“Gewoon wat gewoon kan, speciaal wat speciaal moet”
Sporten geeft kracht. Sporten betekent grenzen verleggen, plezier hebben en andere mensen ontmoeten. En het is nog gezond ook. Daarom is het belangrijk dat iedereen kan sporten en bewegen, ook kinderen en volwassenen met een beperking. Het begeleiden van mensen met een beperking vergt extra inzet, flexibiliteit en creativiteit van de trainers. Maar het levert ook veel op: de sportvereniging onderscheidt zich op een positieve manier, de begeleider vergroot zijn professionaliteit en vaak ook zijn werkplezier. Bovendien krijgen meer mensen de kans om dicht bij huis een sport te doen die ze leuk vinden.
De belangrijkste tip bij het begeleiden van mensen met een handicap is ‘gewoon sporten waar het gewoon kan, en aangepast waar het nodig is’.
Verschillende tips voor het begeleiden van mensen met een lichamelijke handicap staan verspreid in diverse documenten. Het Nivel heeft deze verzameld in een document Praktische tips en aanbevelingen voor sportaanbieders en trainers voor het sporten met mensen met een lichamelijke handicap.
Het document besteedt aandacht aan de volgende aandoeningen:
- Cerebrale parese
- Dwarsleasie
- Kleine mensen
- Amputati
- Zintuiglijke handicap (visueel en auditief)
Begeleiden van sporters met een beperking
Net als bij mensen zonder beperking is sporten voor veel mensen met een beperking een belangrijk onderdeel van hun leven. Dichtbij huis een sport kunnen doen die je leuk vindt, is echter voor mensen met een beperking een stuk minder vanzelfsprekend. Een goede begeleiding is voor deze groep sporters een belangrijke voorwaarde. Extra inzet en betrokkenheid van de sportbegeleider is daarbij onmisbaar.
De groep sporters met een beperking is groot en divers. Wat voor de ene sporter werkt, werkt voor een ander misschien juist averechts. Om te kunnen sporten, komen sporters met een beperking meer belemmeringen tegen en moeten ze meer obstakels overwinnen dan mensen zonder beperking. De sportbegeleider kan hen hierbij helpen door te zorgen voor veilige omstandigheden, waarbinnen zij kunnen sporten en grenzen kunnen verleggen. Zorg daarbij voor zowel de emotionele als de fysieke veiligheid.
Emotionele veiligheid
Om de sporter met een beperking goed te kunnen begeleiden, is wederzijds vertrouwen een belangrijke voorwaarde. Het is dan ook extra belangrijk dat de sporter zich welkom voelt en zich gezien weet. Contact maken is essentieel. Begeleider en sporter zullen van elkaar moeten leren om te ontdekken wat de beste manier van begeleiden is. De eerste stap is het gesprek aangaan met de sporter en/of zijn ouders of verzorgers. Zo ontstaat een goed beeld waar de belemmeringen zitten voor de sporter, maar ook waar hij plezier en energie van krijgt. Als je een goed beeld hebt van wat de sporter nodig heeft, kun je je manier van instructie geven daarop aanpassen.
Houd er rekening mee dat mensen met een beperking meer obstakels en belemmeringen tegenkomen dan mensen zonder beperking. Dat leidt soms tot onzekerheid. Bovendien duurt het daardoor vaak langer om iets nieuws onder de knie te krijgen. Gun de sporter de tijd om een onbekende activiteit te verkennen en bied daar ondersteuning bij.
Naast onzekerheid kan een beperking ook leiden tot overcompensatie. Om te bewijzen ‘gewoon’ mee te kunnen doen, kan iemand over zijn eigen grenzen gaan. Probeer daar alert op te zijn.
Betrek ook de andere sporters en vrijwilligers. Bespreek met de sporter met een beperking (of met zijn ouders of verzorgers) wat hij nodig heeft (en wat juist niet) aan hulp van andere sporters of vrijwilligers om met plezier te kunnen sporten.
Fysieke veiligheid
Om ook fysieke veiligheid te kunnen bieden, is het belangrijk je goed op de hoogte te stellen van eventuele gezondheidsproblemen van de sporter. Je kunt dan extra alert zijn op het voorkómen van overbelasting en ervoor zorgen dat er hulp geregeld wordt in geval van calamiteiten.
Omdat sommige sporters met een beperking dingen niet zien of meer ruimte nodig hebben door gebruik van bijvoorbeeld een rolstoel, is ook de veiligheid in de accommodatie extra belangrijk. Denk aan de opstelling van toestellen, uitstekende voorwerpen, drempels, gladheid van vloeren, ruwheid van muren, slijtage van zwaai installaties, zoals touwen of ringen. Let ook bij het gebruik van materialen extra op slijtage, scherpe randen en rondslingerend materiaal, zoals ballen en shuttles en gevaarlijke opstelling van materialen.
