Alles over sport logo

Bewegen bij werkenden in een lage SEP: speel in op motivaties en belemmeringen

Nederland heeft grote verschillen in beweeggedrag tussen mensen in een lage en hoge sociaaleconomische positie (SEP). Om het beweegaanbod goed aan te passen naar de behoeften van inwoners, deed het Onderzoekshuis in opdracht van Sportbedrijf Rotterdam onder andere onderzoek naar werkenden met een lage SEP in Rotterdam. Sportbedrijf Rotterdam vertaalt deze informatie naar de praktijk voor lokale sportaanbieders. In dit artikel lees je de uitkomsten van dit onderzoek.

De onderzoekers zagen binnen de geïnterviewde groep werkenden in Rotterdam grote verschillen. Bijvoorbeeld tussen zelfstandigen en werkenden in loondienst, tussen werkenden met fysieke banen en ‘zitberoepen’, tussen levensfasen en tussen culturen. De groep werkenden in lage SEP is divers met verschillende behoeften en barrières. Daarom is het zaak om per groep te kijken wat de beste benaderingswijze is.

Lage sociaaleconomische positie

Tot de lage SEP-groep worden over het algemeen gerekend: mensen met een praktisch opleidingsniveau (basisonderwijs, vmbo, mbo-1) en een laag huishoudensinkomen (laagste 20% van Nederland).

Wat vinden werkenden in lage SEP belangrijk bij sport en bewegen?

Niet alle werkenden met een lage SEP staan positief tegenover sport en bewegen. Dit komt onder andere door het ontbreken van regelmaat in het leven. Als iemand bijvoorbeeld onregelmatig werkt, waardoor het ritme per dag of per week kan verschillen, heeft sport en bewegen niet altijd prioriteit. Vaak is het moment waarop iemand onregelmatig gaat werken een breekpunt, waarna sport en bewegen niet opnieuw in het nieuwe dag- of weekritme is gekomen. 

De groep werkenden met een lage SEP die positief tegenover sport en bewegen staan, geven aan dat het belangrijk is voor het uiterlijk, om plezier te hebben met anderen, preventief voor hun gezondheid of als uitlaatklep. Fitness, voetbal en zelfverdedigingssporten zijn activiteiten waar zij aan deelnemen. Ook het ervaren van succes of beloning kan een motivator zijn, bijvoorbeeld bij balsporten.

Herken de barrières

De meest voorkomende belemmeringen, die werkenden met een lage SEP ervaren om te gaan sporten en bewegen:

  • Multiproblematiek: multiproblematiek komt vaker voor onder inwoners met een lage SEP. Dit legt veel druk op ze, waardoor ze prioriteit geven aan bijvoorbeeld schulden.
  • Werkomstandigheden: onregelmatige werktijden zorgen ervoor dat er geen vast ritme is, waardoor het lastig is om sport en bewegen een plek te geven. Daarbij heerst bij werkenden, die het werk lichamelijk inspannend vinden, het beeld dat tijdens de werkdag al genoeg bewogen is.
  • Fysieke gesteldheid: het ervaren van pijn tijdens het bewegen vormt een belemmering voor werkenden met een fysiek zwaar beroep. Zij zien de fysiotherapeut of dokter als oplossing voor het probleem, sport niet direct.
  • Leeftijd en leefstijl: vanaf het 35e levensjaar zakt de motivatie om te gaan (beginnen met) sporten. Het kost veel tijd en moeite om het lichaam weer ‘fit’ te krijgen. Mensen die vroeger wel gesport hebben, geven aan geen interesse meer te hebben om te sporten door klachten of het hebben van overgewicht.
  • Het gezin: het moment waarop men kinderen krijgt is een breekpunt voor sport en bewegen. Vaak stoppen mensen dan, of gaan ze veel minder sporten en bewegen. Daarnaast vinden werkenden het belangrijker om hun vrije tijd te spenderen met het gezin.
  • Ontbreken van kennis over sport en bewegen: mensen weten onvoldoende op welke verschillende vlakken sport en bewegen een positief effect heeft. Sport en bewegen kan door hen gezien worden als vermoeiend en de veroorzaker van pijn.      

