Alles over sport logo

‘Maak veelzijdig bewegen onderdeel van je behandelplan als fysiotherapeut’

Uit onderzoek blijkt dat mensen die veelzijdig bewegen een hoger sportniveau bereiken, meer plezier hebben in bewegen en minder snel blessures oplopen. Fysiotherapeut René Wormhoudt (60 jaar) is sinds 2012 conditietrainer van het Nederlands voetbalelftal. Samen met Prof. dr. Geert Savelsbergh stond hij aan de basis van het Athletic Skills Model (ASM). Dit model gaat uit van veelzijdig bewegen en kan fysiotherapeuten nieuwe inzichten geven.

Nadat René Wormhoudt de opleiding tot fysiotherapeut afrondde, kwam hij tot een belangrijke conclusie: de behandelkamer is vaak een beperking. Hij was, binnen de fysiotherapeutische behandeling, een van de eersten die begon met het gebruiken van de buitenruimte en het krachthonk. René: “Dat was in die tijd niet gangbaar. Waarom ik daarvoor koos? De oefenruimte was niet altijd representatief voor de buitenruimte. Ik wilde mijn patiënten niet alleen voorbereiden voor een dierentuin, maar ook voor de jungle. Dan moet je elementen uit die jungle meenemen in het herstelproces.”

Basis voor beweegprogramma’s

Inmiddels zijn we tientallen jaren verder. Aan de hand van het Athletic Skills Model (ASM) zijn in Nederland vijftig sportaccommodaties op innovatieve wijze ontworpen. Ook vormt het de basis voor beweeg- en behandelprogramma’s van professionals in de sport en zorg. De kern van het model is veelzijdig bewegen. Het is een filosofie die in de sport, onderwijs en de gezondheidssector terrein wint.

Tien grondvormen van bewegen

René en Geert ontwikkelden in het ASM de ‘Schijf van 10!’, waarin tien grondvormen van bewegen zijn uitgewerkt. René legt uit dat het model een aantal bewezen voordelen biedt. “Mensen hebben meer plezier tijdens het bewegen en zijn daardoor gemotiveerder om te blijven bewegen. Daarnaast vinden ze makkelijkere oplossingen in complexe beweegsituaties. Tot slot: specifieke vaardigheden worden uiteindelijk op een hoger niveau uitgevoerd.”

Hij legt uit dat dit betekent dat je een betere schaatser, voetballer of tennisser wordt door ook andere grondvormen van bewegen te integreren. “Niet alleen in je training, maar ook binnen je levensstijl. Denk maar aan sporters zoals tennissers Novak Djokovic en Roger Federer die in hun jeugd leerden skiën, voetballer Zlatan Ibrahimovic die taekwondo deed of voetbalster Jackie Groenen die Nederlands kampioen judo was. Deze sporters ervaren dat dit hen geholpen heeft in hun ontwikkeling naar de top.”

Beter presteren

Plezier en preventie zijn interessante concepten voor de fysiotherapie. René: “Mensen die veelzijdiger bewegen, hebben meer plezier in bewegen. Daardoor is de kans groter dat ze blijven bewegen als de behandeling stopt. Verder hebben ze minder kans op overbelasting en blessures. En als je minder overbelasting hebt, kun je kwantitatief meer bewegen. Dat leidt ertoe dat je beter kunt presteren.”

En dat geldt voor elk niveau, legt René uit. ”Oefenen om je sokken zelfstandig te kunnen aantrekken is ook presteren. Dat geldt dus ook voor dagelijkse activiteiten zoals: traplopen, het gras maaien, boodschappen doen, fietsen of klusjes in huis. Je wilt natuurlijk dat iemand niet alleen herstelt van zijn of haar klachten, maar ook dat hij of zij niet of minder vaak terug hoeft te komen.”    

Nieuwe route

Fysiotherapeuten vertrekken in hun behandelplannen vaak vanuit de zogeheten grondmotorische eigenschappen kracht, snelheid, uithoudingsvermogen, flexibiliteit en coördinatie. René vertelt dat het ASM ook een andere route biedt. Hij geeft als voorbeeld stabiliteitsproblemen aan de knie. “De stabiliteit van de knie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de aansturing, ofwel de coördinatie. In het ASM is de coördinatie apart uitgewerkt.” 

