In 2017 publiceerden Society Impact/EY hun studie naar de haalbaarheid en toepasbaarheid van Sport Impact Bonds (SpIB’s). Daaruit bleek dat SpIB’s haalbaar zijn wel gebonden aan randvoorwaarden. Er moeten bijvoorbeeld duidelijke prestatieafspraken te maken zijn, een financieringsbehoefte bestaan, er moet financiële en maatschappelijke impact gecreëerd worden en de maatschappelijke impact moet ook goed meetbaar zijn.
Naar aanleiding van de haalbaarheidsstudie kwam ook in de rapportage ‘Klinkende Munt – Financiële kansen voor de sport’ aandacht voor de SpIB. Nu, twee jaar later, lijkt voor de buitenwereld er misschien radiostilte rondom SpIB’s te zijn ontstaan. De teller van SpIB gefinancierde projecten staat nog op nul. Terwijl in andere domeinen – gezondheid, werk en armoede – weliswaar niet veel, maar wel al een aantal voorbeelden van Impact Bonds van de grond zijn gekomen. Schijn bedriegt, want er gebeurt toch het nodige.
Bij een SpIB investeren bedrijven in sport- en beweegactiviteiten die maatschappelijke waarde creëren. Diverse organisaties hebben hier baat bij. Gemeenten besparen bijvoorbeeld op WMO-kosten en werkgevers profiteren van minder ziekteverzuim van personeel. Deze partijen vergoeden de maatschappelijk meerwaarde (kostenbesparing) die voor hen is gerealiseerd aan de investeerders in sport- en beweegactiviteiten.
De casus Life Goals
In de zoektocht naar een geschikt initiatief voor een SpIB vonden Life Goals en Society Impact elkaar. Zij begonnen een verkennend onderzoek om te zien in hoeverre de aanpak van Life Goals geschikt is voor een SpIB. Het onderzoek is gesubsidieerd door ZonMw.
Life Goals helpt mensen via sport weer mee te doen in de maatschappij. Het gaat om mensen die om verschillende redenen kwetsbaar zijn en op meerdere leefdomeinen (wonen, relaties, gezondheid, participatie, etc.) problemen hebben. Bijvoorbeeld: dak- en thuislozen, vluchtelingen, verslaafden, zwerfjongeren, tienermoeders, ex-gedetineerden of verwarde personen. Groepen die ook graag grip op hun leven willen krijgen. Life Goals helpt hen hierbij en werkt samen met sportverenigingen, gemeenten en zorginstellingen. De stichting kan dit doen dankzij financiële steun van gemeenten en fondsen.
Uit het verkennend onderzoek blijkt dat de Life Goals-aanpak bij deelnemers leidt tot een betere gezondheid en meer persoonlijke ontwikkeling. Dat zorgt voor toename van maatschappelijke participatie hetgeen weer leidt tot een (kans op) hoger inkomen. De gemeente merkt dat hierdoor minder aanspraak wordt gemaakt op maatschappelijke opvang, uitkering en woonbegeleiding.
Ook zorgverzekeraars spinnen hier garen bij. Bijvoorbeeld door minder medicijngebruik en afname van de vraag naar psychiatrische hulp en huisartszorg. De berekende maatschappelijke opbrengsten van Life Goals voor locatie Maastricht (jaarlijks bijna. €156.000) zijn hoger dan de kosten (jaarlijks ca. €50.000).
Tabel 1. Overzicht baten per stakeholder – locatie Maastricht
Stakeholder | Waarde | Percentage |
Deelnemers | € 26.693 | 17,1% |
Gemeente | € 1.26.550 | 81,2% |
Zorgverzekeraar | € 2.590 | 1,7% |
Totaal | € 155.833 | 100% |
De vraag is dan: in hoeverre zijn de berekende baten toe te schrijven aan de activiteiten van Life Goals? De onderzoekers trekken hierover geen conclusie, maar berekenen wel het ‘break-even point’; als de baten voor 32% of meer toerekenbaar zijn aan het werk van Life Goals, dan zijn de baten hoger dan de kosten.We komen straks terug op de Life Goals verkenning.
