1. Ruimte voor lopen is meer dan alleen voor voetgangers
‘Ruimte voor lopen’ in de ruimste zin van het woord, betekent niet alleen aandacht besteden aan de voetganger (functioneel/utilitair) maar ook de wandelaar (recreatief) en jogger (sportief). Juridisch gezien zijn wandelaars, spelende kinderen, skateboarders, rolstoelers, hardlopers, freerunners, … allemaal voetgangers. Gezonde mobiliteit is meer dan alleen van A naar B, maar heeft diverse vormen waar we rekening mee zouden moeten houden bij het creëren van een netwerk aan routes. We zoomen in dit artikel in op hardlopen, niet om de bus of trein te halen, maar met recreatief of sportief motief.
Een voetganger is een persoon die zich te voet, al dan niet ondersteund door hulpmiddelen, verplaatst in de openbare ruimte (CROW, 2012).
2. Invloed ruimte op sport en bewegen
In haar promotieonderzoek concludeert Ineke Deelen (2019) dat een beweegvriendelijke omgeving de kans vergroot dat bewoners aan sport doen. De ruimtelijke omgeving speelt een belangrijke rol als verklarende factor voor sport- en beweeggedrag, maar deze rol is niet voor iedereen op dezelfde wijze gerelateerd aan sportdeelname. Voor sommige mensen spelen persoonlijke factoren een belangrijkere rol. Belangrijke ruimtelijke factoren zijn de geografische locatie, het oppervlakte (asfalt versus bospaden) en kenmerken van de woonwijk (o.a. subjectieve beleving van de openbare ruimte) zoals:
- de straatinrichting;
- de straatverbindingen/ loopinfrastructuur;
- gevarieerd landschapsgebruik;
- toegang tot en beschikbaarheid van voorzieningen;
- afstand en aanwezigheid van sportvoorzieningen;
- nabijheid van groene ruimte;
- bevolkingsdichtheid;
- sociale economische status van de wijk;
- de perceptie van de omgeving (ervaren veiligheid, aantrekkelijkheid).
Belemmeringen die sporters ervaren om te sporten zijn o.a. de reisafstand naar sportvoorzieningen, de leefbaarheid van de buurt en tijdgebrek. Het voordeel van hardlopen ten opzichte van vele andere sporten is dat het eenvoudig in een druk bestaan is in te passen; het kan op ieder tijdstip en overal worden gedaan. Toch nodigt niet elke omgeving uit tot hardlopen.
Naast de ruimtelijke omgeving spelen ook persoonlijke factoren (motivatie, belemmeringen), voorkeuren en ervaringen een rol bij het hardlopen (Deelen, 2019). De meeste hardlopers rennen om fit te worden (54%), af te vallen (40%), plezier te hebben (22%) of te ontstressen (21%). Beginnende lopers (1 tot 3 jaar) doen dit voornamelijk voor gezondheidsdoelen (fit worden, afvallen) en ervaren lopers (meer dan 8 jaar) meer vanwege welzijnsdoelen (plezier, ontstressen, zelfvertrouwen) (GFK, 2013).
3. Favoriete hardlooplocaties
1.422.000 Nederlanders doen aan hardlopen (Korbee e.a., 2019). Van de Nederlanders tussen 15 en 80 jaar zegt 29% minimaal één keer per jaar hard te lopen, 17% loopt 12 keer of vaker hard per jaar en 8% zelfs elke week (GFK, 2018). Het overgrote deel van de huidige en potentiële hardlopers loopt het liefst alleen. De hardlopers doen dit het liefst:
- vanuit huis (69%);
- in een natuurgebied (18%) te bereiken met fiets of auto;
- in een stadspark of recreatiegebied (15%);
- vanuit een fitnesscentrum (12%);
- vanuit een atletiek of hardloopvereniging (10%);
- vanuit een andere sportvereniging (8%);
- vanuit werk (8%).
Andere vertrekpunten die genoemd worden door huidige hardlopers zijn: P&R, school van de kinderen, sportwinkel en treinstation (GFK, 2018). Potentiële hardlopers zeggen het liefst te gaan starten vanuit eigen huis (95%), in een natuurgebied (62%) of in een stadspark (53%) (GFK, 2018). Er liggen dus kansen om bestaande en potentiële hardlopers te verleiden meer in de openbare ruimte te gaan hardlopen als er veilige en aantrekkelijke routes in de nabijheid van hun woning liggen.
