In dit artikel zijn de kosten en opbrengsten van vijf interventies op een rij gezet.
- valpreventie bij ouderen,
- begeleiding van kwetsbare jongeren op sportclubs,
- extra uren lichamelijke opvoeding bij vroegtijdig schoolverlaters,
- de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) bij mensen met overgewicht,
- de Gezonde Wijkaanpak.
Investeren in sport en bewegen loont
Sport en bewegen hebben maatschappelijke meerwaarde, zo blijkt uit onderzoek. Deze sociaaleconomische waarde is in 2021 opnieuw berekend door onderzoeksbureau Ecorys. Wanneer iemand structureel sport of beweegt, kan dit tot € 75.000 aan maatschappelijke waarde per persoon opleveren, over de rest van zijn of haar leven. Dit zijn gezondheids-, sociale- en arbeidsvoordelen. Ecorys heeft deze voordelen onderzocht en voor drie leeftijdsgroepen in euro’s uitgedrukt. Bekijk de infographic en het volledige rapport. Lees ook: Wat is de sociaaleconomische waarde van sporten en bewegen?
Adviesbureau Rebel en het Mulier Instituut hebben deze opbrengsten afgezet tegen de maatschappelijke kosten om te kunnen sporten en bewegen – de Social Return On Investment (SROI). Het blijkt dat de maatschappelijke opbrengsten 2,7 keer zo hoog zijn als de kosten die worden gemaakt. Dit betekent dat investeren in sporten en bewegen maatschappelijke waarde heeft. Lees het onderzoek en bekijk de infographic voor de resultaten in één overzicht. Wil je meer duiding? Lees dan: SROI van sport en bewegen: maatschappelijke opbrengsten zijn 2,7 keer zo hoog als de kosten
Jouw lokale cijfers in één overzicht
De SROI van sport en bewegen is lokaal niet overal hetzelfde. Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft een infographic ontwikkeld waarmee in één oogopslag het lokale SROI-cijfer en andere kengetallen rondom sport en bewegen van de gemeente zichtbaar zijn. Met inzicht in deze data kun je als beleidsambtenaar het belang van investeren in sporten en bewegen nog beter onderbouwen. En je kunt het overzicht gebruiken in gesprekken binnen de eigen gemeente of met andere sectoren. Ook is het een handig overzicht om te gebruiken als startfoto voor je sport- en beweegnota of -visie. Benieuwd naar de cijfers voor jouw gemeente? Vraag dan snel de infographic aan. Deze ontvang je binnen vijf werkdagen in je inbox.
Valpreventie met hulp van oosterse vechtsporten
Vallen is het meest voorkomende huis-tuin-en-keuken-ongeval bij 65-plussers. Gemiddeld is elke 5 minuten een 65-plusser slachtoffer van een val met letsel waarbij behandeling op de Spoedeisende Hulp noodzakelijk is. Jaarlijks overlijden zo’n 4000 ouderen door een valongeval. Door beweegprogramma’s zoals ‘Vallen Verleden Tijd’, ‘In Balans’ en ‘Otago’ is het aantal valincidenten afgenomen. De gebruikte valtechnieken zijn gebaseerd op oosterse vechtsporten.
De sociale opbrengsten van investeren in valpreventie
De kosten van valpreventie hangen af van de gekozen implementatiestrategie. Grofweg kun je zeggen dat tweederde van het geld naar een beweegprogramma gaat. Elke geïnvesteerde euro levert echter €1,50 – €2,20 op. Het rendement is het hoogst bij programma’s voor deelnemers met een hoger valrisico.
Een groot deel van de opbrengst komt terecht bij de zorgverzekeraar dankzij kostenbesparing op huisarts, wijkverpleging en –verzorging, fysiotherapie, ambulance en ziekenhuiszorg. De rijksoverheid krijgt een derde van de baten vanwege besparingen op de overheidsvergoeding voor langdurige zorg bij verpleging en revalidatie.
De vraag naar Wmo thuiszorg en mantelzorg neemt ook af. Dat draait weliswaar niet om geld maar betekent wel dat de druk op de omgeving van de patiënt afneemt. Dat is te waarderen in afname in vervangingskosten voor Wmo en mantelzorg-uren.