Succesvoller trainen en coachen
Het mooie is dat begeleiders vaak aangeven dat het succesvol begeleiden van sporters met een beperking hun werkplezier verhoogt. Het leidt ertoe dat zij een betere trainer of coach worden. Ze krijgen meer oog voor de individuele behoeften van sporters en worden creatiever in hun manier van coachen en instructie geven.
Begeleiden van verschillende doelgroepen
Hoe je een sporter met een beperking het beste kunt begeleiden, hangt onder andere af van de soort beperking die de sporter heeft. Hieronder volgt een aantal tips voor het omgaan met sporters met verschillende beperkingen.
Verschillende soorten beperkingen
Motorische beperking: bij een motorische handicap hebben we het zowel over rolstoelgebruikers (elektrisch en handbewogen) als ‘lopers’ die al dan niet gebruik maken van hulpmiddelen, zoals een rollator, looprek, prothese en/of krukken. Er kan onder andere sprake zijn van een afgenomen spierkracht of gevoel in één of meerd ledematen, spasticiteit of beperkte bewegingsvrijheid.
Visuele beperking: blindheid of slechtziendheid wat zich kan uiten in problemen met de gezichtsscherpte, de contrastgevoeligheid, het gezichtsveld en de lichtgevoeligheid.
Auditieve beperking: hier gaat het om zowel slechthorenden als mensen die niets horen.
Gedragsproblematiek: problemen met het geestelijk vermogen en/of de sociale vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen omgaan met mensen en verschillende omstandigheden in het leven. Bijvoorbeeld mensen met autisme of adhd.
Verstandelijke beperking: iemand met een verstandelijke beperking heeft een IQ van 70/75 of lager. Dit gaat gepaard met beperkingen in de sociale (zelf)redzaamheid. De beperkingen treden op vóór het 18e levensjaar.
Tips bij het begeleiden van mensen met een motorische beperking
- Verdiep je in de kenmerken van de beperking van de sporter door erover te lezen en er met de sporter en/of de ouders of verzorgers over te praten. Zorg dat je een beeld hebt welke kenmerken voor jou relevant zijn, welke vaardigheden wel en welke niet of minder goed uit te voeren zijn en wat de gevolgen zijn in de sociale omgang met anderen. Bij bepaalde spierziekten is er snel last van overbelasting. Informeer goed bij begeleiders of een betrokken (para) medicus wat kan en wat niet kan.
- Vraag de sporter waarmee en op welke manier hij het liefst geholpen wil worden. Zelfstandigheid is voor iedere sporter belangrijk. Laat dat wat de sporter zelf kan hem ook zelf doen.
- Hanteer consequent als leidraad voor je handelen: normaal wat normaal kan, speciaal wat speciaal moet.
- Houd rekening met de fasen van het verliesverwerkingsproces bij de sporter en/of bij de ouders. Dit kan zowel leiden tot overschatting als tot onderschatting van de mogelijkheden van de sporter.
- Ga waar mogelijk mee in de wensen van de sporter en/of de ouders als het gaat om kleding, douchen etc. Schaamte voor de beperking kan een reden zijn om andere kleding te willen dragen of niet te willen douchen. Door dit te accepteren kan het de drempel voor de sporter verlagen.
Tips bij het begeleiden van mensen met een auditieve beperking
- Spreek een zichtbaar signaal af om elkaars aandacht te trekken.
- Spreek duidelijk, kijk de sporter aan tijdens het spreken als hij kan liplezen en ondersteun je uitleg met gebaren en beelden. Check of de instructie is begrepen.
- Demonstreer wat de bedoeling is, doe het voor of laat een andere sporter het voor doen. Geef de sporter de mogelijkheid om een trainingsoefening eerst af te kijken bij een andere sporter.
- Gebruik beeldmateriaal, werk bijvoorbeeld met een Ipad.
- Vraag de andere sporters de sporter met een auditieve beperking te attenderen op geluidssignalen, bijvoorbeeld door gebaren af te spreken. Zet eventueel een trainingsmaatje als buddy in.
Tips bij het begeleiden van mensen met een visuele beperking
- Spreek een hoorbaar signaal af om elkaars aandacht te trekken.
- Spreek duidelijk en beeldend. Leg in woorden uit wat je demonstreert. Gebruik analogieën, door bijvoorbeeld de gewenste beweging te vergelijken met een voor de sporter bekende beweging.
- Laat de sporter de oefening voelen. De sporter kan zich een voorstelling maken van de oefening door te voelen, te vragen en te herhalen. Raak de sporter niet onverwacht aan, zeg wat je gaat doen en vraag toestemming.
- Houd er rekening mee dat de sporter niet aan je gezichtsuitdrukking of gebaren kan zien hoe je iets bedoelt. Laat dat in je stem doorklinken of benoem het duidelijk.
- Zet zo mogelijk een buddy in, bijvoorbeeld een trainingsmaatje.