Coördinatieve vaardigheden

Het ASM-model onderscheidt zeven coördinatieve vermogens: 

  • aanpassingsvermogen;
  • evenwichtsvermogen;
  • ritmisch vermogen;
  • ruimtelijk oriëntatievermogen;
  • kinetisch differentiatievermogen
  • reactievermogen;
  • koppelingsvermogen.

“Deze vermogens zijn niet alleen verbonden met elkaar, maar ook sterk afhankelijk van elkaar voor een goede functie.” Om de stabiliteit van de knie te trainen, is het verbeteren van de coördinatie cruciaal. “Dat kun je vormgeven door de tien grondvormen van bewegen te integreren in je oefenprogramma”, legt René uit. “Denk dan aan gooien, vangen, slaan, rollen, draaien, klimmen, trekken, duwen of bewegen op muziek. Allemaal activiteiten die je kunt gebruiken om de stabiliteit van de knie te verbeteren. Vervolgens worden de voorwaarden als kracht, snelheid, uithoudingsvermogen of flexibiliteit toegevoegd.”

Individuele situatie

“De fysiotherapeut bepaalt natuurlijk individueel wat methodisch past bij het niveau en de situatie van de cliënt”, zegt René. “Juist die veelzijdigheid van grondvormen maakt kwalitatief het verschil in aansturing, zowel lokaal als binnen de totale keten. Het aanpassingsvermogen springt er in het ASM uit als het gaat om de coördinatieve vermogens. In het dagelijks leven is elke situatie telkens net even anders en daar wil je de cliënt zo goed mogelijk op voorbereiden.” 

René Wormhoudt

Goed verhaal en actieve rol

Het toevoegen van andere vormen van beweging vergt wel een goede uitleg aan de patiënt. “Het is belangrijk om mensen mee te nemen in het behandelplan. De tijd dat iemand klakkeloos uitvoert wat jij zegt, is voorbij. Als je iemand adviseert dat stijldansen goed is voor de balanstraining van de knie, dan moet je dat kunnen uitleggen.” Ook benadrukt hij het belang van een actieve rol voor de patiënt binnen de behandeling. “De patiënt is de manager van zijn of haar eigen herstelproces. Zo wordt het mogelijk om op momenten dat patiënten geen gebruik kunnen maken van een specialist ze ook de juiste keuzes kunnen maken.”

Interesse

Het ASM heeft een uitgebreid aanbod van opleidingen en cursussen voor sport- en beweegprofessionals. De afgelopen jaren volgden vele fysiotherapeuten de geaccrediteerde ASM-opleidingen. Vier grote fysioketens lieten al hun medewerkers een op maat gemaakte opleiding volgen. René: “Ik merk dat de interesse vanuit de fysiotherapie en oefentherapie om volgens de ASM-filosofie te werken toeneemt. Het wetenschappelijk bewijs over de voordelen van veelzijdig bewegen stapelt zich op[1-4]. Dat is belangrijk om te weten voor de fysiotherapeut.”

Wil je meer lezen over de toepassing van ASM bij de jeugd? Lees dan het artikel Met het ASM krijgt ieder talent de ruimte.

Bronnen

  1. Post, E. G., Trigsted, S. M., Riekena, J. W., Hetzel, S., McGuine, T. A., Brooks, M. A., & Bell, D. R. (2017). The association of sport specialization and training volume with injury history in youth athletes. The American journal of sports medicine, 45(6), 1405-1412.
  2. Vaeyens, R., Güllich, A., Warr, C.R., Phillippaerts, R. (2009). Talent identification and promotion programmes of Olympic athletes. Journal of Sports Sciences, 27, 1367-1380.
  3. Gulbin, J., Weissensteiner, J., Oldenziel, K., & Gagné, F. (2013). Patterns of performance development in elite athletes. European journal of sport science, 13(6), 605-614.
  4. Wormhoudt, R., Savelsbergh, G. J., Teunissen, J. W., & Davids, K. (2017). The athletic skills model: optimizing talent development through movement education. Routledge.

Auteur(s)

Artikelen uitgelicht


Beweegstimulering
public, professional
samenvatting
blessures, effecten op prestatie, motorische ontwikkeling