“Valpreventie: Elke geïnvesteerde euro brengt €1,50- €2,20 op.”
In het voorjaar van 2020 wordt de online rekenhulp en de onderliggende maatschappelijke kosten en batenanalyse (MKBA) vernieuwd. Zo worden Wmo-kosten uitgebreid met andere Wmo-voorzieningen zoals bijvoorbeeld dagopvang, vervoer en rolstoelen. Het Wmo-aandeel wordt dan 12%. Tegenwoordig wordt revalidatie in het verpleegtehuis ook vergoed waardoor besparingen voor de zorgverzekeraar stijgen naar 58%. De resterende 19% is voor de overheid een besparing op langdurige zorg (WLZ).
Valpreventie zorgt niet alleen voor een financiële besparing maar levert natuurlijk ook een betere kwaliteit van leven op. Dit is berekend door het voorkomen van de hoeveelheid verloren levensjaren (na een fatale val) en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen uit de drukken in Disability Adjusted Life Years (DALY’s). Hier is geen financiële waarde aan toegekend.
Aan de slag met oosterse vechtsport en valpreventie?
De Judo Bond Nederland (JBN) ontwikkelde samen met de Nederlandse Vereniging voor Jiujitsu en Judo Leerkrachten (NVJJL) ‘Fit, Veilig en Valbreken/ZekerBewegen. Talloze organisaties (zoals sportraden, overheden, GGD-instellingen, ouderenorganisaties, judoclubs of sportscholen) bieden de interventie aan ter verbetering van het beweeggedrag van ouderen. Meer methodieken staan in de database Sport- en beweeginterventies. Lees ook het artikel over valpreventie.
Alleen jij bepaalt (AJB) met hulp van sportclubs
‘Alleen jij bepaalt wie je bent’ (AJB) is een preventieve gedragsinterventie waarbij sport wordt ingezet als middel om delinquent gedrag bij jongeren in het praktijkonderwijs en vmbo te voorkomen. Via sportclinics door topsporters op school worden jongeren gestimuleerd deel te nemen aan een gestructureerde vrijetijdsbesteding bij geselecteerde sportverenigingen. Sommige jongeren kunnen vervolgens minimaal twee jaar deelnemen aan een teamsport zoals voetbal, basketbal of honkbal. Bij een vereniging worden ze begeleid door professionele trainers. De belangrijkste elementen van deze interventie zijn de inzet van trainers als positieve rolmodellen, vrijetijdsbesteding in groepsverband, duidelijke afspraken over gewenst en ongewenst gedrag, individuele begeleiding en niet te intensief interveniëren.
De interventie kost €2.545,- per deelnemer voor de duur van twee jaar. Een groot deel van de kosten zijn voor de inzet van de trainers, contributie, kleding en materiaal. In 2018 werd AJB uitgevoerd bij 46 sportclubs in 21 gemeenten en namen in totaal 700 deelnemers deel.
Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam bleek dat na één seizoen AJB sprake is van bijzondere resultaten:
- meer pro-sociaal gedrag,
- minder gedragsproblemen,
- betere omgang met autoriteit,
- betere schoolprestaties,
- een minder delinquent vriendennetwerk,
- betere normen en waarden.
Recenter onderzoek laat zien dat deelname aan AJB op korte termijn delinquent gedrag voorkomt of vermindert. AJB’ers werden na deelname minder geregistreerd als verdachte door de politie en werden gemiddeld minder voor strafbare feiten veroordeeld. Dit effect van AJB op de ontwikkeling van delinquent gedrag is echter alleen op een korte termijn te zien (gedurende 16 maanden na de start van AJB in 2014). Op langere termijn (gedurende 3 jaar na de start van AJB) is geen effect van AJB gevonden op registratie als verdachte of veroordeling. De effecten van AJB liggen aanzienlijk hoger dan het gemiddelde effect voor preventieve interventies ter voorkoming van delinquent gedrag (Gubbels et al, 2018).
“AJB-interventie: iedere gëinvesteerde euro levert de maatschappij €19 tot €32 op.”