Onderzoek wijst uit dat recreatieve wandelaars en hardlopers vaak dezelfde routes gebruiken, alleen verschilt dit wel in snelheid en intensiteit (Ettema, 2015). Via data van activity trackers (bijv. Strava, zie foto) is te zien waar mensen hardlopen in een gemeente en zijn voorkeursroutes zichtbaar. Dit levert gemeenten kennis op over op welke routes wordt hardgelopen. Tevens kan het informatie geven over ruimtelijke problemen voor hardlopers die volgens de onderzoekers vaak overeenkomen met problemen voor andere gebruikersgroepen als wandelaars en fietsers. De keuze voor een bepaalde hardlooproute verschilt per hardloper (GFK, 2018). Een vijfde van de hardlopers bepaald de route niet van te voren. 27% van de hardlopers loopt bijna altijd dezelfde route, anderen stippelen een route uit op basis van beschikbare tijd (22%) of voorgenomen afstand (22%). Slechts 4% bepaalt de routes op basis van de routes op een smartphone-app terwijl het gebruik van smartphones bij het hardlopen tussen 2013 en 2018 is gestegen van 40% naar 62%.
Voorbeeld Amsterdam
In een vergelijking tussen Rembrandtpark en Vondelpark in Amsterdam werd geconcludeerd dat in het eerstgenoemde park het hardlooprondje onduidelijk was, te kort in afstand, te smalle paden had en deels onveilig werd gevonden (Reiling, M. & T. Dolder, 2015).
Grip krijgen op de beweegvriendelijkheid van de leefomgeving is uitdagend. Om beleid te kunnen maken op buurt- of wijkniveau, is gedetailleerder inzicht in gebruikte routes en de beweegvriendelijkheid van de omgeving nodig. Daarvoor is het handig om gebruik te maken van een GIS-applicatie om inzicht te krijgen in de voorzieningendichtheid op buurt- of wijkniveau en hoe zich dat verhoudt tot de demografie van de buurten en wijken. Op die manier ontstaat sturingsinformatie op basis waarvan beslissingen genomen kunnen worden over het voorzieningenaanbod in de openbare ruimte.
Voorbeeld Den Haag: Sportief rondje Laak
Het Sportief Rondje Laak bestaat uit verschillende gekleurde wandel- en hardlooproutes . Er zijn meerdere routes uitgezet met kleine metalen dekseltjes door het stadsdeel die sportieve plekken (fitness plaats, playgrounds, open sportpark) in het stadsdeel verbindt.
4. Wensen van hardlopers ten aanzien van de routes
Hoe kunnen we voetpaden en/of wandelroutes zo gebruiksvriendelijk mogelijk inrichten zodat deze ook voor hardlopers geschikt zijn? Onderzoek Reiling, M. & T. Dolders (2015) in Amsterdam concludeerde dat hardlopers prefereren hard te lopen:
- in groene ruimte of langs de waterkant;
- met aantrekkelijk rondje van een bepaalde afstand;
- gevormd door een duidelijke routehiërarchie;
- op een voldoende breed pad;
- met afwezigheid van auto’s, fietsers en andere wandelaars;
- zonder te veel kruispunten/oversteekplaatsen;
- Met een veilige en levendige omgeving overdag en ‘s avonds.
In haar proefschrift gaat Ineke Deelen (2019) dieper in op deze wensen van hardlopers. Hardlopers hebben voorkeuren voor een groene en levendige hardlooproutes, een comfortabele ondergrond en een aantrekkelijke en rustgevende omgeving. Slechte verlichting en hinder van auto’s vinden hardlopers onprettig. Deelen (2019) maakt onderscheid tussen beginnende en gevorderde hardlopers. Een prettige looproute voor beginnende hardloper heeft:
- een comfortabele ondergrond met een zachte ondergrond (gras, boomschors);
- een groene omgeving (park, bos of natuurgebied);
- een levendige omgeving met andere recreatieve gebruikers zoals bijv. wandelaars met of zonder loslopende honden.
Ervaren hardlopers prefereren daarentegen:
- een comfortabele ondergrond met een harde en egale ondergrond (asfalt);
- een groene omgeving zonder hinder van andere voetgangers en/of loslopende honden.
