De Open Universiteit Heerlen (OU) onderzoekt binnen het project PHIT2LEARN de relatie tussen enerzijds beweging, met name het verminderen van zitgedrag, en anderzijds cognitieve prestaties en leerprestaties. Cognitieve prestaties zijn het vermogen om eerder verworven kennis en kunde te gebruiken. De OU werkt in dit project samen met VUmc, Universiteit Maastricht, de mbo-raad, Kenniscentrum Sport, het expertisecentrum beroepsonderwijs (ECBO), ROC Leeuwenborch en het Koning Willem I College.
Mbo-studenten vormen de doelgroep die voornamelijk bestaat uit midden en late adolescenten (16 tot 20 jaar), waarvan we weten dat hun brein, en vooral het voorste gedeelte, nog steeds in ontwikkeling is. Mbo-studenten vormen ongeveer 40 procent van de Nederlandse adolescenten, ze volgen onderwijs op een relatief laag niveau en de hoeveelheid beweging neemt af gedurende de adolescentie. Dit alles maakt onderzoek binnen het mbo maatschappelijk relevant en doet vermoeden dat mbo-studenten gevoelig zijn voor beweeginterventies gericht op het verbeteren van cognitieve prestaties en leerprestaties.
Focus op zitgedrag
Aangezien het invoeren van beweegprogramma’s in lessen vaak lastig is en gedacht wordt dat dit de orde in de klas verstoort, richt PHIT2LEARN zich primair op het verminderen van zitgedrag in de klas. Dat alleen al het verminderen van zitgedrag grote effecten teweeg kan brengen, blijkt uit studies waarin de relatie tussen sedentair gedrag (de vakterm voor ‘zitten en liggen’) en gezondheidsfactoren onderzocht is. Uit deze onderzoeken wordt geconcludeerd dat sedentair gedrag een aanzienlijk gezondheidsrisico is, zelfs als je daarnaast regelmatig sport en beweegt. Het vermoeden bestaat dat deze relatie ook bestaat tussen sedentair gedrag en cognitieve prestaties en leerprestaties.
Relatie lichamelijke activiteit en leerprestaties
PHIT2LEARN bestaat uit vier deelstudies. De eerste deelstudie is in het voorjaar van 2017 uitgevoerd op ROC Leeuwenborgh. Hier is onderzocht of er een relatie is tussen de hoeveelheid lichamelijke activiteit enerzijds en cognitieve prestaties en schoolprestaties anderzijds. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen studenten in laag actieve (economische richting, ICT), gematigd actieve (zorg en welzijn) en hoog actieve opleidingen (CIOS, veiligheid en vakmanschap). Daarnaast is er onderzocht of er een relatie is tussen de hoeveelheid lichamelijke activiteit enerzijds en cognitieve prestaties en schoolprestaties anderzijds. 225 eerstejaars mbo-studenten hebben 7 dagen aan een stuk een bewegingsmeter gedragen. Hiermee is objectief gemeten hoeveel de studenten bewegen, zowel binnen school als er buiten. Na de 7 dagen bewegingsmeting hebben alle studenten deelgenomen aan 2 cognitieve testen. Deze cognitieve testen waren gericht op de executieve vaardigheden; hieronder vallen het prioriteren van taken (ik blijf wiskunde studeren terwijl ik een bericht zie verschijnen op mijn telefoon), wisselen tussen verschillende taken (ik lees het bericht (eerste wissel) en ga dan verder met wiskunde (tweede wissel) en het opslaan en verwerken van informatie in het werkgeheugen (oplossen van een complexe wiskundige som). Deze vaardigheden worden voornamelijk uitgevoerd in het voorste gedeelte van het brein, het deel dat nog sterk in ontwikkeling is bij adolescenten. De executieve vaardigheden zijn op hun beurt sterk gerelateerd aan intelligentie, cognitieve prestaties en leerprestaties.
Deelstudie 1 heeft veel inzichten opgeleverd in het beweeggedrag en de cognitieve prestaties en leerprestaties van mbo-studenten. We weten echter nog niet of veranderingen in het beweeg- en/of zitgedrag effect hebben op deze prestaties.
Kortetermijneffecten sta- en beweeginterventies
Deelstudie 2 en 3 van PHIT2LEARN zijn gericht op de acute effecten (kortetermijneffecten) van sta- en beweeginterventies. Ook wordt in beide deelstudies onderzocht welke onderliggende mechanismen invloed hebben op de relatie tussen beweging en cognitieve prestaties. In deelstudie 2 nemen studenten drie keer deel aan een voor- en nameting van hun cognitieve prestaties; eenmaal na een zittende klas, eenmaal na een staande klas en eenmaal na een zittende klas met beweegbreak. Eerder is aangetoond dat één enkele beweegsessie al een verbetering in cognitieve prestaties teweeg kan brengen. Dit effect heeft mogelijk een fysiologische oorzaak; er stroomt meer bloed naar de hersenen, verbetering van neurale breinprocessen treedt op en de aanmaak van hormonen die een rol spelen in de executieve vaardigheden neemt toe. Binnen PHIT2LEARN willen we te weten komen of staan eenzelfde effect kan hebben als beweging.
Effecten staan op creativiteit en samenwerking
Waar in deelstudie 2 het effect van een sta- en beweeginterventie op de cognitieve prestaties onderzocht wordt, is deelstudie 3 gericht op het effect van staan op creativiteit en samenwerking. Studenten krijgen zowel zittend als staand een creativiteitstaak en een samenwerkingstaak. Uit eerder onderzoek weten we dat laag intensieve lichamelijke activiteit (zoals staan) ten eerste een positief effect kan hebben op sociale processen zoals onderlinge interactie, en ten tweede het brein meer ruimte kan geven voor ideevorming. Deze beide processen kunnen op hun beurt bijdragen aan de leerprestaties.
Langetermijneffecten staand onderwijs
Alle kennis en ervaring die voortkomt uit de eerste drie deelstudies, wordt gebruikt voor het opzetten van studie 4. Hierin worden de langetermijneffecten op cognitieve prestaties, leerprestaties, creativiteit en samenwerking onderzocht. Welke interventie in deze deelstudie wordt gebruikt (staan en/of beweging) wordt bepaald aan de hand van de eerdere resultaten. Het unieke van dit onderzoek is dat het volledig ingebed wordt in de bestaande mbo-situatie; de interventiegroep krijgt gedurende een volledig schooljaar gedeeltelijk staande lessen of lessen met een beweeginterventie, waar de controlegroep de normale, zittende lessen heeft.
Maatschappelijk nut
Met bovenstaande onderzoeken willen we een compleet beeld krijgen van de relatie tussen enerzijds lichamelijke activiteit en sedentair gedrag, en anderzijds cognitieve prestaties en schoolprestaties bij mbo-studenten. Deze kennis willen we gebruiken om beweging te bevorderen en zitgedrag terug te dringen. Dit gebeurt met behulp van kant-en-klare informatie en hulpmiddelen voor onder andere beleidsmakers, docenten, ouders en studenten. Hierdoor trachten we op alle niveaus bewustwording te creëren en een duw te geven in de goede, actieve richting, waardoor iedere student meer uit zijn/haar leerpotentieel kan halen.