We spreken van overgewicht als volwassenen een BMI-waarde hebben tussen de 25 en 30. De BMI, wat staat voor Body Mass Index, geeft de verhouding weer tussen je lengte en je gewicht. Met de BMI-meter van het Voedingscentrum kun je je eigen BMI berekenen. Voor kinderen en jongeren (2 tot en met 18 jaar) is er de JGZ richtlijn overgewicht van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.
Uit recent onderzoek (2016) blijkt dat veel Nederlanders kampen met overgewicht:
- Van de kinderen van 4 tot en met 17 jaar oud heeft 13,6% overgewicht.
- Overgewicht komt bij meisjes van 4 tot en met 11 jaar vaker (13,2%) voor dan bij jongens (10,7%). Bij de groep 12 tot en met 17 jaar zijn er geen grote verschillen tussen jongens (15,7%) en meisjes (15,5%).
- Bijna de helft (49,2%) van de Nederlanders van 18 jaar en ouder heeft overgewicht.
- Overgewicht komt vaker voor bij mannen (51,9%) dan bij vrouwen (46,5%) van 18 jaar en ouder.
- Hoe ouder volwassenen worden, des te groter het percentage dat te zwaar is:
- Bij 18- tot 34-jarigen heeft 30% overgewicht
- Bij 35- tot 49-jarigen heeft 50,9% overgewicht
- Bij 50- tot 64-jarigen heeft 57,6% overgewicht
- Bij de doelgroep 65+ heeft 59,9% overgewicht
Obesitas
Als de oorzaken van overgewicht niet worden aangepakt kan overgewicht overgaan in obesitas. We spreken van obesitas als je BMI-waarde hoger is dan 30. Dan is sprake van een chronische ziekte en heeft er zich zodanig veel vet in het lichaam opgestapeld dat je gezondheid in gevaar is. We spreken van ernstige obesitas bij een BMI boven de 35 en van zeer ernstige obesitas bij een BMI boven de 40.
Uit onderzoek (2016) blijkt dat veel mensen obesitas hebben.
- Van de kinderen van 4 tot en met 17 jaar oud heeft 2,7% obesitas
- Meisjes van 4 tot en met 11 jaar hebben vaker (4,1%) obesitas dan jongens (1,1%). Bij de groep 12 tot en met 17 zijn er geen grote verschillen tussen jongens (3,3%) en meisjes (2,3%).
- In totaal heeft 14,2% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder obesitas.
- Meer vrouwen (16,4%) van 18 jaar en ouder hebben obesitas dan mannen (11,9%)
Tabel: Percentage volwassenen met overgewicht en obesitas, 2016
Overgewicht (%) |
Obesitas (%) |
|||
---|---|---|---|---|
18 jaar of ouder |
49,2 |
14,2 |
||
mannen |
51,9 |
11,9 |
||
vrouwen |
46,5 |
16,4 |
Bron: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS i.s.m. RIVM en Trimbos-instituut, 2016
Tabel: Percentage kinderen met overgewicht en obesitas, 2016
Overgewicht (%) | Obesitas (%) | |||
---|---|---|---|---|
4 t/m 17 jaar (totaal) | 13,6 | 2,7 | ||
4 t/m 11 jaar | 11,9 | 2,6 | ||
jongens | 10,7 | 1,1 | ||
meisjes | 13,2 | 4,1 | ||
12 t/m 17 jaar | 15,6 | 2,8 | ||
jongens | 15,7 | 3,3 | ||
meisjes | 15,5 | 2,3 | ||
Bron: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor, CBS i.s.m. RIVM, 2015
De BMI-grenswaarden van overgewicht en obesitas van kinderen en jongeren wijken af van die van volwassenen. Zie ook: Definities.
Opmerkelijk: In 1981 had één op de drie volwassen Nederlanders (33 procent) overgewicht en 5 procent obesitas. Nu is dat 50,3 procent en 13,7 procent.
Hoe krijg je overgewicht en obesitas, en wat zijn de gevolgen ervan?
De fundamentele oorzaak van overgewicht is een verstoorde energiebalans. Wanneer iemand meer energie binnenkrijgt dan hij verbruikt, wordt hij zwaarder. Je loopt dan meer kans op diabetes en andere chronische ziekten.
Andere manieren om overgewicht te meten
De BMI maakt geen onderscheid tussen spiermassa, skeletgewicht en vetpercentage en houdt geen rekening met de groei die kinderen doormaken. Daarom wordt ook wel alleen buikomvang gemeten; die kun je eenvoudig zelf meten.
Anderen gebruiken het vetpercentage om overgewicht te meten; dat kun je bepalen met een huidplooimeting of via elektrodiagnose. Daarmee meet men hoe snel een elektrisch stroompje door het lichaam gaat.
Laag opgeleiden zijn vaker te zwaar
Overgewicht komt het vaakst voor onder de laagst opgeleiden en het minst onder de hoogst opgeleiden. Het verschil tussen deze twee groepen is meer dan 20%.
Ook obesitas komt het meest voor onder de laagst opgeleiden. Het verschil met de hoogst opgeleiden is daar 15% (Bron: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS i.s.m. RIVM en Trimbos-instituut, 2016).
Gezinssituatie
Van kinderen van wie beide ouders of verzorgers overgewicht hebben, heeft 17 procent zelf ook overgewicht. Bij kinderen van wie beide ouders geen overgewicht hebben is dit slechts een kleine 6 procent. Hebben beide ouders overgewicht, en kampt tenminste een van de ouders met obesitas, dan hebben kinderen in bijna een kwart van de gevallen overgewicht.
Lees ook
- Overgewicht: oorzaak en gevolg
- JOGG Monitor: hoe dringen gemeenten overgewicht bij jongeren terug?
- Aanpakken van overgewicht: bij volwassenen en kinderen in Nederland
- Partners in de strijd tegen overgewicht
Foto: © World Obesity