Het Lint in het Máximapark is een 8 kilometer lange route voor wandelen, fietsen, skaten en hardlopen. Succes is mede te danken aan toegankelijkheid (gratis parkeren, fietsstallingen, je kunt het park overal in), kwaliteit (goede paden, gladde ondergrond, goede afstanden, bankjes, informatieborden, afstandsindicator per 100 meter) en beleving (veel variatie, mooi groen, autovrij).
5. Ontwerpadviezen en interventies
Een systematische review (Panter e.a., 2019) laat zien dat effectiviteit van ruimtelijke interventies het hoogst is als die bijdragen aan: (I) bevorderen van toegankelijkheid en connectiviteit, (II) verbeteren van verkeer en persoonlijke veiligheid en (III) verbetering van de beleving van de gebruiker. Als je als gemeente, planoloog, landschapsarchitect of buurtsportcoach meer mensen wilt stimuleren om te gaan hardlopen, zorg er dan voor dat de hardlooproute (Manders, 2016; Deelen, 2019):
- eenvoudig vanuit huis te bereiken is;
- een voldoende lengte heeft;
- veilig en verlicht is;
- voorzien is van markeringen, waarop de afstand (in hectometers) vanaf het beginpunt te lezen is;
- gescheiden is van andere weggebruikers zoals fietsers en gemotoriseerd verkeer;
- langs of in het groen ligt en het liefst groene ruimten (parken, natuurgebieden) met elkaar verbindt;
- verschillende sport, speel- en beweegplekken met elkaar verbindt;
- voor beginners een parcours heeft in de wijk met comfortabele zachte ondergrond (zie voorbeeld Finse Piste);
- voor ervaren hardlopers een goede verbinding (harde ondergrond) vanuit de woonwijk naar het buitengebied (zie voorbeeld Loopomloop);
- regelmatig geïnspecteerd wordt en handhaving plaatsvindt (bijv. bromfietsers);
- voorzien is van extra faciliteiten zoals watertappunten, zitplekken en stallingsplekken voor fietsen.
Een stappenplan voor het maken van een flexibele beweegroute voor meerdere doelgroepen is via dit voorbeeld van Diepenveen te vinden.
Voorbeelden van interventies:
Een Finse piste is een aangelegde lusvormig hardlooproute bedekt met zachte toplaag (houtsnippers of boomschors). De omloop heeft een minimale lengte van 800 meter, een minimumbreedte van 1,5 meter, heeft één looprichting en is voorzien van verlichting. In Vlaanderen liggen al vele Finse pistes waarvan de langste 8 km lang is. In eenderde van de hardlooproutes in Vlaanderen is er bewegwijzering naar de Finse pistes en op 3 van de 5 Finse pistes zijn afstandsbordjes geplaatst. De aanleg van een Finse piste heeft vooral beginnende lopers (20%) in Vlaanderen aangezet tot sportbeoefening (Scheerder e.a., 2014).
Een Loopomloop is een bewegwijzerd parcours van verbonden paden en wegen in een natuurlijke, sportieve en veilige omgeving. De lengte kan variëren van minimaal 5 tot maximaal 15 kilometer (bestaande uit ‘lussen’ van minimaal 2,5 kilometer). De ondergrond moet minimaal voor 80 procent onverhard zijn (bijv. aarde, dolomiet, grind, zand, turf, gras, houthaksel, etc.). De omloop begint en eindigt in de buurt van een sociale ontmoetingsplek zoals het park, sportcentrum, café of socio-culturele ontmoetingsruimte (Scheerder e.a., 2014).
Stad-te-Voet® is een interventie om wandelroutes te ontwikkelen zodat het stadscentrum wordt verbonden met het buitengebied en omgekeerd. Samen vormen de wandellijnen een routenetwerk dat stad en ommeland met elkaar verbindt (o.a.Lange-Afstand-Wandelpaden). Voorbeelden van stad-te-voet projecten zijn Utrecht, Apeldoorn en Park Lingezegen (tussen Arnhem en Nijmegen).
Het aanleggen van routes (hardware) alleen is meestal niet voldoende om meer mensen te stimuleren hard te gaan lopen. Combineer dit met activiteitenaanbod (software) als het inzetten van interventies voor bepaalde doelgroepen, het aanbieden van hardloopprogramma’s en het organiseren van hardloopevenementen. Dit kan variëren van de ‘Daily mile’, een maandelijkse parkloop tot een marathon (zie voorbeeld Arnhem).
