Alles over sport logo

Tips voor het trainen van kinderen met overgewicht bij de sportvereniging

In 2023 had 12,7% van de kinderen van 4 tot en met 17 jaar overgewicht, waarvan 8,6% matig overgewicht en 4,1% ernstig overgewicht (obesitas). Overgewicht en obesitas aanpakken bij kinderen blijkt echter verre van eenvoudig. Bewegen mag niet ontbreken in de aanpak van overgewicht en obesitas[1], aangezien het helpt bij zowel gewichtsverlies, als bij het benutten van de positieve effecten ervan op zowel de fysieke als mentale gezondheid van kinderen. Als sport- en beweegaanbieder kun jij hier een belangrijke rol in spelen.

Als sport- en beweegaanbieder wil je dat alle kinderen zich welkom en thuis voelen bij de vereniging, plezier hebben en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Voor kinderen met overgewicht is vaak wat extra aandacht nodig om dit voor elkaar te krijgen. Zo is de drempel om deel te nemen vaak hoog. Ze zijn vaker onzeker, schamen zich voor hun lichaam of zijn bang dat ze niet mee kunnen komen. Het sport- en beweegaanbod sluit niet altijd aan bij hun behoeften en interesses, of ze denken dat het voor hen niet geschikt is. De sport- en beweegaanbieder speelt een belangrijke rol bij het opnemen van deze kinderen in de groep, helpt bij het krijgen van vertrouwen in het eigen lichaam en bij het beleven van plezier tijdens het sporten en bewegen.

De omgang tussen sport- en beweegaanbieders en kinderen met overgewicht is in principe gelijk aan de omgang met kinderen zonder overgewicht. Alleen heeft de eerste categorie vaak specifieke aandacht nodig. Investeren in een vertrouwensband is van belang.

Vijf tips voor het trainen van kinderen met overgewicht

Tip 1: Zorg voor een veilige sfeer

Hier kun je aan werken door duidelijkheid en structuur aan te brengen in de lessen, maar ook door bijvoorbeeld pesten of iemand buitensluiten niet te tolereren. Tip: neem de kinderen serieus en stel samen met hen de groepsregels op, ook omtrent pesten. Bedenk daarnaast vooraf over welke zaken het kind zich onzeker zou kunnen voelen en hoe je dat kunt voorkomen. Geef hierbij aandacht en vertrouwen aan het kind en probeer zonder oordeel te handelen.

Tip 2: Complimenteer regelmatig

Benader het kind met overgewicht op een positieve wijze en probeer je in te leven in het kind. Dit uit je door bijvoorbeeld complimenten te geven, ook voor kleine stapjes vooruit. Vind wel de juiste balans tussen het tonen van begrip en het stellen van grenzen. Is het nodig om een kind ergens op aan te spreken, neem het kind dan even apart. Wees bereid actief te luisteren en door te vragen waarom het kind een bepaald (ongewenst) gedrag vertoont.

Tip 3: Pas het niveau aan het kind aan

Zoek voor alle kinderen, ook die zonder overgewicht, naar beweegactiviteiten die zich zowel op meedoen, plezier en succes richten. Daag de kinderen uit en prikkel ze, maar let wel op dat ze het aankunnen. Ga daarom zo veel mogelijk uit van de talenten en interesses van het kind, kies voor een stapsgewijze aanpak van gemakkelijk naar moeilijk en stel realistische doelen. Een voorbeeld kan zijn om voor het kind een taak te zoeken die het beste past, waardoor hij zich gewaardeerd voelt. Bijvoorbeeld de center bij basketbal of een verdediger in het waterpolo. Wanneer de kinderen de doelen behalen, raken ze gemotiveerd om door te gaan. Voorkom vormen van beweging die voor een kind met overgewicht confronterend zijn, zoals bokspringen.

Tip 4: Competitie of juist niet?

Competitie binnen sport- en beweegactiviteiten kan voor extra uitdaging zorgen. Kies daarom voor afwisseling in spel- en beweegvormen waarbij ieder kind een keer eerste kan zijn. Zoek naar vormen van beweging die kinderen met overgewicht goed kunnen. Zo hebben zij vaak veel statische kracht en handgrijpkracht. Maar het is ook goed juist de nadruk te leggen op samenwerken, coördinatie, behendigheid en reactievermogen. Dit worden ook wel ‘groene spelen’ genoemd. Het zijn coöperatieve spelvormen waarin geen prestatievergelijking voorkomt. Niet het winnen staat voorop, maar samen op een plezierige manier bezig zijn en het gevoel krijgen ergens goed in te zijn. Dit vergroot de kans dat kinderen met overgewicht positieve ervaringen opdoen met bewegen.

