Alles over sport logo

Naar een beweegvriendelijke leefomgeving: zo koppel je domeinen

Onze leefomgeving heeft invloed op onze gezondheid. Daarom is het zo belangrijk dat het ruimtelijke en het sociale domein samenwerken bij het realiseren van een gezonde, beweegvriendelijke leefomgeving. Om echt domeinoverstijgend samen te werken, is het belangrijk om onderlinge verschillen te overbruggen. Aan de hand van twee inspirerende praktijkvoorbeelden geven we voorbeelden van inhoudelijke en procesmatige koppelkansen, zodat beide domeinen profiteren.

Dit is het tweede artikel in een drieluik over samenwerking tussen het ruimtelijk en sociaal domein, in het realiseren van een gezonde, beweegvriendelijke leefomgeving.

Inhoudelijke koppelkansen: verbinden van thema’s

Beweegvriendelijkheid kent veel inhoudelijke overlap met andere thema’s. De 11 argumenten voor een beweegvriendelijke omgeving laten zien welke haakjes je kunt maken met opgaven in andere domeinen. Zo kan een beweegvriendelijke omgeving bijdragen aan meer actieve mobiliteit, klimaatadaptatie en biodiversiteit, een betere leefbaarheid of een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Het is dus zaak om over je eigen specifieke opgave heen te kijken, en ambities en uitdagingen samen op te pakken. Een opgave rond het klimaatrobuuster maken van een woonwijk kun je bijvoorbeeld prima samenpakken met de opgave rond het vervangen van een speeltuintje: door een natuurlijke speeltuin met groene en blauwe elementen te realiseren. Zo sla je twee vliegen in één klap, én het draagt ook nog eens positief bij aan de ontwikkeling van kinderen

Enkele voorbeelden van bestaande slimme koppelingen:

  • Basisschool Oog in Al en Dafne Schippersbrug, Utrecht (UT)

In Utrecht zijn de opgaven rond het creëren van een nieuwe fiets- en voetgangersbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal en een nieuwe basisschool integraal opgepakt. De brug verbindt Leidsche Rijn met het centrum van Utrecht en loopt over het dak van de school. Het schoolplein is grotendeels openbaar en sluit aan op het naastgelegen plantsoen. Lees meer

  • Benthemplein, Rotterdam (ZH)

Dit plein biedt basketbal- en skatevoorzieningen, maar functioneert ook als ondergrondse wateropvang. Bij extreem weer kan het plein zelfs als bovengrondse waterberging dienen doordat de sportplek verdiept ligt. Lees meer

  • Huis van Eemnes, Eemnes (UT)

In Eemnes zijn alle maatschappelijke kerntaken – bibliotheek, twee sporthallen, theater, horeca en zalen – gebundeld in een duurzaam gebouw. Ook de buitenruimte biedt jong tot oud een plek om te spelen, bewegen en sporten. Het is zo een centrale ontmoetingsplek voor het dorp. Lees meer

  • Beweegtuin Ried (FR)

In het dorp Ried resulteerde het vraagstuk van een afgeschreven gymzaal in een multifunctionele combinatie van speel- en sportplek, schoolplein en dorpsplein. Met plek voor buitengym, een podium, groen en beweegmogelijkheden voor alle inwoners. Lees meer

Procesmatige koppelkansen: verbinden van werkwijzen

Ook aan de proceskant en organisatorische kant liggen er veel mogelijkheden voor samenwerking tussen het sociale en ruimtelijke domein. Denk aan het delen van budgetten en verantwoordelijkheden, waarover je meer kunt lezen in het eerste artikel van dit drieluik. Daarbij is het belangrijk om de werkwijzen van beide domeinen dichter bij elkaar te brengen. We delen een aantal mogelijke oplossingen, geïllustreerd met voorbeelden uit de gemeenten Tilburg en Wijk bij Duurstede.

Voor dit drieluik interviewden we twee gemeenten die werken aan het verbinden van het sociaal en ruimtelijk domein rond het thema gezondheid: Tilburg en Wijk bij Duurstede. In Tilburg zien we bijvoorbeeld hoe een bestuursakkoord kan helpen om samenwerking te structureren. En in Wijk bij Duurstede helpt een handboek om een praktische aanpak te geven voor het verbinden van beleid en uitvoering. We geven een korte contextbeschrijving van beide gemeenten.

