nemen.” 

Het voordeel van het fonds is dat deelnemende gemeenten zelf aanvullende regels kunnen bepalen. “Wij hebben voor Oost Gelre bijvoorbeeld bepaald dat vooralsnog alleen volwassenen in aanmerking komen voor het fonds, die de afgelopen drie jaar geen zicht hebben gehad op inkomensverbetering,” zegt Sander. Om er direct aan toe te voegen: “We hoeven het fonds echter niet dicht te timmeren, er blijft ook ruimte voor uitzonderingsgevallen. Een inwoner die ‘niet voldoet’ aan de grens van drie jaar, komt dan toch in aanmerking. Denk bijvoorbeeld aan nieuwkomers.”

Lid zijn van een sportverenigingen of van een clubje is typisch voor de Nederlandse cultuur.

Sander

“Voor nieuwkomers kan deelname aan sport een positief duwtje in de rug zijn. En door lidmaatschap van een vereniging, verloopt het integratieproces misschien makkelijker”, zegt Michiel. Sander is het hier helemaal mee eens: “Lid zijn van een sportvereniging, van een clubje, of van vrijwilligerswerk… het is allemaal kennismaken met de Nederlandse cultuur. Je leert een netwerk kennen van mensen uit de buurt, uit de wijk, je krijgt aanspraak, maakt misschien wel vrienden.”

Overgang voor jongeren van 18 jaar 

Een ander uitzonderingsgeval op de voorwaarde van ‘drie jaar geen verbetering in inkomen’ zijn mogelijk ook jongeren. Jongeren die bijvoorbeeld tot hun achttiende gebruik maakten van het een gemeentelijke kind-regeling, of het Jeugdfonds Sport & Cultuur. “Vanuit Voor deze groep kregen we ineens de vraag vanuit een sportvereniging: ‘Is er dan niet iets van een overgangsregeling?’“, vertelt Michiel. “Terecht, want je wilt niet dat zo’n jongere opeens moet stoppen met sporten bij de sportvereniging als hij 18 wordt. Dezelfde vraag werd gesteld door een cliëntondersteuner.” Sander vult aan: “Dit soort kwesties zullen we met Fijnder, Werkleerbedrijf Oost-Achterhoek, beter gaan afstemmen.” 

Voor kwetsbare jongeren die 18 worden en al enige vorm van zorg ontvangen, is die afstemming er overigens al wel in Oost Gelre. Sander: “Hoewel ons beleid er nu nog vooral op gericht is om voor deze groep een goede arbeidsvoorziening, bijvoorbeeld een beschutte werkplek, te vinden. We sturen zoveel mogelijk op zelfredzaamheid. Werk is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Dat geldt in mindere mate voor deelname aan sport en bewegen.”

Rol van intermediairs en lokale maatschappelijke partners

Uit het verhaal van Oost Gelre blijkt hoe belangrijk de signalerende rol van – en nauwe samenwerking met intermediairs en partners is. Denk aan de schuldhulp- en cliëntondersteuners, maar ook aan de Voedselbank en het Jeugdfonds. 

Het Volwassenenfonds werkt ook met intermediairs: zij zijn de contactpersonen, dragen volwassen deelnemers aan en dienen de aanvragen voor hen in. Michiel: “De systematiek met intermediairs is voor ons een voordeel, dat ervaren we ook bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Via intermediairs krijgen we sneller een overzicht van de inwoners die we in beeld willen hebben, maar waar wij als gemeente vaak geen zicht op hebben. De intermediairs zijn onze lokale voelsprieten.”

Lokale partners en intermediairs zijn onze voelsprieten in de wijk.

Michiel

Michiel: “Ook de sport- en cultuurcoaches zijn samenwerkingspartners van de gemeente. We proberen hen bij de ontwikkeling van het beleid te betrekken. Deze coaches zijn de ogen en oren van de wijk of het dorp. Ze zouden potentiële intermediairs voor het Volwassenenfonds kunnen zijn.”

