Regionale ketenaanpak Zuid-Kennemerland/IJmond
Binnen de regio hebben gemeenten en stakeholders de handen ineen geslagen om de ketenaanpak valpreventie op te zetten. Daarbinnen houden de zeven gemeenten elk hun eigen verantwoordelijkheid. Een regionale aanpak heeft verschillende voordelen, vertelt Maartje Kuijpens. “Bijvoorbeeld bij de financiering vanuit het regionale IZA [Integraal Zorgakkoord]. Dat geld gebruiken we voor de coördinatie van de ketenaanpak, buurtsportcoaches pakken dit op.”
De samenwerkende beleids- en uitvoerende partijen koppelen de ketenaanpak aan vitaal gezond ouder worden in brede zin. De ketenaanpak draagt daardoor bij aan meer dan alleen valpreventie. Bij de opzet en uitvoering van de regionale ketenaanpak stellen de partners vier ‘kernelementen’ centraal waaraan de ketenpartijen het succes aan afmeten:
- Positieve gezondheid
- Domeinoverstijgende samenwerking
- Wijkgerichte samenwerking
- Borging van uitstroom van senioren naar bewegen, sport en participatie in de wijk
Ketenaanpak valpreventie
De ketenaanpak valpreventie beschrijft welk traject een senior doorloopt op basis van zijn of haar valrisico, en waar nodig aanvullende criteria. Dat geeft tegelijk kaders aan de inrichting van de lokale opzet van de ketenaanpak. VeiligheidNL heeft daar uitgebreide informatie over. Bekijk ook de tipkaart valpreventie van Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Organisatie, samenwerking en financiering
Volgens Maartje kent de regio een sterke organisatie van de ketenaanpak. Deze bestaat uit een stuurgroep, een projectgroep met alle deelnemende professionals, werkgroepen op thema’s en structurele samenwerking tussen buurtsportcoaches. “Van begin af aan zet de regio in op de samenwerking tussen het medisch en sociaal domein.” Iets wat in deze regio net als elders geen gewoonte was, en waardoor het tijd kostte om iedereen op één lijn te krijgen. Met de zorgverzekeraar Zilveren Kruis is er goed contact, deze neemt sinds het begin deel aan de keten.
Bij de start riepen de initiatiefnemers de hulp in van de regionale ondersteuningsstructuur eerstelijnszorg (ROS) ZONH om het proces te begeleiden. ZONH zorgde ervoor dat alle relevante stakeholders uit het medisch en sociaal domein betrokken zijn. Denk aan huisartsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, apothekers, sportserviceorganisaties en welzijnsorganisaties. De buurtsportcoaches van deze sportserviceorganisaties hebben een coördinerende rol richting stakeholders in het zorgdomein, zoals de ergotherapeuten en de apothekers, en een communicatierol richting huisartsen.
Voor de financiering is er behalve SPUK-gelden dus ook IZA-geld uit de regio. “We gebruiken de IZA-gelden voor de coördinatie door de buurtsportcoaches, en de SPUK-gelden voor de uitvoering door paramedici en buurtsportcoaches”, geeft Maartje aan. “Ik schat dat tot nu toe ongeveer tweederde van de financiën naar de uitvoering gaat, en eenderde naar organisatie en coördinatie. Financiering voor dat laatste is echt onmisbaar, anders komt de samenwerking niet van de grond.”
Hoe werkt de keten – bereik en toeleiding
De keten begint met het bereiken van de doelgroep waarvoor we het valrisico willen kennen. “Omdat dat vaak lastig is, vooral om de iets kwetsbaardere senioren te bereiken, helpt een communicatiebureau daarbij”, aldus Maartje. Dat bureau heeft een communicatieplan geschreven en helpt bij het maken van folders en webinars.
De regionale keten heeft nu drie manieren om mensen te bereiken:
- Via het medisch domein met behulp van flyers en een website: Route Gezond. Die bundelt alle vier de ketenaanpakken: naast valpreventie ook gezond gewicht, welzijn op recept, en kansrijke start. Omdat bekend is dat senioren niet snel warm lopen voor valpreventie als dat letterlijk zo heet, noemt de regio de aanpak ‘Ik sta sterk’.
- Via het sociaal domein, dat mensen bereikt via lokale bladen, buurtsportcoaches en welzijnswerk. De buurtsportcoaches organiseren alle vitaliteitsdagen om mensen met een verhoogd valrisico op te sporen. De buurtsportcoaches zetten de smartfloor in als lokkertje, een mat waar de senior overheen moet lopen die via sensoren het looppatroon beoordeelt. Die smartfloor komt ook te liggen bij andere organisaties zoals de apotheek, zodat de medewerkers daar mensen kunnen motiveren om deel te nemen aan de vitaliteitsdagen.
