Vorig jaar voerde de gemeente Stein een onderzoek naar rondkomen uit, vertelt Carla Saris, beleidsmedewerker Sociaal Domein en betrokken bij financiële gezondheid. “Daaruit bleek dat 76 procent van de inwoners moeilijker rondkomt dan het jaar daarvoor. Bovendien bezuinigt 91 procent, bijvoorbeeld op (sport)activiteiten. Terwijl juist mensen met geldzorgen vaak minder gezond zijn.”
Frank van den Boomen, beleidsmedewerker Sport en verenigingsadviseur, vult aan: “We benutten sport en bewegen steeds meer als middel om mensen gezonder, gelukkiger of zelfredzamer te maken. Ook verbinden we het sportdomein meer met financiële gezondheid. Zo werkten we al samen met het Volwassenen- en Jeugdfonds Sport & Cultuur. Aangezien jeugd in armoede een groeiende groep is waarmee we meer willen doen, bood het aanvoerderstraject kansen om dit onder begeleiding op te pakken.”
De basis op orde brengen
De gemeente richt zich in het traject op gezinnen met kinderen onder de 18 jaar, die geldzorgen ervaren. Daarbij is niet gespecificeerd naar kenmerken zoals woonwijk. Saris: “Het is lastig goed zicht te krijgen op deze groep. Hoewel het rondkomen-onderzoek een indruk geeft, vullen veel mensen met geldzorgen zo’n onderzoek niet in of ze praten er niet graag over. We willen daarom eerst meer inzicht krijgen in deze gezinnen. Intussen brengen we de basis beter op orde.” Het langetermijndoel is gezinnen met geldzorgen aan het bewegen krijgen en houden, vertelt ze, “maar dat hebben we nog niet SMART geformuleerd”.
De gemeente begon het traject met een startfoto. Saris: “Per stakeholder benoemden we kansen en bedreigingen. We zagen: er is al veel aan fondsen en (gratis) aanbod, maar niet iedereen weet dit te vinden.” Van den Boomen vult aan: “Uit het rondkomen-onderzoek kwamen signalen vanuit de doelgroep zoals: de informatie is niet vindbaar, het zijn zoveel loketten, ik wist niet dat dit bestond. We willen daarom dat meer mensen de mogelijkheden kennen.” Een projectgroep richt zich daarop, waaraan Saris en Van den Boomen deelnemen vanuit beleid. Saris: “Ook de projectleider Opgroeien in een Kansrijke Omgeving en het Jeugd- en Volwassenenfonds Sport & Cultuur zitten daarin. En Ecsplore doet mee, een uitvoeringsorganisatie binnen sport en bewegen.”
Drie doelen
Op korte termijn werkt de projectgroep aan drie doelen:
- beweegaanbod en regelingen toegankelijker maken
- inzicht krijgen in doelgroep
- professionals in het sociaal domein beter informeren en inzetten
Toegankelijkheid verbeteren
Om het aanbod beter onder de aandacht te brengen, bekijkt de projectgroep de communicatiekanalen en het aanbod met een frisse blik. Van den Boomen: “Als je dat verbetert, haal je veel uitzoekwerk en administratieve rompslomp weg bij de inwoner.” Concreet betekent dit: een goede website en flyer met verschillende regelingen, een helder overzicht van het beweegaanbod, één in plaats van meerdere loketten waar ouders en intermediairs voorzieningen van organisaties kunnen aanvragen voor kinderen in armoede.
Bij het verbeteren van de communicatie benutten de partners hun expertise, vertelt Saris. “Zij weten wat de doelgroep bezighoudt en waar ze tegenaan lopen. Bovendien willen we met Kenniscentrum Sport & Bewegen overleggen: welke folders zijn er bijvoorbeeld al?” Van den Boomen: “We hebben ook allerlei gremia die kunnen meedenken, zoals klankbordgroepen over toegankelijkheid en rondkomen, de Adviesraad Sociaal Domein, een sport- en beweegpanel, ervaringsdeskundigen op laaggeletterdheid.”
Inzicht in beweeggedrag
Om meer inzicht te krijgen in het beweeggedrag van kinderen, haakt de projectgroep aan op leefstijlonderzoek dat in november plaatsvindt onder alle basisschoolleerlingen, via de GGD en Ecsplore. “Kind en ouder vullen onder andere samen een vragenlijst in. Straks weten we bijvoorbeeld: op welke scholen en in welke kernen bewegen kinderen minder, en waar kan dat aan liggen? Ook krijgen kinderen een gepersonaliseerd beweegrapport bij hun uitslag. Wellicht is er aanleiding tot een gesprek met een buurtsportcoach of sportpedagoog. Dat sluit mooi aan bij het derde doel: verbinden met het sociaal domein. We ontwikkelen bovendien een folder met beweegaanbod die we meesturen met de uitslag.”
