Smartphones en tablets worden vaak gezien als bedreiging voor de sportdeelname van de jeugd. Vergelijking van sportdeelnamecijfers uit 2003 met die uit 2017 laat echter zien dat de sportdeelname bij de jeugd constant is gebleven. De teruggang in motorische vaardigheden van basisschoolkinderen, die de Onderwijsinspectie vorig jaar vaststelde, heeft waarschijnlijk te doen met andere zaken dan de sportfrequentie. Te denken valt aan minder buiten spelen en minder vaak naar school lopen of fietsen.
Factsheet
Het Mulier Instituut heeft het sportgedrag van twee leeftijdscategorieën geanalyseerd: kinderen (6-11 jaar) en jongeren (12-17 jaar). Het percentage kinderen (6-11 jaar) dat sport, is in beide meetjaren gelijk (rond 85%). Bij jongeren (12-19 jaar) zien we enige groei van de sportdeelname (80% in 2003 en 85% in 2017). Ook het lidmaatschap van een sportvereniging is bij kinderen gelijk in 2003 en 2017 (64%). Bij jongeren is het lidmaatschap van een sportclub teruggelopen van 69 naar 62% onder sportende jongeren, en van 56 naar 54% onder alle jongeren. Omdat jongeren wel iets meer zijn gaan sporten, is er bij deze groep dus sprake van een verschuiving van verenigingssport naar commerciële sportvormen (zoals fitness) en ongeorganiseerde vormen van sport (zoals fietsen en pleintjesbasketbal).
Lees het factsheet Sportdeelname & lidmaatschap sportclubs jeugd. In het factsheet is een methodische verantwoording opgenomen en een vergelijking met andere onderzoeken naar jeugdsport.