De (sociale) opbrengsten van investeren in AJB
Elke geïnvesteerde euro in AJB levert de maatschappij zo’n €19 tot €32 op. Dat is een forse opbrengst vooral veroorzaakt wordt door de besparing op schade door crimineel gedrag. Voor het toekennen van een waarde, is gekeken naar de totale schade in Nederland die voortkomt uit crimineel gedrag. Hieruit is gefilterd welke schadeposten en welke doelgroepen deze schades veroorzaken. Zo schatten de onderzoekers dat de jaarlijkse vermeden schadelast tussen de € 2,3 en 4,6 mln ligt, die gelinkt kan worden aan 1000 AJB-deelnemers.
Een andere belangrijke opbrengst van het project is de betere kwaliteit van leven (uitgedrukt in ‘QALY’: Quality Adjusted Life Years) die het sporten bij de vereniging oplevert. Dit is geen primair doel van de interventie, maar een positieve ‘bijwerking’. Op grond van studies van meerdere sportinterventies wordt de QALY-waarde van deze interventie ingeschat op 0,007. Dit betekent praktisch dat de interventie leidt tot 2,5 extra dagen in goede gezondheid (365*0,007) en een waarde van € 140 per jaar. Lees hier verder over de maatschappelijke kosten-batenanalyse van AJB.
Aan de slag met AJB?
Het AJB programma wordt aangeboden bij basket-, honk- en (zaal)voetbalverenigingen. In maart 2019 is AJB officieel erkend bij het Nederlands Jeugdinstituut als effectief volgens eerste aanwijzingen.De uitvoering van AJB is in handen van Stichting Laureus Nederland.
Voor meer informatie over de uitvoering van AJB, bezoek de website www.alleenjijbepaalt.nl.
‘Time in’ met hulp van extra sportlessen
‘Time in’ is een programma van de opleiding Sport & Bewegen binnen een Groningse mbo-school. Doelgroep zijn eerstejaars niveau-2-leerlingen, die dreigen school te verlaten zonder diploma. Deelname aan ‘Time in’ is een laatste kans voor de leerling om de opleiding te mogen voortzetten. Het doel, aanpak en duur kunnen verschillen per leerling. Sport – zoals Judo – wordt bijvoorbeeld ingezet om het zelfvertrouwen, zelfbewustzijn en zelfreflectie te bevorderen. De kosten bestaan hoofdzakelijk uit personeelslasten, extra jaren schoolopleiding, opsporen, administreren en bestraffen van deelnemers die alsnog spijbelen. In totaal is dit bijna €2.000 per deelnemer.
De (sociale) opbrengsten van investeren in ‘Time in’
Voor de opbrengsten maken we in dit programma onderscheid tussen een lichte en een zware doelgroep. De lichte doelgroep heeft de cognitieve en sociale capaciteiten om het mbo-diploma te kunnen behalen. De zware doelgroep heeft vaak te maken met psychiatrische stoornissen die de schoolcarrière ernstig belemmeren. Het maximaal haalbare effect is ze vaardigheden aan te leren die leiden tot een baan. Besparing op criminaliteit is in dit programma de belangrijkste opbrengst. Naar schatting zal 30-40% van de jongeren zonder deelname aan ‘Time in’ zwaar crimineel gedrag vertonen. Bij deelnemers vermindert dit naar schatting tot 15%. De maatschappelijke kosten van zware criminaliteit bestaan uit vrijheidsstraffen en slachtofferkosten.
“Een […] belangrijke opbrengst is dat jongeren met een startkwalificatie op de arbeidsmarkt een hoger loon kunnen verdienen.”
De kosten voor vrijheidsstraffen komen neer op €300 per dag in een jeugdinrichting (met een gemiddeld verblijf van 80 dagen). Voor de reclassering kan worden uitgegaan van gemiddeld ruim €8.000 per vrijheidsstraf. De helft van zware criminaliteit resulteert in slachtofferkosten die ongeveer drie keer zo hoog zijn als directe justitiële kosten.
