Voor Soesters is het een vertrouwd beeld: tussen de voetbalvelden van VVZ’49 en de spoorlijn ligt een weiland met ’s zomers grazende koeien en ’s winters een grote plas water, die soms bevriest. Dat winterbeeld blijft hetzelfde, maar het zomerbeeld gaat veranderen. Het stuk grond heeft geen agrarische bestemming meer en verandert in een natuurgebied.
We spraken hierover met Aukje Treep-van Hoeckel, wethouder van de gemeente Soest (Natuurontwikkeling, Omgevingswet en Openbare ruimte, GGS). “Het stuk grond is in eigendom van de gemeente en werd al jaren verpacht aan een boer. Maar eigenlijk was de grond daar niet geschikt voor. Het ligt erg laag en dicht bij de rivier de Eem. Daarom is het er erg drassig en komt het kwelwater snel omhoog. Dus waarom hier niet gebruik van maken?”
Koeien verhuisd
In het landschaps- en natuurontwikkelingsplan van de gemeente is onder meer opgenomen dat de natte gebieden, de plekken waar het kwelwater omhoog komt, beter benut moeten worden. Zo vormen ze een overgangsgebied tussen de hoger gelegen duinen en bossen en de Eem. Speerpunten zijn een hogere biodiversiteit, betere leefbaarheid, goede samenwerking met de grondeigenaren en cultuurhistorische elementen zichtbaar maken.
“Wij zagen op deze plek meteen veel potentie voor natuurontwikkeling”, zegt Treep. “Mijn collega-wethouder Harrie Dijkhuizen [Grondbeleid, Bewegen en sport, CU-SGP] heeft de boer die de grond pachtte van maart tot en met oktober, voorgesteld de verpachting te beëindigen. Samen met Jan Tupker, natuurbeheerder bij de gemeente Soest, is naar een oplossing gezocht. De boer kan nu in de zomermaanden van een nabijgelegen weiland gebruik maken.” De eerste stap om het gebied onderdeel te maken van natuurontwikkeling was hiermee gezet.
Bossen en polder in eigen beheer
In de plannen voor natuurontwikkeling werkt gemeente Soest samen met Natuurmonumenten, Utrechts Landschap, ASR en Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Alle sportaccommodaties rondom Soest maken onderdeel hiervan uit. Gemeente Soest heeft het bosbeheer niet, zoals de meeste gemeenten, uitbesteed aan Staatsbosbeheer, maar doet het beheer zelf onder leiding van bos- natuurbeheerder Jan Tupker. Hij ontwerpt de plannen voor de aanleg van eco- en faunapassages van de ruim 400 hectare bos rond Soest, maar ook voor het poldergebied aan de noordoostkant, waar de natuurijsbaan is gelegen.
Grond egaliseren
De Stichting Natuurijs Peter’s Baan is van oktober tot maart pachter. Wethouder Dijkhuizen heeft voorzitter Coen Kamphorst geïnformeerd over de plannen en gevraagd naar de wensen van de stichting. Het uitgangspunt is dat het natuurbeheer niet ten koste mag gaan van het bestaansrecht van de ijsbaan. Kamphorst: “Door jarenlang gebruik van landbouwmachines zaten er diepe geulen en kuilen in de grond. Als wij in oktober de pompen aanzetten om het land onder water te laten lopen, duurde het zes weken voor de waterlaag voldoende was. Op sommige plekken was het water 30 centimeter diep, op andere plekken een meter. Je kunt het risico niet nemen dat daar iemand door het ijs zakt.”
De grond is in de zomer van 2020 geëgaliseerd, na onderhandeling over de kosten. Kamphorst: “Dijkhuizen wilde de kosten fiftyfifty verdelen. Maar wij hebben die geulen toch niet veroorzaakt?” De stichting kwam een kleinere bijdrage overeen en een iets verhoogde pachtprijs. Kamphorst: “De kosten voor het pompen betalen wij. En die waren afgelopen oktober een stuk lager dan andere jaren. Door de egale grond was één week pompen voldoende.”
Neem hier een 360-graden-kijkje op de ijsbaan
Natuur krijgt vrij spel
Wethouder Treep, van beroep landschapsarchitect, kijkt uit naar hoe het gebied zich zal ontwikkelen. “We zullen hooguit de rietkragen een keer snoeien en het veld zal gemaaid moeten worden voordat de Peter’s Baan de pompen weer aanzet. Rond het terrein plaatsen we een meidoornhaag en verder laten we het over aan de natuur. Het ziet er veelbelovend uit. Afgelopen jaar zijn er al veel vogelsoorten gespot, vooral in de poeltjes aan de rand. We hopen op meer soorten insecten en vlinders.”
Voorzitter Kamphorst heeft de afgelopen maanden veel dieren weten te fotograferen. “Woelmuizen in het riet, een boommarter in de steenuilenkast, buizerds en ijsvogels. Er lopen hazen en bij het water zitten ringslangen. Ook bekijken we met een imker of hier in de zomer bijenkasten kunnen staan.”
Dat klinkt aantrekkelijk voor wandelaars, maar het gebied is niet toegankelijk – tenzij er ijs ligt. “Zo kan de natuur zich in alle rust ontwikkelen. Vanaf de kant van de Eem kun je wel over het gebied kijken. Als er geschaatst kan worden, kun je rond de baan even zitten, maar de poelen eromheen zullen we afschermen.”
Sportparken en biodiversiteit
“Het landschap en de biodiversiteit zie ik als een systeem”, vervolgt Treep. “Voor goed natuurbeheer heb je een duidelijke visie nodig. Dit kan alleen als je samenwerkt. Sportaccommodaties vormen de verbinding tussen het dorp en de omringende natuur. Dat is ook zo bij sportparken aan de Bosstraat, grenzend aan de bossen en duinen. Sommige clubs barstten uit hun voegen. Uitgangspunt is dat we geen bos kappen voor uitbreiding, dus maakten we een herverdeling van de velden. Het hele gebied vormt een lint naar het bos, met houtwallen en veel begroeiing om de sportvelden. We stimuleren de sportclubs om samen te werken. Vrijwilligers doen dit erbij, dat realiseren we ons heel goed. Maar de wil is er absoluut.”
Schaatsen uit het vet?
Voor de Peter’s Baan blijft de vraag: kunnen we schaatsen deze winter? Kamphorst: “Onze ervaring is dat de vorst uiterlijk half februari moet invallen, met minimaal drie dagen matige tot strenge vorst. Vanaf half februari worden de dagen langer en zorgt de zon ervoor dat het ijs smelt. Maar wie weet. Onze abonnementhouders staan te popelen!”