
Tips en whitepaper
De belangrijkste tip bij het begeleiden van mensen met een handicap is ‘gewoon sporten waar het gewoon kan, en aangepast waar het nodig is’. Het Nivel heeft eveneens tips verzameld in een document Praktische tips en aanbevelingen voor sportaanbieders en trainers voor het sporten met mensen met een lichamelijke handicap. Ben je benieuwd naar hoe je sportdeelname kunt stimuleren? Bekijk dan de Whitepaper Sport en bewegen door mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
Veilige sportomgeving
Voor het goed kunnen begeleiden van een sporter met een beperking is een veilige sportomgeving belangrijk. Dit geldt zowel voor de fysieke omgeving als de sociale omgeving[4,5].
Fysieke omgeving
Als begeleider is het belangrijk om te weten over eventuele gezondheidsproblemen, om grenzen in de gaten te houden en overbelasting te voorkomen. Let ook op de veiligheid van de ruimte: voorkom obstakels, gladde vloeren en versleten materialen. Controleer regelmatig toestellen, scherpe randen en rondslingerend materiaal zoals ballen en shuttles.
Sociale omgeving
Wederzijds vertrouwen begint met goed contact. Ga in gesprek met de sporter en zijn ouders om samen te ontdekken wat hij nodig heeft – en wat niet. Zo krijg je inzicht in zijn behoeften, uitdagingen en energiebronnen en kun je je begeleiding hierop afstemmen. Mensen met een beperking ervaren vaak extra obstakels, wat kan leiden tot onzekerheid of overcompensatie. Geef hen de tijd om te leren, wees alert op grenzen en betrek andere sporters en vrijwilligers, zodat iedereen zich welkom voelt.
Tips voor het begeleiden van verschillende doelgroepen
Hoe je een sporter met een beperking het beste kunt begeleiden, hangt onder andere af van de soort beperking die de sporter heeft. In het algemeen geldt:
- Verdiep je in de beperking van de sporter door te lezen en te praten met de sporter en/of ouders. Weet welke kenmerken relevant zijn, welke vaardigheden wel of minder goed uitgevoerd kunnen worden, en wat de sociale gevolgen zijn.
- Vraag de sporter hoe hij het liefst geholpen wil worden.
- Creëer een sfeer van veiligheid en vertrouwen.
- Hanteer als leidraad: normaal wat normaal kan, speciaal wat speciaal moet.
Hieronder volgt een aantal tips voor het omgaan met sporters met verschillende beperkingen.
Verschillende soorten beperkingen
- Motorische beperking: dit omvat rolstoelgebruikers (elektrisch of handbewogen) en ‘lopers’ met hulpmiddelen zoals een rollator, looprek, prothese of krukken. Ook spierkrachtverlies, gevoelloosheid, spasticiteit of beperkte bewegingsvrijheid kunnen voorkomen.
- Visuele beperking: dit omvat blindheid of slechtziendheid, wat zich uit in problemen met scherpte, contrastgevoeligheid, gezichtsveld of lichtgevoeligheid.
- Auditieve beperking: dit omvat zowel slechthorenden als mensen die volledig doof zijn.
- Gedragsproblematiek: problemen met geestelijke vaardigheden of sociale omgang, bijvoorbeeld bij autisme of ADHD.
- Verstandelijke beperking: iemand met een IQ van 70-75 of lager, met beperkingen in (zelf)redzaamheid, die optreden voor het 18de levensjaar.
Motorische beperking
- Bij spierziekten kan overbelasting snel optreden. Informeer bij begeleiders of een (para) medicus over de mogelijkheden.
- Zelfstandigheid is belangrijk. Laat de sporter zelf doen wat hij kan.
- Houd rekening met de fasen van verliesverwerking bij de sporter en/of ouders, wat kan leiden tot overschatting of onderschatting van mogelijkheden.
- Let op de wensen van de sporter en/of ouders, bijvoorbeeld over kleding en douchen. Schaamte kan een rol spelen, dus door hierin mee te gaan, verlaag je de drempel voor deelname.
Auditieve beperking
- Spreek een zichtbaar signaal af om elkaars aandacht te trekken.
- Spreek duidelijk, kijk de sporter aan tijdens het spreken als hij kan liplezen en ondersteun je uitleg met gebaren en beelden. Check of de instructie is begrepen.
- Demonstreer wat de bedoeling is, doe het voor of laat een andere sporter het voor doen. Geef de sporter de mogelijkheid om een trainingsoefening eerst af te kijken bij een andere sporter.
- Gebruik beeldmateriaal, werk bijvoorbeeld met een Ipad.
- Vraag andere sporters om de sporter met een auditieve beperking te attenderen op geluidssignalen, bijvoorbeeld met afgesproken gebaren. Een buddy kan hierbij helpen
Visuele beperking
- Spreek een hoorbaar signaal af om elkaars aandacht te trekken.
- Spreek duidelijk en beeldend. Leg in woorden uit wat je demonstreert. Gebruik analogieën, door bijvoorbeeld de gewenste beweging te vergelijken met een voor de sporter bekende beweging.
