“De mentale gezondheid van jongeren staat onder druk”, vertelt Marloes Kleinjan, programmahoofd Jeugd bij het Trimbos-instituut en hoogleraar Youth Mental Health Promotion aan de Universiteit Utrecht. “Minstens 50% van de jongeren heeft last van psychische klachten. Rond 2018 verschenen de eerste rapporten over mentale druk, schooldruk en een stijging in suïcidecijfers. Tijdens corona stegen bovendien de depressieve en angstklachten.” Kleinjan deed onderzoek naar de toenemende psychische problematiek onder jongeren. Daaruit bleek:
- Jongeren worstelen met het gevoel succesvol te moeten zijn in een maatschappij vol hoge verwachtingen. Denk aan school- of academische druk en prestatiedruk, maar ook daarbuiten moeten ze voldoen aan het ‘perfecte’ plaatje.
- Jongeren voelen zich onvoldoende toegerust om om te gaan met zaken als emoties en stress, problemen met leeftijdsgenoten en ouders, keuzes, digitale overprikkeling en zorgen om problemen in de wereld.
Definitie van mentale gezondheid
Wat verstaan we onder mentale gezondheid? Dat onderzocht het Trimbos-instituut, om tot vier componenten te komen:
- Persoonlijke component: hoe jij je tot jezelf verhoudt. Denk aan een positief zelfbeeld, mentale vaardigheden en in balans zijn.
- Sociale component: hoe je je tot anderen verhoudt. Dit gaat om gevoelens van empathie, sociaal functioneren en erbij horen en meedoen.
- Functionele component: hoe je je gedraagt in het dagelijks leven. Denk aan een actieve houding (waaronder sporten en bewegen) en grenzen stellen.
- Perceptieve component: hoe we zelf en collectief kijken naar mentale gezondheid. Is het bijvoorbeeld vaststaand of variabel?
Lees meer over deze definitie van mentale gezondheid.
Grootste zorgkosten-post
De psychische problemen van jongeren hebben schadelijke langetermijneffecten, legt Kleinjan uit. “Psychische klachten in de jeugd gaan gepaard met een grotere kans op psychische stoornissen als volwassene. Ook hangt het samen met verminderd academisch functioneren en kan het tot suïcide leiden.”
Bovendien: psychische stoornissen zijn de grootste zorgkosten-post in Nederland. “Daar valt echt winst te behalen. Uit een recente studie blijkt: investeren in preventie draagt bij aan een betere mentale gezondheid, wat leidt tot een daling in zorgkosten. Concreet: als we de mentale gezondheid met 5% verbeteren, scheelt dat jaarlijks 144 miljoen euro. Belangrijk hierbij is dat we er vroeg bij moeten zijn: 75% van de psychische klachten ontstaat voor het 25e leeftijdsjaar en 50% voor het 14e leeftijdsjaar.”
De hele omgeving betrekken
Hoe kunnen we goed investeren in de mentale gezondheid van jongeren? Kleinjan: “Effectieve preventie draait om het versterken van beschermende factoren en het beperken van risicofactoren. Die factoren liggen binnen een persoon, zoals biologische, psychologische en gedragsfactoren, maar ook daarbuiten. Denk aan vrienden, familie, buurt, school, economie en ideologie. Daarom moet je investeren in het individu én de leefomgevingen, met name het gezin, de peergroup, school en vrijetijdssector. Goede voorbeelden van een integrale aanpak zijn bijvoorbeeld Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) en Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO).”
Daarbij moet je volgens haar ook goed afstemmen op de ontwikkelingsfasen. Juist voor jeugd veranderen beschermende- en risicofactoren (en hun invloed) namelijk per fase. Verder moedigt ze ‘mental health in all policies’ aan. “Vraag je bij ieder beleid dat je maakt af: welke impact heeft mijn beleid op de mentale gezondheid? Denk aan beleid rondom ouderschapsverlof, kinderopvang of welbevinden op school, maar ook sportactiviteiten, buitenrecreatie of groene ruimte.”