SpIB in het kort
Er is steeds meer erkenning voor sport als effectief middel om maatschappelijke problemen op te lossen. Onderzoeker Richard Bailey ontwikkelde in 2013 het Human Capital Model van sport en bewegen. Het model beschrijft zo’n 80 effecten die ontstaan als mensen sporten en bewegen, zoals een kleiner risico op fysieke aandoeningen, meer zelfbeheersing, plezier en het ontstaan van sociale netwerken. Een deel van deze effecten is ook in geldeenheden uit te drukken. Vorig jaar publiceerde Kenniscentrum Sport de uitkomsten van de studie naar de Social Return On Investment (SROI) van sport en bewegen. De SROI is het maatschappelijk rendement van investeringen in sport en bewegen.
In de praktijk is het meestal een gemeente die een Impact Bond aangaat. De gemeente moet dan heel concreet kunnen formuleren welke vergoeding tegenover welke prestaties staat. De beste manier om de de vastgestelde prestaties te halen, wordt doorgaans opengelaten voor investeerders om zelf in te vullen.
Het vormgeven van een SpIB is een stuk ingewikkelder dan het op papier lijkt. Dat is ook de reden dat praktijkvoorbeelden nog ontbreken. We vroegen experts naar de succesfactoren van het instrument én naar de grootste uitdagingen.
Human Capital Model
Het Human Capital Model laat zien dat sporten en bewegen op veel vlakken effectief zijn. Het model, ontwikkeld onder leiding van de Britse onderzoeker Richard Bailey, benoemt meer dan 80 effecten van sporten en bewegen. Die zijn ingedeeld op basis van zes kernwaarden: fysiek, emotioneel, sociaal, persoonlijk, intellectueel en financieel.
Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft een interactief Human Capital Model ontwikkeld. Daarin vind je per effect een omschrijving, relevante artikelen van Allesoversport.nl, erkende interventies en producten en contactgegevens van specialisten van Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Succesfactoren van SpIB’s
- SpIB’s zorgen dat sociaal ondernemers maatschappelijke initiatieven kunnen realiseren, die ze voorheen niet gefinancierd kregen.
- Het inrichten van een SpIB dwingt betrokkenen, vooral gemeenten, om doelstellingen heel concreet te maken.
- Door het uitvoeren van een SpIB ontstaat praktijkdata op microniveau (uit de effectmetingen) waaruit meer inzicht ontstaat over de effectiviteit van interventies.
- SpIB’s raken per definitie andere gemeente-afdelingen dan alleen sport; het prikkelt om domeinoverstijgend te werken.
- Een SpIB is een harde afspraak en biedt voor meerdere jaren zekerheid aan investeerders. Overheidsbeleid (verstrekken van subsidies) is minder voorspelbaar.
- De gemeente minimaliseert het investeringsrisico. De betaling gebeurt op basis van behaald resultaat waardoor het risico (upside en downside) bij de markt komt te liggen.
Experts over wat nodig is om SpIB’s daadwerkelijk van de grond te krijgen:
#1 Een andere manier van denken aan publieke én private kant. Gemeenten moeten het aandurven harde resultaten te definiëren en hierop te sturen. Ondernemers denken soms nog te veel aan sport als doel in plaats van middel. Het kan helpen als beide partijen openstaan voor een lichtere variant van de SpIB. Zonder dezelfde complexiteit van metingen en contractuele afspraken, en meer op basis van onderling vertrouwen.
#2 Het zou helpen om op te kunnen schalen. Bijvoorbeeld via een fonds, waaraan een x-aantal gemeenten bijdragen en waaruit meerdere initiatieven worden gefinancierd. Dan dalen de totale transactiekosten.
Uitdagingen van SpIB’s
- Het afsluiten van een SIB is een vrij complex traject met meerdere partijen (vaak ook met onafhankelijke intermediairs) en hoge transactiekosten. Er moet een uitgebreid en dichtgetimmerd juridisch contract onder de SpIB liggen, zodat geen discussie kan ontstaan over de gemaakte afspraken.
