Contextanalyse
Voor het impact maken met een interventie is het belangrijk om de interventie uit te voeren zoals deze bedoeld is en effectief bewezen is. Belangrijke elementen in de interventie kun je niet zomaar weglaten. Maar elke omgeving – de context – heeft eigen knelpunten en successen bij de implementatie. Daarom is de eerste stap om met een contextanalyse een goed overzicht te krijgen van de context, zodat je daarop kunt inspelen.
Met deze analyse breng je in kaart wat belemmerende en bevorderende factoren zijn voor de implementatie, ook wel determinanten genoemd. Denk aan professionals die elkaars taal niet spreken, organisaties met verschillende of zelfs tegengestelde belangen, verschillende werkwijzen en tradities of verschillende vormen van financiering. Determinanten spelen op veel verschillende niveaus en bij veel verschillende stakeholders een rol. Voer de contextanalyse dus uit bij alle stakeholders die invloed hebben op de implementatie.
Theorieën
Theorieën kunnen bij een contextanalyse houvast bieden. Ze helpen je bij het ordenen van de determinanten en bij het identificeren van stakeholders in de implementatie. Er zijn veel verschillende theorieën en vaak is niet één theorie passend. Kies een geschikte theorie of combineer verschillende theorieën, die aansluiten bij jouw casus. Voorbeelden van theorieën zijn PARIHS, Active Implementation Frameworks, Conceptual Models, Framework van Grol et al., Framework van Cochrane et al., Ecological Framework by Durlap and DuPre, Consolidated Framework for Implementation Research (CFIR), en het Theoretical Domains Framework[1]. Een aantal van deze theorieën gaat specifiek over een contextanalyse, zoals CFIR. Andere theorieën beschrijven ook de implementatiestappen die voorafgaan aan de contextanalyse of erna volgen, zoals het framework van Grol et al. Nilsen[1] biedt meer informatie over de verschillende theorieën.
Een veelgebruikt model is CFIR[2]. CFIR geeft een overzicht van 39 constructen (bijvoorbeeld: netwerken en communicatie, beschikbare middelen, en complexiteit van de interventie) die geassocieerd zijn met effectieve implementatie. Deze constructen kunnen ingedeeld worden in vijf domeinen:
- Intervention: kenmerken van de interventie
- Outer setting: de context waarin de interventie plaatsvindt
- Inner setting: de organisatie waarin de interventie plaatsvindt
- Characteristics of individuals: kenmerken van de personen die met de interventie gaan werken
- Proces: het implementatieproces
Voorbeeld 1: ProMuscle
Het eerste voorbeeld betreft ProMuscle: een beweeg- en voedingsinterventie gericht op thuiswonende 65-plussers[3]. De context van ProMuscle brachten we in kaart aan de hand van het CFIR. Eerst zochten we in de literatuur naar belemmerende en bevorderende factoren voor de implementatie van beweeg- en voedingsinterventies bij 65-plussers. Vervolgens legden we deze factoren voor aan fysiotherapeuten en diëtisten tijdens focusgroep sessies. Daarnaast bespraken we de factoren met 65-plussers tijdens interviews. Het doel van deze sessies was om factoren te prioriteren, uit te diepen en inzicht te krijgen in mogelijkheden voor het omgaan met deze factoren.
Belangrijke factoren die naar voren kwamen: kosten, aansluiten bij wensen van 65-plussers, samenwerking met collega’s, complexiteit van de interventie, vormen van een netwerk, beschikbare middelen en kosten. De opgehaalde factoren kunnen ingedeeld worden in de domeinen van het CFIR. Dit biedt structuur en het geeft overzichtelijk weer aan welke thema’s je aandacht moet besteden bij de verdere implementatie.
Voorbeeld 2: Bewegen op Recept
In de multidisciplinaire leefstijlinterventie Bewegen op Recept (BOR) verwijzen eerstelijnszorgverleners patiënten naar de buurtsportcoach en sport- en beweegaanbod in de wijk. Belemmeringen in de uitvoering van deze interventie kenden we al uit eerder onderzoek[4]. Maar om goed in te spelen op de belemmeringen was meer informatie nodig. Buurtsportcoaches hebben daarom een verdieping op deze belemmeringen aangebracht door de oorzaken ervan aan te wijzen. Voor elke belemmering beantwoordden zij de vraag: hoe ontstaat deze belemmering? Vervolgens prioriteerden ze de belemmeringen door zichzelf af te vragen welke het belangrijkst was om op te lossen.
Voor de belangrijkste belemmeringen droegen zij vervolgens oplossingen aan. Eén van de belemmeringen was bijvoorbeeld dat bij zorgprofessionals de aandacht voor BOR snel vervaagt. Een oorzaak hiervan was dat in de zorg veelal nog een curatieve (in plaats van preventieve) mindset aanwezig is. Mogelijke oplossingen zijn het met filmpjes delen van succesverhalen van deelnemers en het ontwikkelen van een flyer voor de zorgprofessional met informatie over (het nut van) sporten en bewegen. De oorzaken en aangedragen oplossingen vormen de basis om implementatiestrategieën te creëren.
Meer lezen
Meer weten over implementatie? Het Platform Implementatie Sport & Bewegen biedt informatie, best practices en praktische hulpmiddelen.
Bronnen
- Nilsen P. Making sense of implementation theories, models and frameworks. Implement Sci. 2015;10:53.
- Damschroder LJ, Aron DC, Keith RE et al.Fostering implementation of health services research findings into practice: a consolidated framework for advancing implementation science. Implement Sci. 2009;4:50. https://doi.org/10.1186/1748-5908-4-50
- van Dongen EJI, Haveman-Nies A, Doets EL et al. Effectiveness of a Diet and Resistance Exercise Intervention on Muscle Health in Older Adults: ProMuscle in Practice. J Am Med Dir Assoc. 2020;21(8):1065-1072.e3.
- Gutter K, Collard DCM. Implementatiesuccessen en effecten van Bewegen op Recept: de verbinding van het sport- en beweegdomein met de eerstelijnszorg. Utrecht: Mulier Instituut; 2022.