- Laat de sporter de oefening voelen. De sporter kan zich een voorstelling maken van de oefening door te voelen, te vragen en te herhalen. Raak de sporter niet onverwacht aan, zeg wat je gaat doen en vraag toestemming.
- Houd er rekening mee dat de sporter niet aan je gezichtsuitdrukking of gebaren kan zien hoe je iets bedoelt. Laat dat in je stem doorklinken of benoem het duidelijk.
- Zet zo mogelijk een buddy in, bijvoorbeeld een trainingsmaatje.
- Loop eens met de sporter door de sportaccommodatie en bekijk samen of met kleine aanpassingen de sporter zelfstandiger kan bewegen rondom het sporten.
- Als de sporter nog een beetje kan zien, creëer dan zoveel mogelijk kleur- en licht/donker contrasten in de sportzaal en gebruik materialen met felle kleuren.
- Houd rekening met de lichtinval, speel tegen de lichtrichting in.
Gedragsproblematiek
- Zorg voor overzicht, houd de groepen klein en zorg voor een rustige omgeving met zo min mogelijk afleiding en geluidsprikkels.
- Zorg voor een duidelijke structuur: vaste tijd, plaats en opbouw van activiteiten. Wees strikt en consequent in het hanteren van regels en kondig veranderingen vooraf aan.
- Geef heldere en duidelijke instructies en herhaal dit steeds weer. Vermijd beeldspraak.
- Stel realistische doelen. Wees duidelijk in wat je van de sporters verwacht.
- Beloon positief gedrag met veel complimenten, benadruk de inzet in plaats van resultaat. Zorg voor een gevoel van succes.
- Negeer negatief gedrag zoveel mogelijk. Wordt het te storend, geef dan aan wat je ziet, leg uit waarom het niet goed is en bied een alternatief voor de volgende keer.
- Vermijd wachtrijen.
Verstandelijke beperking
- Sluit zoveel mogelijk aan bij de leefwereld van de sporter. Maak persoonlijk contact.
- Geef het goede voorbeeld. Mensen met een verstandelijke beperking leren vaak veel door imiteren.
- Geef korte en duidelijke aanwijzingen. Gebruik begrijpelijke taal en steeds dezelfde begrippen. Herhaal veel, gebruik plaatjes en geef voorbeelden.
- Geef in de regel één aanwijzing per keer. Mensen met een verstandelijke beperking leren minder snel en vergeten ook sneller.
- Geef sporters de tijd om te wennen aan nieuwe mensen, bewegingen, situaties en materialen. Bied veel hulp en begeleiding en introduceer nieuwe dingen lang van tevoren. Onzekerheid, mede door beperkte vaardigheden, speelt vaak een grote rol.
- Let goed op de fysieke grenzen van de sporters. Zelf zijn ze vaak niet goed in staat om hun energie evenwichtig te verdelen of tijdig grenzen aan te geven.
- Heb extra oog voor seksuele intimidatie bij sporters met een verstandelijke beperking.
Er zijn verschillende typen verstandelijke beperking. Voor mensen met een licht verstandelijke beperking is een specifieke tipkaart ontwikkeld. Zie hiervoor de toolkit Licht verstandelijke beperking in de sport.
Bijscholing
Wil je leren om te gaan met verschillende beperkingen? Kijk dan eens bij het bijscholingsaanbod van Academie voor Sportkader.
Bronnen
- Voskamp D, Koning R. Waarde van sport en bewegen voor mensen met een verstandelijke beperking: een onderzoek in opdracht van Kenniscentrum Sport & Bewegen [Internet]. Rotterdam; 2022 [geciteerd 11 februari 2025]. Beschikbaar op: https://www.kenniscentrumsportenbewegen.nl/wp-content/uploads/2023/12/20220825_KCSB_Infographic_verstandelijke-beperking_DEF-1.pdf
- Waarde van sport en bewegen voor mensen met een fysieke beperking: onderzoek naar de sociaaleconomische waarde van sporten en bewegen door mensen met een fysieke beperking en inzicht in de meerwaarde van investeringen in sporthulpmiddelen [Internet]. Ede: Kenniscentrum Sport & Bewegen; 2020 [geciteerd 11 februari 2025]. Beschikbaar op: https://www.kenniscentrumsportenbewegen.nl/kennisbank/publicaties/
- WHO Guidelines on Physical Activity and Sedentary Behaviour. 1st ed. Geneva: World Health Organization; 2020.
- Leemrijse C, Schoenmakers T. Praktische tips en aanbevelingen voor sportaanbieders en trainers voor het sporten met mensen met een lichamelijke handicap. NIVEL; 2016.
- Dekkers V, Saari A, Szergejev N. Inclusion Handbook for Sport Clubs [Internet]. InHolland; 2022 [geciteerd 11 februari 2025]. (SEDY2 project). Beschikbaar op: https://www.inholland.nl/onderzoek/publicaties/inclusion-handbook-for-sport-clubs/