- Loop eens met de sporter door de sportaccommodatie en bekijk of met kleine aanpassingen de sporter zich zelfstandiger rond en in de sportaccommodatie kan bewegen.
- Als de sporter nog een beetje kan zien, creëer dan zoveel mogelijk kleur- en licht/donker contrasten in de sportzaal en gebruik materialen met felle kleuren. Houd rekening met de lichtinval, speel tegen de lichtrichting in.
Tips bij het begeleiden van kinderen met gedragsproblematiek
- Zorg voor overzicht, houd de groepen klein en zorg voor een rustige omgeving met zo min mogelijk afleiding en geluidsprikkels.
- Zorg voor een duidelijke en vaste structuur: steeds dezelfde tijd, dezelfde plaats en een vaste opbouw van de activiteiten en hanteer de regels strikt en consequent. Kondig het vooraf aan als zaken gaan veranderen.
- Geef heldere en duidelijke instructies en herhaal dit steeds weer. Vermijd beeldspraak.
- Stel realistische doelen. Wees duidelijk in wat je van de sporters verwacht.
- Benadruk positief gedrag door veel complimenten te geven. Geef vooral complimenten op de inzet en leg minder nadruk op het resultaat. Zorg voor succesbeleving.
- Negeer zoveel mogelijk negatief gedrag. Als het te storend wordt, geef dan precies aan wat je ziet, waarom je dat niet goed vindt en geef een alternatief voor de volgende keer.
- Zorg voor activiteiten met een hoge intensiteit en vermijd wachtrijen.
Tips bij het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking
- Sluit zoveel mogelijk aan bij de leefwereld van de sporter. Maak persoonlijk contact. Creëer een sfeer van veiligheid en vertrouwen.
- Geef het goede voorbeeld in gedrag. Mensen met een verstandelijke beperking leren vaak veel door imiteren.
- Geef korte en duidelijke aanwijzingen. Gebruik begrijpelijke taal en gebruik steeds dezelfde begrippen. Herhaal veel en gebruik symbolen en plaatjes en geef voorbeelden. Geef in de regel één aanwijzing per keer. Mensen met een verstandelijke beperking leren minder snel en vergeten ook sneller.
- Geef sporters de tijd te wennen aan nieuwe mensen, bewegingsvormen, situaties en materialen. Bied veel hulp en begeleiding en introduceer nieuwe dingen lang van te voren en neem er de tijd voor. Onzekerheid, mede door beperkte vaardigheden, speelt vaak een grote rol.
- Geef veel complimenten, zorg voor succesbeleving.
- Let goed op de fysieke grenzen van de sporters. Zelf zijn ze vaak niet goed in staat om hun energie evenwichtig te verdelen of tijdig grenzen aan te geven.
- Heb extra oog voor seksuele intimidatie bij sporters met een verstandelijke beperking.
Bijscholing
Bijscholingsaanbod Academie voor Sportkader:
- Sporters met een verstandelijke handicap
- Sporters met gedragsproblemen
- Sporters met een visuele beperking
- Sporters met een auditieve/communicatieve beperking.
Dit bijscholingsaanbod kan via de Academie voor Sportkader dan wel via Special Heroes georganiseerd worden. Meer informatie: www.academievoorsportkader.nl
Lees meer in de volgende publicaties:
Bewegen en bewogen worden, leerboek
Cor Niks, Tina Bellemans, Stichting Onbeperkt Sportief 2013. ISBN 9789462282025
Voor iedereen die werkt met mensen met een Ernstig Meervoudige Beperking. Dit boek biedt vakdocenten bewegingsonderwijs, trainer van verenigingen, combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches, bewegingsagogen van zorginstellingen voor mensen met een verstandelijke handicap, praktische handvatten om juist ook mensen met een ernstige meervoudige beperking structureel in beweging te brengen en te houden.
Handreiking voor moeilijk verstaanbaar gedrag binnen beweegsituaties, leerboek
Cor Niks, Peter van den Dool, Stichting Onbeperkt Sportief 2014. ISBN 9789071902123
In deze handreiking vind je informatie, achtergronden en voorbeelden over het omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag binnen beweegsituaties. Er is aandacht voor wat je als begeleider van beweegactiviteiten kunt doen om een activiteit beter te laten verlopen; de zogenaamde didactiek en organisatie van je activiteiten. In begrijpelijke taal wordt beschreven wat specifieke kenmerken en gedragingen zijn van deelnemers met moeilijk verstaanbaar gedrag. Er wordt ingegaan op introvert gedrag, faalangst, ADHD, Syndroom van Down, autisme en epilepsie. Meer informatie over deze handreiking.
Sporthelden. Geef jij ze een kans? Brochure
Interviews en teksten Donders communicatie, coördinatie Annemiek Haak, Special Heroes 2014.
Brochure voor sportverenigingen over het trainen van sporters met een beperking. Met interviews met sporters en trainers en praktische tips. Download de brochure.