Televisie kijken, computerspelletjes spelen, ‘wandelen’ in de wandelwagen… Jonge kinderen bewegen tegenwoordig steeds minder.
Eén op de zeven kinderen is te dik. Door te weinig beweging, in combinatie met een verkeerd voedingspatroon, treedt bij steeds meer kinderen vanaf drie jaar overgewicht op. In de eerste drie levensjaren wordt hiervoor de basis dus al gelegd. Overgewicht is volksziekte nummer één aan het worden. Meer dan driekwart van de dikke kinderen wordt een dikke volwassene. Afvallen lukt bijna nooit. Voorkomen is beter dan herstellen!
Hoe meer beweging kinderen krijgen, hoe beter. Ieder kind heeft elke dag minimaal 60 minuten aan beweging nodig. Het gaat hierbij om gewone, dagelijkse beweging als: fietsen naar school, wandelen met de hond, skeeleren en actief spelen. Je kunt ook samen met uw kind bewegen. Om je op weg te helpen vind je hieronder een aantal beweegtips voor ouders en kinderen gespecificeerd per seizoen.
Winter
- Ga samen lopend naar de markt en zoek dingen die je niet kent (groente, fruit, …).
- Ga samen schaatsen (kan ook zonder schaatsen): op het natuurijs, op de schaatsbaan, op je sokken door de huiskamer.
- Ook met sneeuw kun je samen veel doen: maak samen een sneeuwpop, ga sleetje rijden (zoek een heuveltje/schuine afrit), sneeuwballengevecht, maak samen de stoep sneeuwvrij.
- Laat je ouder je school zien en geef een rondleiding door de school. Vertel precies welke groepen waar zitten.
- Maak samen (kerst)kaarten en doe deze lopend of fietsend met je ouder bij al je vrienden/familie/buren in de brievenbus.
- Wie wint de 5-kamp in huis. Jij of je ouder? Kies uit: slaapzakkenrace, blikgooien, kussengevecht.
- Zet een speurtocht uit in huis voor je ouder en/ of laat je ouder een speurtocht in huis uitzetten voor jou.
- Maak samen een twister spel (knip cirkels uit gekleurd papier of uit wit papier en kleur de cirkels daarna in met verschillende kleuren). Speel daarna samen twister
- Maak een (dans/ toneel)voorstelling met je ouder en voer deze op voor de rest van het gezin/ vrienden/ familie.
- Neem een bol wol. Bind het begin vast aan iets in huis (aan iets stevigs, bv een tafelpoot), ga daarna met de bol wol door het huis, ook naar boven. Laat je ouder de draad volgen vanaf het begin totdat ze bij jou zijn gekomen. Draai daarna de rollen om.
Lente
- Ga naar het park en pluk samen bloemetjes (bijvoorbeeld madeliefjes) die in het gras groeien en maak er een ketting van.
- Je ouder verstopt paaseieren (of iets anders) in de tuin / buurt en jij gaat ze zoeken.
- Mest samen je kamer uit en maak een doos met spullen om te verkopen op de rommelmarkt van Koningsdag.
- Loop of fiets samen naar een meertje. Pak wat stenen. Wie kan er het verst gooien of de stenen over het water scheren?
- Maak een speurtocht met takjes voor je ouder. Spreek vooraf af welke vorm van takjes op de grond, wat betekent. Links = ….. rechts = …..
- Doe verschillende spelletjes waarbij je tegen je ouder speelt (en vraag ook andere ouders en kinderen in de buurt), bijv. Elastieken, Disneytikkertje.
Zomer
- Ga samen naar het dichtstbijzijnde speelveldje/ pleintje en neem een bellenblaas mee. Je ouder blaast vervolgens de bellen en jij prikt er zoveel mogelijk stuk (draai daarna de rollen om).
- Ga samen touwtje springen. Bindt een groot touw aan een lantaarnpaal en verzin spelletjes. Bijvoorbeeld onder het touw doorlopen, inspringen, hurken, draai om lengte as, enz.
- Stippel samen een fietsroute uit en ga deze samen fietsen, schat vooraf in hoelang je erover gaat doen.
- Zoek een zandbak op of bezoek het strand en ga daar samen: een groot fort of zandkasteel bouwen, elkaars voeten begraven, grote tekeningen in het zand maken, met zand en water een (fantasie)dier nabouwen. Neem schepjes en harkjes mee!
- Kies samen één of meer wateractiviteiten (waterballet): flessenspel, waterballonnen, waterpistool. Wie wordt er het natste? Jij of je ouder?
- Ga samen met je ouder (disco)zwemmen.
- Maak een eigen fotospeurtocht. Je ouder loopt een rondje door de buurt en maakt foto’s, kun je samen aan de hand van de foto’s hetzelfde rondje lopen?
Herfst
- Ga samen paddenstoelen zoeken en maak foto’s of tekeningen van de 5 mooiste.
- Loop samen door het bos/ park en zoek voor iedereen een goede “wandelstok”.
- Stel aan je ouder de vraag: ‘Wat voor kleur soep eten we vandaag’. Je ouder noemt een kleur. Als deze kleur in je kleding hebt zitten, mag je zonder te tikken naar de overkant. Als de kleur niet in je kleren zit, gaat je ouder je wel tikken en moet je hard lopen/ vluchten (kan ook andersom: ouder stelt de vraag en jij noemt de kleur).
- Verzamel samen eikels of kastanjes in de buurt. Neem er een aantal (bijv de grootste) mee naar huis en maak er dan poppetjes van met prikkers.
- Ga samen dieren (of diertjes) ‘spotten’ in het bos, bij het water, op de hei en/ of in het plantsoen. Bijv. vogels, konijnen, insecten. Hoeveel diersoorten komen jullie tegen?
- Zet lekkere dansmuziek op. Wie kan ’t langst de leukste ‘moves’ doen, jij of je ouder?