De maatschappelijke kosten van lichte criminaliteit bestaan hoofdzakelijk uit de kosten van taakstraffen. Deze lopen uiteen van €535 per HALT-afdoening tot ongeveer €3.000 per zaak die de justitiële keten doorloopt. Een andere belangrijke opbrengst is dat jongeren met een startkwalificatie op de arbeidsmarkt een hoger loon kunnen verdienen. Deze baten zijn aanzienlijk, omdat ze gerealiseerd worden gedurende het gehele werkzame leven. De onderzoekers gaan, op basis van eerder onderzoek, uit van 7% hoger loon. In totaal overstijgen de opbrengsten tweemaal de kosten. Maar omdat een toekomstige euro minder waard is dan vandaag (dit wordt een discontovoet genoemd) ligt het ingeschatte rendement op ongeveer 16% en ongeveer €13.000 per deelnemer gemiddeld. Meer hierover staat in de maatschappelijke kosten-batenanalyse van Time In.
Ook sport inzetten om schoolverlaten te voorkomen?
In Nederland bestaan verschillende interventies die gericht zijn op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten met behulp van sport en bewegen. Bijvoorbeeld Sport-It, Futsal Chabbab, YETS (Youth Empowerment Through Sports), Respons, SportMPower, Kick-Change en de Graafschap helpt Scoren.
De eerste vier interventies staan ook in de database Erkende Sport- en beweeginterventies.
Gecombineerde leefstijlinterventie met hulp van beweegbegeleiding
Sinds 1 januari 2019 vallen erkende gecombineerde leefstijlinterventies (GLI’s) onder de basiszorgverzekering. In theorie komen 4.7 miljoen Nederlanders in aanmerking voor een GLI. In de budget-impactraming (2010) is uitgegaan van 236.000 mensen die jaarlijks zullen deelnemen aan een GLI. Dit is 5% van de totale hoog-risicogroep. In 10 jaar tijd zullen naar schatting 1,8 miljoen mensen hebben deelgenomen.
Nieuw in de basisverzekering
Het grootste zorgcomponent binnen de GLI bestaat is de reguliere zorg. Die viel al onder de basisverzekering. Nieuw is dat programmavarianten die ‘begeleiding bij bewegen’ omvatten dit nu ook doen. Zoals het gestructureerde, samenhangende aanbod van advisering en begeleiding bij voeding en eetgewoonten, beweging en gedragsverandering. In het model zal 15% van de jaarlijkse instroom enige vorm van ‘begeleiding bij bewegen’ krijgen. De extra kosten worden ingeschat op €695 miljoen in tien jaar.
De (sociale) opbrengsten van investeren in GLI
De afname van zorggebruik bij huisarts en diëtist zal in 10 jaar tijd €97 miljoen opleveren. Verder moet de GLI zorgen dat de gezondheid van de deelnemersgroep verbetert. Naar verwachting zal 21% van de deelnemers verschuiven van obesitas naar overgewicht. Zo’n 26% verhuist naar de groep mensen met gezond gewicht. Het verschil in zorgkosten bedraagt na tien jaar €1.078 miljoen. Vervolgens wordt ook nog productieverlies vermeden doordat mensen fitter op het werk verschijnen. Werkgevers zullen daardoor met minder verzuim te maken krijgen. Dit wordt ingeschat op €436 miljoen. De totale opbrengsten zijn dus €1.611 miljoen wat neerkomt op een return on investment van 2,3. Op de website van Kenniscentrum Sport & Bewegen staat meer informatie over de maatschappelijke kosten-batenanalyse van GLI.
Aan de slag hiermee?
Nog niet alle huisartsen verwijzen alle mensen door die in aanmerking komen voor een GLI. Het hangt van de specifieke zorgverzekeraar en de GLI af welke rol de gemeente en buurtsportcoach hierbij krijgen toegedicht, van (vrijwel) niets tot bijvoorbeeld het inzichtelijk maken van bestaande beweegprogramma’s of een rol binnen het programma zelf. Ook kan de gemeente betrokken zijn bij de inkoop van de GLI. Dit kan als de GLI ook aangeboden wordt via de gemeentepolis, aan mensen die niet voldoen aan de criteria voor vergoeding via de basisverzekering.