Beiden zijn erg tevreden over de samenwerking tussen gemeente en lokale partners en tussen de verschillende domeinen binnen de gemeente. Hoe dat komt? Sander: “We zijn een kleine gemeente, daardoor zijn de lijntjes kort. Je ziet en spreekt elkaar wekelijks en we zoeken elkaar op als dat nodig is. Trouwens ook als dat niet nodig is. Gewoon uit interesse en te horen hoe het ervoor staat. Michiel: “Ook bij het sportdomein is de samenwerking heel goed. We proberen toegankelijk te zijn voor de sportverenigingen en vice versa. Met de wethouder maken we regelmatig een rondje langs de (sport)velden.”

Inclusiviteit van sportverenigingen

De gemeente probeert de rijke sportcultuur van Oost Gelre zo goed mogelijk te ondersteunen. Toch blijft het een lastige zoektocht, erkent Michiel. Hij ziet dat verenigingen soms nog te intern gericht zijn. “In Oost Gelre zijn we nog niet zo gewend om elkaars hulp in te roepen. We proberen het eerst zelf”, legt hij uit. “Diverse sportverenigingen proberen tegemoet te komen aan de wensen van leden, door flexibeler om te gaan met de regels en door het aanbod aan te passen. Dit is vaak noodzakelijk om de club toekomstbestendig te maken. Verenigingen doen daarbij hun best om zo inclusief mogelijk te zijn. De grotere verenigingen hebben het daar makkelijker mee dan de kleinere, omdat die meer moeite hebben hun hoofd boven water te houden”. 

“Ik zou voor al dit soort zaken graag een verenigingspakket willen hebben met een behoeftegerichte – en niet aanbodgerichte – toolkit voor verenigingen. Hieruit kunnen ze thema’s, zoals inclusiviteit, kiezen. Daar zijn we nu mee bezig.”

Monitoren van ervaringen

Michiel: “Gelukkig zien we uit de cijfers dat veel jongeren en volwassenen in onze gemeente sporten en bewegen, maar we weten niet of dat specifiek voor de minima geldt.” Sander: “De participatiegraad is over het algemeen lager bij minima, dat zie je op alle gebieden bij mensen die leven onder het minimum.” Met het Volwassenenfonds hoopt Oost Gelre ook deze inwoners te bereiken en deel te laten nemen aan hun rijke sportcultuur. Het aantal aanvragen voor het fonds gaat de gemeente monitoren. Evenals het kwalitatieve aspect, zoals de ervaringen van de deelnemers en het bereiken van de doelen.

Inclusiviteit houdt in dat álle inwoners welkom zijn bij de sportvereniging

Michiel

Michiel: “Hoe we het fonds in de praktijk inrichten, zal nog wel even een zoektocht zijn, maar ik hoop dat we over een jaar een paar mooie voorbeelden hebben van volwassenen die er gebruik van maken. Sander sluit zich daarbij aan en besluit: “Vergeet niet dat er naast financiële problemen, ook mensen door eenzaamheids- of gedragsproblematiek buitengesloten worden. Ook hierin zit een grote uitdaging voor ons en voor onze sportverenigingen. Inclusiviteit houdt in dat mensen welkom zijn en niet mogen worden uitgesloten op basis van gedrag, financiële problemen of wat dan ook!”

Tip van gemeente Oost Gelre

Wil je je sportbeleid inclusief maken? Houd het dan klein, concreet en overzichtelijk. Een voorbeeld: de aanvoerders van alle eerste teams in Oost Gelre hebben onlangs een regenboog-aanvoerdersband band gedragen, om de inclusiviteit van de Regenbooggemeente uit te dragen. Als het klein en overzichtelijk is, is het voor de verenigingen ook beter behapbaar. Als je het groot en log maakt, werkt het niet. De gemeente heeft hierin een faciliterende rol én een voortrekkersrol.

Lees meer


Artikelen uitgelicht


Meedoen door sport en bewegen
Inclusief sporten en bewegen
In de wijk
Volwassenen
public, professional
praktijkvoorbeeld
beleidsontwikkelingen, financiering en subsidies, lage inkomens