Voorbeeld Arnhem: Park Sonsbeek
In Park Sonsbeek zijn met ‘punaises’ drie hardlooproutes gecreëerd met een lengte van 1 km (oranje), 2 km (blauw) en 3 km (groen). De routes starten en finishen alle drie op dezelfde plek zodat ze gecombineerd kunnen worden. Zo zijn er diverse organisaties actief die hardlooptrainingen aanbieden, zoals bijvoorbeeld de Bootcamp Maffia.
In park Lingezegen op de grens van Arnhem en Elst heeft de gemeente Overbetuwe ook een route aangelegd. Op elke 3e zondag van de maand wordt hier Parklopen georganiseerd door de lokale hardloopvereniging.
Het groeiend aantal hardlopers en fietsers leidt ertoe dat beleidsmakers steeds bewuster moeten nadenken over de vraag naar ruimte en de reservering van ruimte voor diverse groepen gebruikers. Door het scheiden (in ruimte of tijd) van gebruikers bijvoorbeeld kunnen conflicten voorkomen worden. Daar moeten beleidsmakers (i.s.m. verkeerskundigen, sportbeleid etc.) steeds meer rekening mee houden en beslag leggen op ruimte. Dat brengt soms ook grote uitdagingen met zich mee, zoals: welke groep gebruikers geven we voorrang op welke locaties? Welke ruimte reserveren we überhaupt voor langzaam verkeer? Kiezen we voor dubbelgebruik? en zo ja, waar dan?
6. Kansen voor gemeenten
Voor een optimaal rendement van de beweegvriendelijke omgeving zoek je naar de balans tussen hardware, software en orgware. De fysieke leefomgeving (hardware) is een randvoorwaarde om te kunnen sporten en bewegen. Maar om mensen in beweging te krijgen is (vaak) meer nodig als georganiseerd aanbod en ondersteuning (software) en beheer, toezicht en onderhoud (orgware). Omdat het overgrote deel van de huidige en potentiële hardlopers het liefst alleen hardloopt ligt de nadruk op het creëren van aantrekkelijke hardlooproutes. In het streven naar een optimaal gebruik van de openbare ruimte en infrastructuur, liggen er op gemeentelijk niveau verschillende kansen voor multifunctioneel ruimtegebruik. Hier een aantal handreikingen en aandachtspunten om het gesprek over hardlopen en hardlooproutes domeinoverstijgend te voeren:
- Een overkoepelend doel van de gemeente als “de gezonde stad”, “groene stad”, “healthy aging”, “sportende stad”, “beweegvriendelijke stad”, etc. geeft mogelijkheden om bewust aandacht te vragen voor voorzieningen ten behoeve van hardlopers.
- De nota gezondheidsbeleid bevat de gezonde leefomgeving (bevordering en bescherming) en daarin wordt gestreefd naar koppeling van het sociaal met het fysieke domein door verbinding van lokale sportakkoord en preventieakkoord.
- Met het opstellen van een omgevingsvisie en een omgevingsplan doet zich een kans voor om ruimte te reserveren voor sporten en bewegen. Er vindt een ruimtelijke heroverweging plaats waarin gezondheidswinst voorop staat. Ga met collega’s van Mobiliteit, Ruimtelijke Ordening, Gezondheid en Sport intern het gesprek aan om de omgeving beweegvriendelijk in te richten en zo die gezondheidswinst ook daadwerkelijk te boeken.
- Klimaatdoelstellingen en duurzaamheidsopgaven van gemeenten (zoals minder verkeersdruk, minder vervuiling en minder ruimtebeslag) geven aanleiding om routes te realiseren voor (hard)lopen en fietsen. Kies als gemeente om nieuwe verbindingen te realiseren en bestaande verbindingen te versterken tussen woonwijken en sportaccommodaties, voorzieningen en het buitengebied. Als de verbinding tussen stad en platteland goed is, kunnen inwoners gemakkelijk het groene gebieden bereiken om er te kunnen hardlopen.