Tip 5: Betrek de omgeving

Ouders hebben een positief effect op het aanleren van gezond gedrag van kinderen. Ook het volhouden van de gezondere leefstijl gaat beter wanneer ouders betrokken worden en medeverantwoordelijk worden gemaakt. Ouders kunnen de kinderen stimuleren tot sport en bewegen bij de club, maar kunnen de kinderen ook elders stimuleren tot gezond gedrag. Geef ouders als advies mee dat dagelijks een uur bewegen erg belangrijk is voor hun kind. En dat hoeft niet moeilijk te zijn: te voet of met de fiets naar school of lekker buitenspelen. Werk daarnaast samen met het lokale zorgnetwerk en intermediairs zodat je op expert(s) terug kunt vallen met zorgspecifieke vragen zodat jij zelf kunt focussen op jouw taak als sport- en beweegaanbieder. Vraag bijvoorbeeld tips aan de (kinder)fysiotherapeut om kinderen met overgewicht blessurevrij te laten bewegen.

Beweegrichtlijnen

De beweegrichtlijnen geven aan hoeveel beweging nodig is voor een gezonde leefstijl, van jong tot oud. Maar hoeveel beweging is nodig? En welke beweging is goed? Op deze pagina vind je antwoord op deze vragen.

Tip 6: Fysieke toegankelijkheid

Kijk naast de sociale toegankelijkheid ook naar de fysieke toegankelijkheid. Is de sport(club)kleding beschikbaar in de juiste maten, zijn de ruimtes en openingen groot genoeg (bijvoorbeeld toegangspoortjes, stoelen in de kantine, hesjes, etc.).

Hoe zou jij reageren? Test jezelf

Test 1

Aan het einde van de training is er tijd voor een partijtje. De trainer zet het veldje uit en laat het samenstellen over aan de betere spelers. George houdt zich een beetje schuil achter de anderen, tot dat hij er alleen nog staat met een andere jongen. Die andere jongen wordt gekozen. De volgende kiezer zegt vervolgens: “Neem hem er ook maar bij, die hoeven we niet.” De trainer komt teruglopen en vraagt: Zijn de partijen gemaakt? Oké, dan gaan we beginnen!”

Wat had de trainer anders kunnen doen?

De trainer had zelf de partijen kunnen maken, had erbij kunnen blijven om te zien wat er gebeurde of had juist degenen die nooit gekozen worden kunnen kiezen om de teams te maken.

Test 2

George zit verveeld op de bank. Hij verwacht niet er nog in te komen in deze spannende wedstrijd. Dan scoort zijn ploeg in de 65e minuut en die komt daarmee op een redelijk veilig uitziende voorsprong. De trainer zegt: ‘George, warmlopen.’ Na ruim tien minuten scoort de tegenpartij. De trainer roept George bij zich en zegt hem dat de wedstrijd nu nog te spannend is en dat hij liever niet wisselt. George gaat weer zitten.

Wat had de trainer anders kunnen doen?

De trainer had vooraf duidelijk met George kunnen afstemmen of hij wel of niet zou spelen. Hij hoefde hem niet voor niets te laten warmlopen. Hij had hem toch wat speelminuten kunnen geven.

Deze voorbeelden komen uit de training ‘Trainen en coachen van jeugd met (risico op) overgewicht’ van de Academie voor Sportkader van NOC*NSF.

Meer weten?

  • Het programma Sport en zorg van NOC*NSF is een samenwerking van partijen uit de sport, de zorg en lokale overheden. Samen zoeken ze naar mogelijkheden om mensen met een kwetsbare gezondheid met plezier sportief in beweging te krijgen. 
  • Het ‘begeleidingstraject toegankelijke(re) clubs’ streeft ernaar om steeds meer mensen in de sport volledig welkom, veilig en betrokken te laten voelen. Dit traject staat in het teken van mensen met overgewicht die, vanuit de zorg, worden doorverwezen naar een sportclub zodat ze met plezier en vertrouwen kunnen sporten en bewegen.
  • Artikel over Sport- en beweegaanpakken voor jeugd met overgewicht

Bronnen

  1. VZinfo. Overgewicht jongeren. Beschikbaar via: https://www.vzinfo.nl/overgewicht/jongeren. Geraadpleegd op 13 augustus 2024.


Artikelen uitgelicht


Gezonde leefstijl
Sportaanbieders
Kinderen
public, professional
tips
gewicht, pedagogisch sportklimaat, veilige sportomgeving