Beweeggedrag veranderen met de Beweegcirkel
Gedrag veranderen is erg lastig, ook als het gaat om in beweging komen. Het doorbreken van gewoontes en het veranderen van gedrag is nu eenmaal ingewikkeld. Er bestaan verschillende methoden om gedrag stapsgewijs te veranderen. Om jou als professional te helpen, ontwikkelde Kenniscentrum Sport & Bewegen de Beweegcirkel. De Beweegcirkel is een gesprekstool die professionals helpt om anderen stapsgewijs door de stappen van gedragsverandering te begeleiden en ze te stimuleren om meer te bewegen.
Voor wie?
De Beweegcirkel is geschikt voor elke professional die betrokken is bij het stimuleren van bewegen. Of je dit nu doet als leefstijlcoach, praktijkondersteuner, fitnessinstructeur, fysiotherapeut, of vanuit een heel ander beroep.
Hoe werkt de Beweegcirkel?
De Beweegcirkel bevat 5 stappen, gebaseerd op verschillende gedragstheorieën en -methodieken. Het doorlopen van deze stappen geeft inzicht in huidig beweeggedrag, helpt plannen te maken om meer te bewegen en helpt om dat ook vol te houden.
Digitaal en fysiek
Je kunt de Beweegcirkel zowel digitaal als fysiek inzetten. In de digitale Beweegcirkel doorloop je samen de stappen via een online omgeving. De invuloefeningen kun je na afloop van je gesprek mailen of uitgeprint meegeven aan de persoon die je begeleid.
Wil je meer weten over de voordelen van de digitale Beweegcirkel? Lees dan dit artikel. Bij de fysieke Beweegcirkels zijn invulvellen toegevoegd die je mee kunt geven. Zijn die op? Download nieuwe invulvellen, zodat je kunt blijven gebruikmaken van de Beweegcirkel.
De Beweegcirkel inzetten tijdens gesprek
Tijdens het gesprek kun je de Beweegcirkel op verschillende manieren inzetten. Je kunt de hele cirkel met iemand doornemen. Maar je kunt ook specifieke stappen behandelen, of alleen de algemene boodschap bespreken. Dat is ook afhankelijk van de behoefte van de persoon die je begeleidt. De cirkel is echt bedoeld als gesprekstool. Jij als professional kunt zelf goed inschatten wat jouw patiënt of cliënt nodig heeft aan begeleiding, stimulans of extra uitleg.
Je kunt de Beweegcirkel zowel bij individuen als groepen inzetten. De vijf stappen blijven dan gelijk, maar in groepen kunnen deelnemers met elkaar in gesprek gaan over wat ze invullen bij de stappen.
De vijf stappen
- Stap 1: Wat doe jij op een dag?
- Stap 2: Welke beweegactiviteiten kun je doen?
- Stap 3: Wat past in jouw dag?
- Stap 4: Ga ervoor!
- Stap 5: Welke vervolgstap zet jij?
Elke stap bevat een invuloefening met voorbeelden ter inspiratie. En aan het eind vind je nog verdiepende informatie over de beweegrichtlijnen.
Je kunt de Beweegcirkel zowel digitaal als fysiek inzetten. In de digitale Beweegcirkel doorloop je samen de stappen via een online omgeving. De invuloefeningen kun je na afloop van je gesprek mailen of uitgeprint meegeven aan de persoon die je begeleid. Bij de fysieke Beweegcirkels zijn invulvellen toegevoegd die je mee kunt geven. Zijn de invulvellen op? Download hier nieuwe invulvellen, zodat je eindeloos gebruik kunt maken van de Beweegcirkel.
Je kunt ervoor kiezen om de hele cirkel met iemand door te nemen. Maar je kunt ook specifieke stappen behandelen, of alleen de algemene boodschap bespreken. Dat is natuurlijk ook afhankelijk van de behoefte van de persoon die je begeleidt. De cirkel is echt bedoeld als hulpmiddel. Jij als professional kunt zelf prima inschatten wat jouw patiënt of cliënt nodig heeft aan begeleiding, stimulans of extra uitleg.
Stap 1: Wat doe jij op een dag?
De eerste stap van de Beweegcirkel is in kaart brengen wat iemand al doet qua beweging op een dag. Inzicht in huidig beweeggedrag is belangrijk, om vandaaruit te kijken of iemand extra beweegmomenten kan gebruiken.
Samen vul je in wanneer en hoeveel iemand beweegt in de ochtend, middag en avond. Zo vormt zich een totaalbeeld. Voor veel mensen is het namelijk lastig om in één keer naar de hele dag te kijken.