Tilburg is sterk verstedelijkt, met een hoge bevolkingsdichtheid, hoog percentage jonge inwoners en veel eenpersoonshuishoudens.[1] Het bestuursakkoord 2022-2026 ‘Meer voor elkaar’ beschrijft hoe de stad hier invulling aan geeft, met een nadruk op de verbinding tussen het sociaal en ruimtelijk domein. Een belangrijk element is gebiedsgericht werken, dat kan bijdragen aan beweegvriendelijke leefomgeving. Tilburg maakt keuzes op gebiedsniveau – stadsdelen, wijken of buurten – die aansluiten bij het lokale karakter en behoeften in dat gebied. 

Wijk bij Duurstede is een centrale woongemeente met een landelijk karakter en een evenwichtige bevolkingsopbouw, al is er wel sprake van sterke vergrijzing.[1] Sinds 2023 leveren het ruimtelijke en sociale domein samen een bijdrage aan sociale doelstellingen, zoals toegankelijkheid, gezondheid en inclusie. Om de samenwerking gestructureerd aan te pakken, koos de gemeente ervoor om sociale richtlijnen op te nemen in het Handboek Inrichting Openbare Ruimte – naast de ‘normale richtlijnen’ vanuit team Beheer. Dit dient als middel om verdere afstemming en samenwerking te bevorderen.

Deze voorbeelden zijn vooral ter inspiratie – om de verschillende uitdagingen en mogelijke oplossingen te illustreren – zonder één ideale oplossing voor te schrijven. Want wat de beste aanpak is, blijft gemeente-specifiek.

1. Ga gebiedsgericht werken 

Het ruimtelijke en sociale domein komen samen op gebiedsniveau. Door voor een gebiedsgerichte werkwijze te kiezen, creëer je kansen om de opgaven uit beide domeinen te koppelen. Dat kan ook met een buurtaanpak. Voer bijvoorbeeld een buurtprioriteringsanalyse uit voor alle sociale opgaven en beheeropgaven in een bepaald gebied. Gebruik de optelsom om vervolgens samen te bepalen welke buurten het meest urgent verbetering nodig hebben. 

Platform31 biedt zes ‘lessen en bouwstenen’ voor gemeenten die gebiedsgericht aan de slag willen. Of lees de tips van Movisie voor een gebiedsgerichte uitvoering

2. Creëer integrale programmeertafels 

Een andere optie is het invoeren van integrale programmeertafels. Als gemeente wil je de specialismen, kennis en expertise van beide domeinen benutten. Dit is belangrijk voor integrale samenwerking, omdat er anders mogelijk verzet ontstaat. In een comité bestaande uit medewerkers van het sociale en het ruimtelijke domein zoek je per project of buurt uit hoe je zo veel mogelijk maatschappelijke impact kunt maken. Zodra je het gezamenlijke doel hebt gedefinieerd, ga je zoeken naar co-financieringsopties, inhoudelijke koppelkansen en het stroomlijnen van planningen.

3. Stel een linking pin aan

In Tilburg is een functie in het leven geroepen, waarbij het iemands specifieke taak is  om het sociale en ruimtelijke domein te verbinden. Deze ‘linking pin’ zet in op drie pijlers: ambassadeurschap van de voordelen van integraal werken; verzamelen en delen van kennis over integraal werken; en het interveniëren in processen om integraal werken mogelijk te maken.

4. Voeg sociale richtlijnen toe aan ruimtelijk beleid

Wijk bij Duurstede heeft sociale richtlijnen geformuleerd die toegevoegd zijn aan het Handboek Inrichting Openbare Ruimte. Van oorsprong is het HIOR een technisch document met voornamelijk technische richtlijnen over de openbare ruimte. Op dit moment worden steeds meer richtlijnen opgenomen over maatschappelijke onderwerpen zoals vergroenen, klimaatadaptatie of de energietransitie. Maar ook onderwerpen als toegankelijkheid, inclusie en gezondheid kunnen hier landen. Daarmee transformeert de gemeente het HIOR naar een communicatief middel, om tijdens verschillende projectfases diverse ambities te bespreken. Het vraagt wel een cultuuromslag van de organisatie.

