Beweeggedrag chronisch zieken
De levensverwachting van Nederlanders neemt toe. Hoe ouder mensen worden, hoe groter het risico dat zij op termijn een chronische aandoening krijgen. Denk aan hart- en vaatziekten, een beroerte, of diabetes. Mede door de vergrijzing telt Nederland in 2030 circa 7 miljoen mensen met een chronische ziekte. Dat is ongeveer 40% van de bevolking; nu is dat nog 32%.
De beweegnorm zoals we die van 1998 tot 2017 hebben gekend, is door de Gezondheidsraad herzien en op 22 augustus 2017 vernieuwd gepresenteerd aan de minister van VWS als Advies Beweegrichtlijnen 2017. De Beweegrichtlijnen vervangen de beweegnorm, fitnorm en combinorm. De cijfers en informatie in dit artikel zijn nog gebaseerd op de oude norm. Meer over de vernieuwde beweegrichtlijnen, vind je hier.
Voor heel veel aandoeningen is voldoende bewegen een manier om de klachten voor de patiënt te beperken. Maar in de praktijk beweegt deze groep juist relatief weinig. Van de chronisch zieken in Nederland voldoet slechts 55% aan de combinorm. Dat ligt onder het gemiddelde voor Nederlanders zonder een chronische aandoening. Waarom bewegen chronisch zieken relatief weinig en hoe kunnen we dat veranderen?
Belemmeringen chronisch zieken
Hoe komt het dat chronisch zieke mensen minder bewegen? Het onderzoek van het RIVM beschrijft een aantal veel voorkomende redenen. Bezorgdheid dat beweging de klachten kan verergeren van de persoon zelf – of vanuit de directe omgeving van de chronisch zieke (vooral bij kinderen) – kan sport- en beweegdeelname belemmeren. Wanneer iemand de gewoonte had om weinig te bewegen voor de diagnose van een aandoening, zal deze na de diagnose ook minder geneigd zijn om te sporten en bewegen dan mensen die wel de gewoonte hadden om te bewegen voor de diagnose.
Ook pijn en vermoeidheid als gevolg van de aandoening zijn redenen waarom deze groep mensen minder beweegt. Daarnaast is er soms sprake van gebrek aan kennis over de positieve effecten die bewegen kan hebben op de aandoening en de klachten. Ook aan kennis over het beschikbare aanbod en over hoe men verantwoord kan bewegen ontbreekt het soms.
Drijfveren chronisch zieken
Wat zijn redenen voor chronisch zieken om wél te bewegen? Een eenduidig antwoord op deze vraag is lastig, vanwege grote verschillen binnen de groep (in leeftijd, vitaliteit en type aandoening). Wanneer chronisch zieken merken dat de klachten die hun aandoening met zich meebrengt minder worden door bewegen, zijn ze gedreven om (meer) te blijven bewegen. Voor alle chronisch zieken geldt dat beweegaanbod op maat gemaakt moet kunnen worden en in de buurt moet plaatsvinden.
Verder is het belangrijk dat zij bij hun beweegactiviteiten advies en steun krijgen vanuit de gezondheidszorg en van goede trainers om veilig en verantwoord te kunnen sporten. Tenslotte blijkt het sociale aspect, steun hebben aan lotgenoten, naasten of andere sporters een belangrijke drijfveer.
Wanneer gaan chronisch zieken meer bewegen?
Hoe kunnen we meer mensen met een chronische aandoening laten bewegen? Door belemmeringen weg te nemen en in te haken op de motieven, die voor chronisch zieken belangrijk zijn.
- De gezondheidszorg heeft een belangrijke rol bij advies, ondersteuning en doorverwijzing van chronisch zieken naar sport- en beweegactiviteiten.
- Zet een verbindende partij als de buurtsportcoach in om zorg en sportaanbod met elkaar te verbinden. Een buurtsportcoach kent het lokale aanbod goed, en kan maatwerk bieden aan de doelgroep. Deze factsheet, waar ook Kenniscentrum Sport aan bijdroeg, biedt praktijkvoorbeelden, tips en producten voor goede sport en zorg combinaties.
- Zet vaardige trainers in. Dat geeft chronisch zieken het vertrouwen dat verantwoord bewegen ook voor hen mogelijk is.
- Een aanbod op maat dat past bij ieders mogelijkheden is voor chronische zieken belangrijk. Dat is maatwerk in zowel niveau als type activiteit.
Erkende sport- en beweeginterventies
In de database sport- en beweeginterventies staan goede voorbeelden van interventies die je kunt inzetten om deze groep mensen te helpen bij sporten en bewegen. Erkende interventies zijn bestaande aanpakken die zich in de praktijk bewezen hebben en waar je zo mee aan de slag kunt, eventueel met aanpassingen op je eigen situatie.
Lees ook
- Rapport met aanbevelingen voor verschillende stakeholders
- Sport- en beweeginterventies voor mensen met chronische aandoeningen
Belemmeringen en drijfveren voor sport en bewegen bij mensen met een lagere deelname
Bepaalde groepen mensen in Nederland bewegen en sporten minder vaak. Dit zijn vooral mensen met een lage opleiding en/of laag inkomen, met een migratieachtergrond, ouderen, chronisch zieken, en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bracht het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in kaart welke belemmeringen en drijfveren mensen ervaren om (meer) te gaan sporten en bewegen. Hiervoor is literatuuronderzoek gedaan en zijn experts geraadpleegd. Het volledige rapport is hier beschikbaar.
Bronnen
- Hoogendoorn MP, De Hollander EL, Belemmeringen en drijfveren voor sport en bewegen bij ondervertegenwoordigde groepen. RIVM; maart 2017.