Vind iemand het lastig om dit gedeelte in te vullen? Dan kan het helpen om jouw patiënt of cliënt te vragen een gemiddelde dag te beschrijven. Jij als professional kunt dan de beweegmomenten uit die beschrijving filteren. Alle vormen van beweging tellen mee, dus ook het huis schoonmaken, spelen met de kinderen, de hond uitlaten en een uurtje zweten in de sportschool.
Heb je deze stap afgerond? Dan kijk je naar de momenten op een dag waarin iemand misschien méér kan bewegen. Is dat de ochtend? Of misschien wel de middag?
Stap 2: Welke beweegactiviteiten kun je doen?
Deze stap geeft inspiratie om meer beweging in de dag te brengen én helpt om een doel te stellen. Om te laten zien hoe laagdrempelig bewegen kan zijn, bevat de cirkel voorbeelden van bewegen in verschillende situaties: in huis, om huis en buitenshuis.
Nu duidelijk is hoeveel iemand al beweegt en wat er nog meer mogelijk is, kun je samen een doel stellen. Wat wil iemand bereiken? Het helpt om het doel concreet te maken. Bijvoorbeeld 1.000 stappen extra per dag zetten, of de trap oplopen zonder buiten adem te raken. Dat zijn haalbare doelen, die iemand zelf in de gaten kan houden en waarbij je snel progressie ziet. Dit werkt motiverend.
Concrete doelen stellen is voor veel mensen lastig. Jij kunt daar als professional bij helpen. Vanuit iemands doel kijk je samen naar de mogelijkheden. En om bewegen vol te houden, is het belangrijk dat mensen een activiteit kiezen die ze leuk vinden. In de Beweegcirkel staan nog meer voorbeelden.
Stap 3: Wat past in jouw dag?
In stap 3 verdeel je de gekozen beweegactiviteit over de dag. Deze stap maakt gebruik van implementatie-intenties: ook wel ‘als-dan-plannen’. Implementatie-intenties kunnen simpel voelen, maar zijn een effectieve methode om van een intentie een concreet plan te maken. Niet alleen geeft het aan wat iemand gaat doen, maar ook wanneer iemand dat gaat doen. Wanneer je een ‘als… dan…’-plan koppelt aan een dagelijkse activiteit zorgt dit bovendien voor een herinnering om het nieuwe gedrag uit te voeren. Bijvoorbeeld: ‘Als ik maandag avond gegeten heb, dan ga ik eerst een rondje wandelen voordat ik op de bank ga zitten.’
Stap 4: Ga ervoor!
Na het maken van plannen is het tijd om aan de slag te gaan. Meer bewegen, en dus gedrag veranderen gaat helaas niet zonder tegenslagen en moeilijke momenten. In deze stap kun je achterhalen wat voor iemand moeilijke momenten zijn. Is dat ‘s avonds op de bank? Of in het weekend? Het (h)erkennen van moeilijke momenten helpt om ermee om te gaan.
Ga in gesprek over deze momenten en bespreek wat jouw patiënt of cliënt kan doen om toch te gaan bewegen. Vind iemand het bijvoorbeeld moeilijk om ‘s avonds nog te bewegen? Stel dan voor om samen met een vriend te gaan. Dit helpt om het moeilijke moment te overwinnen.
Ook kun je in stap 4 een plan maken om bewegen vol te houden, ondanks de onvermijdelijke moeilijke momenten. Bijvoorbeeld door jezelf te stimuleren. Bespreek wat de ander graag doet om zichzelf te belonen. Bijvoorbeeld met een avondje naar de film wanneer hij/zij het beweegmoment vijf dagen achter elkaar volhoudt. Let op dat deze beloningen niet te ver weg zijn, iemand mag zichzelf bij kleine doelen ook al belonen. Dit geeft een positieve ervaring en meer energie om het bewegen vol te houden.
Stap 5: Welke vervolgstap zet jij?
De laatste stap is de (mogelijke) vervolgstap. Wil iemand misschien nóg meer gaan bewegen? Of toch een andere vorm van bewegen kiezen?
Het moment waarop je aan stap 5 begint is afhankelijk van de situatie. Misschien heeft iemand het nodig om wat langer met stap 4 bezig te zijn. En om om de zoveel tijd weer even te bespreken wat er goed gaat en wat nog lastig is.
Merk je dat jouw patiënt of cliënt toe is aan iets nieuws? In stap 5 vind je voorbeelden voor wat iemand kan doen als het al heel goed gaat. Maar ook als het nog niet zo goed gaat, kun je stap 5 bespreken. Hierin staan namelijk tips om om te gaan met moeilijke momenten en om bewegen vol te houden.
Interesse in de Beweegcirkel of vragen?
Wil je een Beweegcirkel aanvragen of je aanmelden voor de digitale Beweegcirkel, ga dan naar de website van Kenniscentrum Sport & Bewegen.