5. Gebruik checklists

Een andere optie is het gebruik van checklists om ervoor te zorgen dat bij ruimtelijke projecten ook beweegvriendelijkheid wordt meegenomen. Denk aan een checklist om vast te stellen in welke projectfasen je beweegvriendelijkheid moet meenemen. Een ander voorbeeld is een checklist waarmee je in de gaten houdt of je de verschillende aspecten van beweegvriendelijkheid goed in beeld hebt. Denk aan toegankelijkheid, veiligheid, of andere behoeften en wensen van verschillende doelgroepen. Dit helpt je om bij het efficiënt toewijzen van schaarse financiële middelen de beweegvriendelijkheid niet uit het oog te verliezen. Zorg er wel voor dat deze checklists een langetermijnperspectief behouden en dat je beweegvriendelijkheid niet reduceert tot voor de hand liggende kwantitatieve effectindicatoren. Indicatoren als het gebruik van wandel- en fietspaden of de participatiegraad in lokale sportevenementen nemen namelijk niet de kwaliteit van de ruimte of de langetermijneffecten mee.

Verschuiving van mentaliteit

De beleidsadviseur Sociale opgaven in de openbare ruimte & Speelplekken van de gemeente Tilburg, benadrukt het belang van een verschuiving in mentaliteit waarmee sociaal-ruimtelijke vraagstukken worden aangevlogen. Waarbij voortaan gestuurd wordt op een versterking van integraliteit. “Een afwachtende houding past niet bij integrale samenwerking. Om duurzaam een brug te slaan, zijn actief (samen) uitproberen, ervaren, leren, organiseren en formuleren van gezamenlijke doelstellingen nodig.

Dat kun je vanuit één van de domeinen initiëren, maar dan loop je het risico om in een ‘boodschappenlijstjessysteem’ terecht te komen waarin slechts een van de twee domeinen de noodzaak ziet. Prioriteiten, behoeften en motivatie kunnen dan mogelijk verschillen, met als gevolg dat er een vermoeiende samenwerking ontstaat die leidt tot een lagere kwaliteit van aangeleverde informatie of verhoogde kans op afhaken. Voor een langdurige, integrale samenwerking moeten beide domeinen voordeel halen uit de samenwerking: een gezamenlijk doel, structurele, opgavegerichte samenwerking en leren en herhalen.”

Samen aan de slag: gewoon doen!

Het realiseren van een beweegvriendelijke omgeving vereist samenwerking tussen het sociale en ruimtelijke domein. Door elkaar te begrijpen en elkaars expertise te benutten, creëer je meer impact dan wanneer beide domeinen apart werken. Begin met kleine stappen, zoals elkaar leren kennen en nieuwe manieren van werken uit te proberen. Het is tijd om voorbij tradities en patronen te denken en gezamenlijk te bouwen aan een gezonde, beweegvriendelijke leefomgeving. Dat begint al op het moment dat je spreekt over een nieuw project. Probeer meteen in koppelkansen te denken: hoe eerder dat duidelijk is, hoe beter. Het resultaat is niet alleen betere preventie en burgertevredenheid, maar ook een duurzamere benadering van de openbare ruimte.

Wanneer je elkaar gevonden hebt, is het tijd om de ambities gezamenlijk tot uitvoering te brengen. Daarover lees je meer in het derde artikel van dit drieluik.

Lees meer

Dit artikel is geschreven in samenwerking met Planterra. Dank gaat uit naar de gemeenten Wijk bij Duurstede en Tilburg voor het delen van hun inzichten.

Bronnen

  1. VNG (2024). Waarstaatjegemeente lanceert typologie van Nederlandse gemeenten. Geraadpleegd van: https://www.waarstaatjegemeente.nl/nieuws/Waarstaatjegemeente-lanceert-typologie-van-Nederlandse-gemeenten/320. [Op 19 december 2024]. 

Artikelen uitgelicht


Beleid
Openbare ruimte
public, professional
overzichtsartikel
beweegvriendelijke omgeving, samenwerken