Sluit aan bij de behoeften

Naast de belemmeringen zijn er meerdere aspecten die werkenden met een lage SEP motiveren als het gaat om sport en bewegen. Wil je ze in beweging brengen, dan kun je op de volgende aspecten inspelen:

  • Uitlaatklep: werkenden met een lage SEP die in hun werk veel klantcontact hebben zien sport en bewegen als middel om het hoofd leeg te maken, terwijl de werkenden met weinig klantcontact het prettig vinden om bij een sportactiviteit bij te kletsen. 
  • Zelfvertrouwen: sport en bewegen wordt als een middel beschouwd om meer zelfvertrouwen te ontwikkelen en een betere fysieke en mentale veiligheid te creëren. Hierbij komen met name vechtsporten naar voren.
  • Gezondheid van het lichaam: ze sporten om lichamelijke achteruitgang te voorkomen en starten vaak met sport en bewegen als reactie op klachten of ziekte. Veelal niet vanuit preventief oogpunt. Daarnaast is er een groep die veel waarde hecht aan het uiterlijk en om die reden sport. 
  • Hygiëne: sportlocaties moeten schoon zijn.

Soort sport- en beweegaanbod

Werkenden met een lage SEP geven aan dat hun voorkeur voor sport- en beweegaanbod voornamelijk ligt bij fitness en boksen. Daarnaast benoemen mannen specifiek nog voetbal en vrouwen zumba en zwemmen. Hierbij is belangrijk om in het aanbod snelle en duidelijke beloning toe te voegen. Mensen kijken meer naar successen op de korte termijn en minder op de lange termijn.

Sportscholen zijn voor een groot gedeelte van de doelgroep belangrijke locaties om te sporten. Het is van belang dat de sportschool vlakbij huis is, betaalbaar is, ruim opgezet is, schoon oogt en dat er een breed aanbod van verschillende soorten groepslessen wordt aangeboden. Voelen ze zich welkom door het personeel, dan stimuleert dit om vaker te komen. Voor veel vrouwen is het belangrijk dat er ‘Female only’-sportscholen zijn. 

Vechtsporten worden daarnaast regelmatig benoemd door zowel mannen als vrouwen. Het is binnen de trainingen belangrijk dat de trainer hun technieken aanleert en dat er een veilige sfeer heerst. Ze vinden het niet prettig om andermans bokshandschoenen te gebruiken. Sportaanbieders doen er goed aan om de handschoenen regelmatig te reinigen. Of om een korting te geven, zodat mensen eigen materieel kunnen aanschaffen.

Aanknopingspunten: speel in op motivaties en barrières

  • Communiceer zoveel mogelijk via interne netwerken door gebruik te maken van ambassadeurs. Zij kunnen gevonden worden in de sportschool, op het werk of onder de doelgroep zelf. Door´bring a friend´ acties kan dit gestimuleerd worden. Communiceer hierbij vooral de emoties en wat sport kan brengen. Rationele argumenten – zoals dat sporten goed voor je is – slaan minder aan. Benadruk dus vooral: ‘Maak je hoofd leeg’, ‘speel mee met je kleinkind’ of ‘blijf fit voor jouw kind’.
  • Bied beweegactiviteiten voor ouder en (jongste) kind aan. Dit kan het beweeggedrag van werkenden met een lage SEP verhogen. Zij geven namelijk aan dat zij het belangrijker vinden om tijd te spenderen met het gezin en activiteiten te ondernemen, dan hun eigen gezondheid. 
  • Bied vrijblijvend aanbod aan. Wanneer iets verplicht wordt, werkt dit averechts en komen mensen in opstand. Daarnaast werkt een grote groep onregelmatig en kan daardoor niet wekelijks deelnemen. Het moet vooral leuk en uitnodigend zijn om te gaan sporten en bewegen.
  • Benoem barrières of weerstanden en wuif deze niet weg. Sommige inwoners kunnen een slechte ervaring hebben met sport, sport duur vinden, geen tijd ervaren of het gevoel hebben niet meer te kunnen sporten zoals vroeger (in verband met hun gezondheid). Benoem deze weerstanden en beschrijf hoe je hiermee om kan gaan. 
  • Gebruik afbeeldingen, filmpjes en voorbeelden om je aanbod herkenbaar te maken en een sfeerimpressie te geven. Verspreid dit via verschillende kanalen, waaronder social media. 
  • Maak gebruik van persoonlijke communicatie. Werkenden met een lage SEP moeten de informatie horen en uitgelegd krijgen alvorens zij er iets mee gaan doen. Daarin spelen vrienden en familie een belangrijke rol. 

Meer lezen?


Artikelen uitgelicht


Meedoen door sport en bewegen
In de wijk
Jongeren, Kinderen, Volwassenen
Dansen, Fitness, Kickboksen, Zwemsport
public, professional
feiten en cijfers
in beweging brengen, kwetsbaarheid, lage inkomens