Van den Boomen vertelt dat op basis van de uitkomsten een gerichte aanpak wordt gekozen. “Straks kijken we: wat gaat goed en kunnen we opschalen, wat kan beter en hoe doen we dat? Mogelijk kiezen we interventies uit de kennisbank van Kenniscentrum Sport & Bewegen.” “Bovendien heeft Ecsplore veel expertise op dit vlak. Denk aan bewegend leren of het koppelen van naschools aanbod aan sportaanbieders”, vult Saris aan. “De resultaten bespreken we ook met partners als scholen en sportaanbieders om samen mogelijke interventies te verkennen. Wie weet stoppen we veel energie in mensen naar aanbod krijgen, maar werkt een extra uur gymles beter.”
Professionals in het sociaal domein inzetten
Het derde ‘spoor’ betreft professionals in het sociaal domein. Saris: “Via hen willen we beweging en gezinnen met geldzorgen beter verbinden. Zij hebben de contacten immers al. Denk aan de praktijkondersteuner, schuldhulpverlener of sportpedagoog.” De gemeente merkt dat deze professionals vaak vanuit hun eigen referentiekader werken. “Dat is logisch, maar het is belangrijk om te weten wat geldstress precies inhoudt en hoe het de beleving en het handelen van mensen beïnvloedt. Anders voelen zij zich niet begrepen en verhoog je de drempel om om hulp te vragen. We willen deze professionals daarom ‘in stelling brengen’ om het gesprek te voeren over geldzorgen en door te vragen: wat heb je nodig om van dit aanbod (sport of regeling) gebruik te maken?”
Maar: geldzorgen bespreekbaar maken is vaak lastig. Van den Boomen: “Misschien blijkt dat we de professionals meer training moeten aanbieden om het gesprek hierover te voeren. Bovendien moeten ze het sportaanbod en de regelingen kennen om inwoners door te verwijzen. We willen hen daarover beter informeren en doorgeleiden versimpelen.” De concrete acties binnen dit spoor worden nog uitgewerkt, maar de eerste stap is bewustwording. “Bijvoorbeeld door verhalen van ervaringsdeskundigen te delen in de special edition van ons lokale blad, in gesprek te gaan of met een workshop,” zegt Saris.
Lastig te bereiken
Waar liep de gemeente tegenaan in het traject? Saris: “Het is wat vroeg voor ‘lessons learned’, maar het blijkt lastig de doelgroep te bereiken en aan te spreken zonder te stigmatiseren. Op termijn kies je daarom misschien liever voor interventies zoals gratis sport voor álle kinderen. Je trekt het dan voor iedereen gelijk, waarbij de doelgroep het meest profiteert. Maar zoiets realiseer je niet zomaar.” Waar staan ze over een half jaar? “Hopelijk hebben we dan toegankelijke voorzieningen en professionals in het sociaal domein die deze weten te vinden en bespreken met inwoners”, vertelt Saris. Van den Boomen: “En hebben we meer inzicht in trends en passende interventies voor de langere termijn.”
Samen acties inplannen
Tot slot: nog tips voor andere gemeenten? Saris: “Door maandelijks een paar uur samen te plannen en met een actielijst te werken, blijf je ermee bezig. Bekijk ook de huidige situatie en formuleer ontwikkelkansen waar je een jaar aan gaat werken. Haak daarbij aan op dingen die al lopen. Ook daarom is samenkomen vanuit verschillende achtergronden waardevol.” Van den Boomen merkt dat het hielp om met een afgebakend traject door te pakken. “Maar je hoeft niet meteen een gigantisch doel te kiezen. Je kunt alvast je website of regelingen opnieuw bekijken.”
Meer lezen
- Deel 1 van de serie rond de aanvoerdersgroep: Dordrecht
- Deel 3 van de serie rond de aanvoerdersgroep: Twenterand
- Deel 4 van de serie rond de aanvoerdersgroep: Meerssen
- Deel 5 van der serie rond de aanvoerdersgroep: Breda
- Tipkaarten Jeugd – Armoede – Sport – Bewegen
- Checklist Jeugd – Armoede – Sport – Bewegen
- Onderzoek ‘Kan ik meedoen? Sport en bewegen voor iedere jongere’