Alles over sport logo

Structureel beweegaanbod binnen de ketenaanpak valpreventie bij regio Zuid-Kennemerland/IJmond

Verwijzing en doorstroom naar structureel sport- en beweegaanbod is een onderdeel van de ketenaanpak valpreventie. Voor mensen met een laag valrisico is verwijzing naar structureel aanbod preventief bedoeld. Voor deelnemers aan een valpreventief beweegprogramma helpt na afloop vervolgaanbod om het valrisico laag te houden. In dit artikel lees je hoe de regio Zuid-Kennemerland/IJmond dit aanpakt en wat je daarvan als gemeente kunt leren.

In de regio Zuid-Kennemerland/IJmond werken zeven gemeenten samen aan de ketenaanpak valpreventie. De gemeenten werken samen met drie sportserviceorganisaties in het organiseren van structureel en passend sport- en beweegaanbod voor senioren. Tim Joon is werkzaam als manager sport en bewegen bij sportserviceorganisatie SportSupport Kennemerland.

Inzet van het structurele aanbod/regionale werkwijze

Doorverwijzen naar structureel beweegaanbod is onderdeel van de ketenaanpak omdat dit helpt om het valrisico laag te houden. Dit geldt zowel voor senioren met een laag valrisico, als voor mensen met een matig of hoog risico die deel hebben genomen aan een valpreventief beweegprogramma. Voor de deelnemers blijft effectiviteit alleen behouden als ze daarna blijven bewegen[1].

Regio Zuid-Kennemerland/IJmond koos er direct bij de opzet van de ketenaanpak voor om de organisatie van het structurele aanbod integraal mee te nemen. Hierbij werken de drie sportserviceorganisaties in de regio samen. Dat werkt erg prettig, vindt Tim. “Eens in de twee weken overleggen we als uitvoerders samen over de aanpak. Hierbij inspireren we elkaar met ideeën, proberen we problemen gezamenlijk op te lossen en hebben we oog voor gezamenlijke communicatie.”

Aandacht voor deelname aan structureel beweegaanbod begint al bij de opsporing van mensen met een valrisico (laag, matig, hoog). Senioren die een laag valrisico blijken te hebben, krijgen geen indicatie voor deelname aan een valpreventief beweegprogramma. Volgens de ketenaanpak valpreventie moeten ze wel de mogelijkheid krijgen om preventief deel te nemen aan beweegaanbod dat hun valrisico laag houdt. Dat is precies wat deze regionale aanpak doet. De betrokken professionals maken deze groep senioren bij de opsporingsbijeenkomsten bewust van het belang van preventieve deelname. Vaak zijn lokale sport- en beweegaanbieders daar aanwezig. Tim: “Zo krijgen mensen al meteen een beeld van de mogelijkheden.”

Ook voor deelnemers aan valpreventieve beweegprogramma met een matig risico zijn doorstroommogelijkheden naar structureel aanbod geborgd. “De buurtsportcoach is verplicht aanwezig bij twee bijeenkomsten rond een programma: bij een voorlichtingsbijeenkomst vooraf en een bijeenkomst binnen de uitvoering van het programma. Mensen krijgen informatie over het belang om te blijven bewegen en wat de mogelijkheden zijn.” Ook gaat de buurtsportcoach met de groep in gesprek: willen ze samen blijven bewegen en naar welk soort aanbod gaat dan de voorkeur uit? De invulling van deze momenten is afhankelijk van de input van de groep.

Voor het koppelen van passend aanbod aan senioren gebruiken de sportservieorganisaties sociale kaarten, en daarnaast de kennis en ervaring van collega-buurtsportcoaches die in de wijk rondlopen en goed weten wat beschikbaar is.

Positieve Gezondheid als leidraad

Anders dan de expliciete bedoeling van de ketenaanpak verwijzen de sportserviceorganisaties niet alleen naar sport- en beweegaanbod, maar ook naar welzijns- en cultureel aanbod. Dat komt vanuit de visie van de regio, waarbij Positieve Gezondheid leidend is bij preventieve activiteiten. “Niet iedereen wil deelnemen aan georganiseerd beweegaanbod, en wij zien dan liever dat mensen wel deelnemen aan andere gezondheidsbevorderende activiteiten”, zegt Tim. “We stellen daarnaast ook geen eisen aan de inhoud en de effectiviteit van het beweegaanbod, we willen de keuze echt bij het individu laten.”

