Het talent van de ouder
Mijn oude tafeltennistrainer heeft eens gezegd dat je een talent kunt herkennen aan de ouders die aan de kant staan te kijken. Daarmee doelde hij niet op hun genen of dat ze een goede forehand in huis hebben. Hij refereerde naar de manier waarop ouders met hun sportende kind omgaan. Zonder ouders die bereid zijn om hun kind praktisch en emotioneel te steunen, is het immers onmogelijk voor een sporttalent om de top te bereiken. Je zou kunnen zeggen dat ouders letterlijk en figuurlijk de chauffeur zijn van hun kind op hun weg naar de top.
Judy Murray, de moeder van toptennissers Andy en Jamie, zei hierover in een interview: “Ik heb ze nooit gepusht. Ze hielden vooral van het spelletje. Ik was er voornamelijk om ze naar trainingen of toernooien te rijden, of gewoon om hun kleding te wassen. Eigenlijk niets bijzonders, iets wat elke ouder zou doen.” (NOS.nl, 22-11-2016)
Goede intenties met averechts effect
Uit deze quote wordt ook duidelijk dat je kinderen beter niet kunt pushen. Ouders moeten dus betrokkenheid tonen, zonder druk op te leggen. Dat is best een lastige balans, blijkt ook uit sportwetenschappelijk onderzoek. Ten eerste omdat het voelen van druk, zeker bij jonge sporters, een subjectieve ervaring is. Hiermee wordt bedoeld dat het gedrag van ouders kan worden geïnterpreteerd als druk, terwijl dat niet de bedoeling is.
In mijn werk als sportpsycholoog zie ik zelden verkeerde intenties van ouders. Toch hebben goede intenties soms een averechts effect. Zo sprak ik ooit een vader met zijn zoontje die aan motorcross deed. De jongen voelde druk voor wedstrijden, met als gevolg dat hij door veel zenuwen slecht startte. Zijn vader probeerde hem vertrouwen te geven, door te laten zien welke jongens er nog meer meededen en zei dat hij die gemakkelijk kon verslaan. De arme jongen dacht vervolgens: “O jee, als ik niet van deze jongens win vandaag, dan vindt mijn vader dat erg slecht.”
Uitleggen waarom je zoveel doet voor je kind
Ten tweede is er altijd een impliciete druk voor kinderen. Hiermee wordt bedoeld dat een jonge sporter druk kan voelen, omdat ouders veel voor ze doen en betalen. En dat ouders dat doen voor hun sportende kinderen is, zoals eerder gezegd, vaak onontkoombaar. Ouders doen er goed aan om aan kinderen uit te leggen waarom ze dit voor hen willen doen. Daarbij maakt het uit wat voor ‘tegenprestaties’ ouders verwachten voor al hun tijd en geld.
Sportprestaties als tegenprestatie, in de vorm van overwinningen, records en selecties halen, zijn een garantie op druk. Er zijn waarschijnlijk al genoeg mensen in de omgeving van het sporttalent die resultaten verwacht en veel kinderen verwachten het van zichzelf. Ouders kunnen juist goed tegenwicht hieraan bieden door vooral de nadruk te leggen op plezier, persoonlijke ontwikkeling en het tonen van sportiviteit en inzet. Dat zijn verwachtingen die ouders mogen hebben van hun kinderen.
Ontwikkeling op één
Hier komen we op misschien wel het belangrijkste principe van de sportpsychologie: het verschil tussen de nadruk leggen op het resultaat of ontwikkeling. ‘De beste willen zijn’ is voor veel sporters een sterke motivatie om aan sport te doen. Het tegenstrijdige hieraan is dat het vaak minder goed gaat wanneer de sporter de nadruk legt op resultaten. Bij het halen van resultaten is de sporter namelijk afhankelijk van anderen en omstandigheden. Hoe sterk is bijvoorbeeld de tegenstander? Zijn teamgenoten in vorm? Is de scheidsrechter partijdig? Sporters die vooral zelfvertrouwen halen uit resultaten, laten dat vertrouwen daarmee afhangen van oncontroleerbare factoren.
Daar komt voor jonge sporters bij dat het vaak niet realistisch is om zich te meten aan leeftijdsgenoten. Sommige leeftijdsgenoten zijn sterker omdat ze eerder in de groei waren of vanwege het ‘geboortemaandeffect’. Tot slot, is het nodig dat sporters op jonge leeftijd succesvoller zijn dan hun leeftijdsgenoten? De knikkers worden pas verdeeld als ze volwassen zijn, dus zet ontwikkeling op één bij jonge sporters.
Bijsturen bij tegenslag
Ouders kunnen deze mentaliteit bijbrengen aan hun kinderen. Vraag niet na de wedstrijd of ze hebben gewonnen, maar vraag of ze goed hun best hebben gedaan. Of wat ze hebben geleerd, weer vooruit zijn gegaan. En wat als het tegenzit? Dat gebeurt gegarandeerd op weg naar de top. Steun van ouders is dan cruciaal en als chauffeur kunnen ze kinderen bijsturen in het leren omgaan met tegenslagen. Sportpsychologen kunnen sporttalenten en hun ouders helpen om dit proces te optimaliseren. Een nieuwe ontwikkeling hierin is het volgen van mentale training via online modules.