- SpIB’s passen beter bij concrete sportstimuleringsprojecten dan bij de realisatie of exploitatie van sportaccommodaties. Terwijl het juist bij deze projecten om relatief kleine bedragen gaat, die niet altijd in verhouding staan met de benodigde tijdsinvestering voor een SpIB.
- Veel gemeenten vinden het in de praktijk nog lastig om concrete resultaten te formuleren.
- Vergeleken met arbeidsmarkteffecten zijn de effecten als gevolg van sport en bewegen vaak lastig meetbaar en te monetariseren.
- Sport staat niet op zichzelf. Er gebeurt van alles omheen, waardoor het soms heel lastig is om de causaliteit tussen interventie en resultaat aan te tonen. Waarom gaan mensen meer sporten in een bepaalde wijk? Misschien (ook) doordat de politie inspanningen heeft gedaan om de buurt veiliger te maken.
‘Hoe die impact eruit moet ziet, zowel kwalitatief als kwantitatief, wordt vaak niet concreet geformuleerd.’
Life Goals over SpIB in de praktijk
Terug naar Life Goals. Om de volgende stap te kunnen maken naar een SpIB, doet Society Impact aanbevelingen om de waarde (in een pilot) nog beter inzichtelijk te maken Denk aan het monitoren van deelnemers op wiens leefsituatie maatschappelijke winst te behalen is en het vooraf afspreken (en meten) van concrete doelen met deelnemers. Hetzelfde geldt voor het regelmatig meten van ‘soft skills’ van deelnemers. Uiteraard zijn er ook nog andere hordes te nemen:. In hoeverre herkent Life Goals de succesfactoren en uitdagingen die de experts hebben geschetst? We vroegen het Minke van der Kooi van Life Goals:
“Het concept SpIB is voor Life Goals nog relatief onbekend terrein. Het onderzoek van Society Impact was een mooie kans om ons hierin te verdiepen en mogelijkheden te verkennen. Hoewel wij dus nog niet concreet bezig zijn met het sluiten van een SpIB, herkennen wij veel van de opmerkingen van de experts. Bijvoorbeeld als het gaat om het stellen van concrete resultaten samen met gemeenten. Onze ervaring is ook dat ze dat lastig vinden.
Met de Life Goals Monitor brengen we zo veel mogelijk relevante informatie over de ontwikkeling van onze deelnemers in kaart. Hierin is veel ruimte om ook de gewenste output voor gemeenten te monitoren. We proberen de monitor dan ook zo goed mogelijk op de lokale behoeftes af te stemmen. Gemeenten vinden de monitor erg interessant, maar laten de invulling daarvan vaak helemaal bij ons liggen. Wij hebben juist de overtuiging dat de impact vergroot wordt als je samen stuurt op het gewenste resultaat. Als gemeenten besluiten om een Life Goals programma te financieren, doen ze dat vaak omdat ze erop vertrouwen dat wij zorgen voor positieve maatschappelijke impact.
Ik denk dat het lastig blijft om de bijdrage van sport op kostenbesparing te kwantificeren. Interessant aan het onderzoek van Society Impact is dat ze in kaart hebben gebracht waar het break-even point ligt. In het vervolg kunnen wij het gesprek met de gemeente aangaan over die 32%. Als je denkt dat sport voor minstens 32% bijdraagt aan de maatschappelijk impact, is het waarschijnlijk rendabel om te investeren in een Life Goals programma.
Door dit onderzoek brengen we met onze monitor nu nog beter in kaart wat de precieze besparing op zorgkosten is. Dit is nog een stap richting het monetariseren van onze maatschappelijke impact, wat ons helpt bij de verantwoording en doorontwikkeling van onze methodiek. Tegelijkertijd denk ik dat de kwalitatieve impact en de verhalen van deelnemers misschien wel net zo belangrijk blijven om het volledige beeld van de waarde van sport voor kwetsbare mensen te laten zien.”