- Multifunctioneel gebruik van de ruimte kan gerealiseerd worden als de omgeving zo wordt ingericht dat meerdere doelgroepen (verleid worden om) meer gaan bewegen en van dezelfde infrastructuur gebruik te maken. Dit betekent ook dat het fysieke en sociale domein met elkaar moeten gaan nadenken over de keuzes voor multifunctioneel gebruik en de wijze waarop dit op stad- wijk- of buurtniveau hier invulling aan gegeven moet gaan worden.
- Ondersteun burgerinitiatieven en/of programmeer als gemeente zelf interventies die mensen stimuleren meer te gaan bewegen, lopen en hardlopen. Door burgerinitiatieven te ondersteunen wordt ingespeeld op de directe behoefte van omwonenden en is er draagvlak voor interventies, wat bijdraagt bij aan sport- en beweegstimulering.
- Economisch valt er ook wat te verdienen aan hardlopen. Deze ‘goedkope sport’ leidt bij hardlopers en baanatleten tot een gemiddeld besteding van 850 euro per jaar aan hun atletiek- of loopbeoefening (denk aan schoenen, sportkleding, sportaccessoires, evenementen, begeleiding/lidmaatschap).
Voorbeeld Staphorst: aandacht voor looproutes in de omgevingsvisie
De gemeente Staphorst gaat de routes voor ommetjes vanuit de woning verknopen met de Lange-Afstand-Wandelpaden (LAW’s), streekpaden, regionale routenetwerken en andere recreatieve routes. Staphorst heeft in hun omgevingsvisie de ambitie opgenomen om de openbare ruimte zodanig in te richten dat lopen wordt gestimuleerd.
Leestips:
- Hardlooproutes plannen vanuit huis
- Tips voor beginnende hardlopers
- Hardlopen.nl
- Alle artikelen over hardlopen op Alles Over Sport
Literatuur:
Bottenburg, M. van & P. Hover (2009). Evenementenlopers in beeld; Onderzoek naar de succesfactoren van loopevenementen op grond van de motivatie, beleving en waardering van de deelnemers. Den Bosch: Mulier Instituut.
Bottenburg, M. van, J. van Kalmthout, R. van der Meulen, S. Nuijten, B. Rijnen & C.Roques (2006). Over groei en omvang van de loopsportmarkt en hoe de KNAU haar marktaandeel verder kan vergroten. Den Bosch: W.J.H. Mulier Instituut.
Deelen, I., Janssen, M., Vos, S., Kamphuis, C.B.M., Ettema, D. (2019) Attractive running environments for all? A cross-sectional study on runners’ motives, attitudes and physical environmental characteristics in relation to the experience of the running environment. BMC Public Health: 19:366, 1-15.
CROW (2012). ASVV 2012 – aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom. Ede: CROW.
Ettema, D. (2016) Runnable cities: how does the running environment influence perceived attractiveness, restorativeness, and running frequency? in: Environment and behavior
Deelen, I. (2019). Space for sport; the interplay between the physical environment, intrapersonal factors and sports participation. Utrecht: Utrecht University.
GFK (2013). Wensen en behoeften huidige en potentiële hardlopers. Arnhem: NOC*NSF
GFK (2018). Wensen en behoeften huidige en potentiële hardlopers. Arnhem: NOC*NSF
Korbee, S., J. Bosch & S. de Kort (2019). Zo sport Nederland. Trends & ontwikkelingen in sportdeelname (2013-2018). Arnhem: NOC*NSF
Manders, A. (2016). Beweegroutes; Peiling onder digitaal stadspanel. Nijmegen: Gemeente Nijmegen, afdeling onderzoek en statistiek.
Panter, J., Guell, C., Humphreys, D., & Ogilvie, D. (2019). Can changing the physical environment promote walking and cycling?: a systematic review of what works and how. Health & Place 58
Reiling, M. & T. Dolders (2015). Running Amsterdam; Designing a runner friendly city. Wageningen: WUR.
Scheerder, J. en F. Boen (2009). Vlaanderen loopt! Sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar de loopsportmarkt. Gent: Academia Press.
Scheerder, J., J. Borgers, B. Vanreusel & S. Vos (2014). Geen loopcultuur zonder lichte loopinfrastructuur; Een studie naar het aanbod en gebruik van Finse pistes in Vlaanderen. Leuven: KU Leuven.
Schoemaker, J. (2017). Hardlopen en atletiek; wat valt eraan te verdienen?