Bewegen tegen stress
Bewegen kan een rol spelen bij effectieve preventie. “Bewegen hangt samen met een kleiner risico op depressieve symptomen”, vertelt Kleinjan. “Bovendien stimuleert het de eigenwaarde en het zelfvertrouwen, wat weer de beweegmotivatie vergroot.” Volgens biopsycholoog Jay Borger (Neuro Habits) kan bewegen ook helpen stress te verminderen. “Ons lichaam is nog ingesteld op volop bewegen. Dat was vroeger nodig om te overleven. Bovendien hebben we een oeroud stresssysteem. Het brein scant continu de omgeving: is het veilig? Bij een trigger schiet je lichaam in de stand van vechten, vluchten of verstijven.”
Dat kan levensreddend zijn, maar je kunt die stressreactie ook krijgen van telefoonberichten of je verplichtingen vanuit school of studie. Hierdoor kunnen jongeren gedurende de dag talloze (micro)stressmomenten ervaren. “Bewegen kan helpen deze stressreacties te dempen. Daarnaast kan het positief bijdragen aan de aandacht, impulsiviteit en informatieverwerking. Dit weten we bijvoorbeeld uit studies naar beweegmomenten tussen lessen of colleges door.”
Lees meer over de effecten van sport en bewegen op de mentale gezondheid of bekijk de video hierover:
In gesprek over druk en het vinden van plezier
Bewegen kan jongeren dus helpen stress te verminderen en mentaal gezond te blijven. Wat kun je hierin betekenen als (onderwijs)professional? “Ik ga met kinderen en ouders in gesprek”, vertelt Hedda Smelik, zorgcoördinator bij Het Baarnsch Lyceum en LO-docent. “Als een kind bijvoorbeeld stopt met sporten, kijk ik met hen: waar ligt dat aan? Vaak is het omdat ze té veel moeten. Terwijl sporten zo belangrijk is, juist ook om te ontspannen en leeftijdsgenoten te ontmoeten.”
Ze ziet veel stressklachten bij leerlingen, die soms júíst door sport komen. “Bijvoorbeeld als ze het selectieteam willen halen of vaak moeten trainen. Of ze moeten ook nog training geven of bardiensten draaien. Dan help ik onderzoeken hoe sport toch in het leven kan passen, en ik benoem: mag het sporten ook gewoon lekker bewegen zijn, zonder te hoeven presteren?”
Leuk en laagdrempelig
Wat werkt in ieder geval níét om jongeren te laten sporten en bewegen? “Het verplichten”, stelt Smelik. “We moeten juist de overvraagdheid verminderen en die tendens doorbreken van altijd maximaal moeten presteren.” Ook Borger ziet het belang van vrijwillig bewegen terugkomen in onderzoek. “Door intrinsieke motivatie houd je het langer vol. Help jongeren daarom iets te vinden wat hen enthousiast maakt. Wellicht een teamsport vanwege het sociale aspect.” Het leuker maken kan ook door het competitie-element weg te nemen als je iets organiseert. Smelik: “Dat competitieve kan afschrikken en druk opleveren. Zeker voor kinderen die zich motorisch minder competent voelen.”
Ook helpt het om het bewegen laagdrempelig te maken, bijvoorbeeld door activiteiten op school te organiseren. Borger: “Of verweef bewegen in lessen of colleges. Niet de hand opsteken maar opstaan, bijvoorbeeld. Ook deze lichte beweegvormen helpen namelijk.” Tot slot: geef de jeugd een stem. “Als jongeren autonomie voelen over wat ze doen, vergroot dat de motivatie”, ziet Smelik. Kleinjan beaamt dat: “Jongeren zeggen steeds duidelijker: ‘Nothing about us without us.’ Bedenk het niet voor ons, maar mét ons.”