Ondanks alle informatie die deelnemers over het vervolgaanbod krijgen, weten ze toch nog te vaak niet hoe en wat precies. Voor die mensen zijn er een-op-eengesprekken. Daarmee weten de sportserviceorganisaties twijfelaars enthousiast te krijgen om deel te nemen aan beweegaanbod.

Tekort aan sport- en beweegaanbieders

De deelnemende gemeenten kampen met een probleem dat in de meeste gemeenten speelt: er zijn te weinig aanbieders die senioren goed kunnen begeleiden vanuit de ketenaanpak. Daarom zetten enkele gemeenten in de regio zich actief in op de rol van sportverenigingen. De gemeente Velsen betaalt bijvoorbeeld vanuit het Sportakkoord de opleidingen die bestuursleden, commissieleden en/of trainers van verenigingen willen volgen om de vereniging een sterkere positie te geven. Die opleidingen gaan alleen meer over de algemene vereisten voor trainers, en niet specifiek over het bijscholen van trainers voor senioren.

In Velsen, Bloemendaal en Haarlem werken medewerkers van sportserviceorganisatie  SportSupport als clubkadercoaches. Die kijken samen met het bestuur naar elementen als afwisseling van aanbod en het aantrekken van voldoende vrijwilligers. Verder ligt er bijvoorbeeld in Bloemendaal specifiek de opdracht voor buurtsportcoaches om verenigingen geschikt te maken om aanbod voor senioren op te zetten. Een buurtsportcoach zet een activiteit op bij de vereniging en de vereniging neemt dit daarna over. Daardoor biedt hockeyclub HBS nu walking hockey aan.

Zicht krijgen op resultaten

De regio Zuid-Kennemerland/IJmond vindt doorstroming naar het lokale aanbod een van de belangrijke onderdelen van de ketenaanpak. Daarom zetten ze uitgebreid in op monitoring, hierbij werken zij samen met de regionale GGD. Met extra financiering zet de GGD monitoring op en voert dat uit. Tim legt uit: “Van mensen die deelnemen aan een programma, dat meestal zo’n drie maanden duurt, worden op vier momenten gegevens verzameld. Bij de start, na afloop van het programma, na een half jaar, en na een jaar na de start. Zo weten we ook of mensen doorgestroomd zijn naar het lokale aanbod. Door deze gegevens weten we welke onderdelen goed verlopen, welke elementen tot positieve resultaten leiden, en wat (nog) niet werkt en waar bijsturing nodig is. Met ingang van 2025 zijn alle aanbieders verplicht om aan de monitoring mee te werken.”

Er zijn op dit moment nog geen resultaten bekend over de doorstroom, maar ondanks de goede organisatie lijkt de doorstroom in de praktijk nog niet optimaal te verlopen. De monitoring voorziet nog niet in het volgen van senioren met een laag valrisico, die het advies krijgen om preventief te gaan bewegen.

Tips voor je eigen regio

Tim heeft enkele tips voor andere gemeenten en regio’s om het structurele aanbod te organiseren:

  • Neem bij de opzet van de ketenaanpak de organisatie en doorverwijzing naar structureel beweegaanbod meteen mee.
  • Maak een keuze als gemeente of regio wat het effect moet zijn van de inzet van structureel aanbod en pas je organisatie daarop aan.
  • Zet in op de kracht van bestaande sportverenigingen en aanbieders om een bijdrage te leveren voor deze doelgroep.
  • Neem monitoring serieus, en vraag daarbij vooral de ondersteuning van de GGD.

Lees ook

Bron

  1. Montero-Odasso M, van der Velde N, Martin FC et al. Task Force on Global Guidelines for Falls in Older Adults. World guidelines for falls prevention and management for older adults: a global initiative. Age Ageing. 2022 Sep 2;51(9):afac205. 

Artikelen uitgelicht


Gezonde leefstijl
Eerstelijnszorg, In de wijk, Sportaanbieders, Thuis - in en om huis
Ouderen
public, professional
praktijkvoorbeeld
beleidsontwikkelingen, in beweging brengen, samenwerken, sporten met lichamelijke beperking