Het RIVM heeft nu drie interventies erkend op het niveau effectiviteit in het erkenningstraject. Het gaat om Beweegkuur, SLIMMER en COOL.
Gezonde wijk met beweegtuin
Het experiment ‘Gezonde wijk’ is één van de zeven landelijke experimenten in de aandachtswijken. Dit experiment richt zich op het verkleinen van de gezondheidsachterstanden in deze wijken. Dat gebeurt via een integrale gezondheidsaanpak op vier sporen:
- gezonde leefstijl,
- gezonde leefomgeving,
- toegankelijke zorg,
- ondersteuning en gezond meedoen.
Sport en bewegen heeft voornamelijk een rol in de eerste twee. Bij gezonde leefstijl gaat het om de doorstroom van patiënten in geïndiceerde beweegprogramma’s naar regulier sportaanbod in de wijk te versoepelen (beweegoffensief). Bij gezonde leefomgeving ligt de nadruk op het aanleggen en beheren van een uitgebreide beweegtuin, toegankelijk voor bewoners van verzorgingshuizen in de buurt en breed voor alle bewoners van de wijk.
De (sociale) opbrengsten van investeren in de Gezonde Wijkaanpak
In de maatschappelijke kosten-batenanalyse wordt gewerkt met een voorbeeldwijk van ruim 10.000 inwoners waarbinnen het programma 2.000 mensen bereikt. De verwachting is dat na drie jaar 61 bewoners op normaal gewicht zijn gekomen, 22 bewoners voldoen aan de beweegnorm, 3 bewoners vrij zijn van psychische klachten, 4 mantelzorgers minder overbelast en er zijn 300 minder doorverwijzingen naar de tweedelijnszorg. De kosten hiervoor worden ingeschat op €1,2 miljoen.
De belangrijkste baten zijn te verwachten op de besparing van zorgkosten doordat minder gebruik gemaakt wordt van de tweedelijnszorg. Dit kost gemiddeld €1200 per behandeling. Een betere gezondheid levert ook een betere kwaliteit van leven van de bewoners op. Dit wordt uitgedrukt in naar schatting 140 gewonnen levensjaren in goede gezondheid. Voor de productiviteitswinst wordt vooral gekeken naar Wajong-jongeren die aan de slag kunnen, waardoor bespaard wordt op uitkeringen. Lees hier verder in de maatschappelijke kosten-batenanalyse van de Gezonde Wijkaanpak.
Aan de slag met een Gezonde Wijkaanpak ?
Het is belangrijk eerst gegevens te verzamelen om vervolgens een wijkgezondheidsprofiel te kunnen opstellen. Dit helpt om te weten wat de gezondheidssituatie is van de inwoners en welke vragen er leven. Op basis van het wijkgezondheidsprofiel wordt samen met partners en inwoners uit de wijk bepaald welke problemen de meeste prioriteit hebben en waar de Gezonde Wijkaanpak op gericht wordt.
Lees meer over de processtappen voor integraal gezondheidsbeleid.
Wat kunnen we hiervan leren?
De maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s) van de vijf beschreven interventies laten zien dat het ondanks beperkte informatie mogelijk is om de verwachte opbrengsten in kaart te brengen. Veelal wordt gewerkt met aannames over de omvang van het effect en de waarde die daarmee samenhangt. Meer onderzoek en evaluaties moeten helpen om deze aannames een sterker fundament te geven. Verder valt op dat veel baten terecht komen in de besparingen bij gezondheidszorg en andere sociale voorzieningen (bijvoorbeeld uitkeringen en justitie). Voor sommige interventies wordt ook doorgerekend wat de opbrengsten zijn in termen van kwaliteit van leven. Dit zijn niet-financiële waarden, maar spelen wel een belangrijke rol in onze maatschappelijke welvaart.
Meer lezen?
- Hoe maak je kosten en baten van sportinvesteringen beter zichtbaar
- Investeren in sport en bewegen heeft maatschappelijke meerwaarde
- Kijk ook eens in de Kennisbank Sport en Bewegen voor meer publicaties over kosten-effectanalyses.
- Of bekijk de interventiedatabase voor een overzicht van erkende sport- en beweeginterventies.