- De regio zet voor de lastig te bereiken groep nu niet-alledaagse methoden in voor het bereik. Zoals het koppelen aan een bezoek van de brandweer die de woning op brandveiligheid screent, vaccinatie-momenten en de inzet van felicitatiediensten.
Hebben mensen een laag risico, dan vragen de buurtsportcoaches door en stimuleren ze om deel te nemen aan structureel aanbod. De ketenaanpak schrijft dit voor om het valrisico laag te houden. Komt iemand in aanmerking voor een interventie in het sociaal domein, verwijst de buurtsportcoach door naar het best passende programma. De regio biedt alle drie de erkende programma’s aan.
De doorverwijzing naar de valrisicoanalyse voor de mensen met een hoog risico start dit jaar. Net als in veel andere regio’s, leidde onduidelijkheid over financiering tot vertraging van de uitvoering van dit onderdeel van de keten. De zorgverzekeraar ondersteunt nu het voorstel van de regio zelf om de analyse uit te laten voeren door paramedici en apothekers, naast de huisartsen.
Uitvoering van de interventies in het sociaal domein
De regio heeft voldoende geschoolde aanbieders om de drie erkende valpreventieve beweeginterventies te kunnen aanbieden. Door het bieden van ‘in company’ trainingen is het aantal inzetbare professionals op peil. De aanbieders van de programma’s zijn zeker van financiering en hebben zo een duidelijke businesscase. De regio werkt namelijk met groepsbekostiging: een aanbieder krijgt een vast bedrag per groep, onafhankelijk van het aantal deelnemers. Dat heeft als voordeel dat de groepen niet onnodig groot worden, wat bijdraagt aan voldoende individuele aandacht. Daarnaast kunnen aanbieders een deelnemer tussentijds doorsturen naar ander aanbod als blijkt dat het programma toch niet geschikt is, zonder financiële consequenties.
Aandacht voor kwaliteit en monitoring
Binnen de aanpak is er volop ruimte voor monitoring. De GGD levert hier een sterke bijdrage. Van deelnemers aan een valpreventief programma zijn op vier tijdstippen data bekend, zelfs tot een jaar na de start. Onderdeel van de monitoring is ook weten wie uitstroomt naar ander beweegaanbod na deelname. “Vind je als regio uitstroom belangrijk, dan moet je dat ook meten of het lukt”, vindt Maartje. Daarbuiten leren de deelnemende gemeenten van elkaars aanpak. Tijdens driemaandelijkse bijeenkomsten is er een mogelijkheid om deel te nemen aan intervisie met andere gemeenten. Een gemeente die een probleem ervaart krijgt dan op een gestructureerde manier input van de andere gemeenten. Ook op wijkniveau is er intervisie met de verschillende professionals: dat stimuleert de samenwerking.
Draagvlak creëren en behouden
De ketenaanpak opzetten is één ding, de borging ervan vraagt ook doordachte inzet. Maartje noemt verschillende elementen die bijdragen aan het behoud van draagvlak en continuïteit:
- De stuurgroep van acht personen komt nog steeds wekelijks bij elkaar.
- De buurtsportcoaches hebben tweewekelijks een afstemmingsoverleg.
- Er zijn geregeld netwerkbijeenkomsten.
- Maandelijkse nieuwsbrief voor professionals, naast een goede website die ook voor professionals is.
- Een ICT-systeem gericht op valpreventie, eerst voor de hoog-risicogroep, later volgt de matig-risicogroep. Dat draagt bij aan een goede communicatie en terugkoppeling over deelnemende senioren. Vanwege de AVG mogen buurtsportcoaches er nog geen gebruik van maken, maar de deelnemer kan straks beslissen of die wel toegang krijgt. De terugkoppeling aan de verwijzende professional stimuleert om te blijven verwijzen als deze ziet dat er goede opvolging is.
Tips voor andere regio’s en gemeenten
Tot slot heeft Maartje drie tips voor andere locaties:
- Pak de ketenaanpak valpreventie bij voorkeur regionaal aan met een verdere lokale uitrol, dit heeft meerdere voordelen.
- Zorg dat eerst de infrastructuur goed staat voor je de uitvoering start. Een duidelijke afbakening van rollen is hierbij essentieel.
- Ga voor groepsbekostiging van de valpreventieve beweegrogramma’s.
Samen werken aan valpreventie
De ketenaanpak valpreventie schrijft niet voor welke stakeholder lokaal welke rol heeft. Voor een goede uitvoering is het belangrijk dat daar heldere afspraken over gemaakt worden. De Wijktekening helpt om lokaal afspraken te maken. Niet alleen rond valpreventie, maar over de inzet van sport en bewegen voor senioren voor meer doeleinden.