Wat is shared space?
Shared space is een concept voor de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte. Het concept wordt vaak beschouwd als reactie op ontwerpen waarin functies in de openbare ruimte zijn gescheiden. Dit scheiden van functies heeft op veel plekken geleid tot een dominante plek voor gemotoriseerd verkeer en een verlaagde kwaliteit van de openbare ruimte voor beweging, verblijf en leefbaarheid. Shared space gaat uit van gedeeld gebruik van de openbare ruimte. Zonder verkeersborden en fysieke obstakels die gebruikers van elkaar scheiden. Het eigen vermogen en de verantwoordelijkheid van gebruikers om verkeerssituaties ‘zelf’ te regelen staat centraal.
Shared space heeft geen officiële definitie. Elke shared space heeft zijn eigen unieke ontwerp. In algemene zin geldt dat verkeerssituaties worden gereguleerd op basis van eigen verantwoordelijkheid van mensen. Er zijn dus geen regels, verkeersborden of -lichten. Dit maakt het in de praktijk lastig om vast te stellen wat een shared space is. Want is iedere locatie zonder scheiding van verkeersstromen shared space?
Shared space in theorie
‘Liever veiligheid met onzekerheid dan ongelukken met duidelijkheid’, is het motto van shared space-bedenker Hans Monderman. Kenniscentrum Shared Space[2] geeft vijf uitgangspunten:
- De mens centraal: een groot deel van de openbare ruimte in steden en dorpen is niet nodig voor snel en efficiënt verkeer. Deze ruimte kan worden vormgegeven als verblijfsruimte die veel verschillende functies bevat en sociaal gedrag tussen gebruikers bevordert. Scheiding verdwijnt. De auto hoeft niet uit het straatbeeld, maar kan onderdeel zijn mits er langzaam wordt gereden en onderling sociaal gedrag mogelijk is.
- Eigen verantwoordelijkheid: gebruikers moeten risico’s zelf inschatten en accepteren dat niet alle risico’s te vermijden zijn. Daarvoor is een interactie tussen gebruikers met een gedeelde verantwoordelijkheid nodig. Deze verantwoordelijkheid wordt niet langer alleen met borden en verkeersbeleid gereguleerd.
- Actieve betrokkenheid: shared space gaat over plannen, ontwerpen, beslissen en gebruiken. De ambtelijke organisatie, professionals en burgers moeten hiervoor actief samenwerkingen. Shared space raakt hierdoor altijd meer dan één beleidsprogramma (zie onderstaande illustratie).
- Ruimte met kwaliteit: het concept shared space schrijft geen vaste regels of inrichtingseisen voor, maar streeft naar een maatwerk-ontwerp dat door samenwerking tussen gebruikers tot stand komt. De enige harde voorwaarde is géén verkeerslichten.
- Gemengde functies: om de verblijfsruimte goed te laten functioneren, moeten verschillende doelgroepen voor verschillende doeleinden gebruik (kunnen) maken van de ruimte.
Vergelijkbare concepten
Shared space is geen nieuw concept. Aan het begin van de vorige eeuw was het delen van de straat door alle gebruikers een normale situatie. Na enkele decennia waarin het autoverkeer een prominente plek kreeg in de openbare ruimte, werd rond het jaar 1970 de traditionele shared space-gedachte weer toegepast bij de ontwikkeling van woonerven[3]. In tegenstelling tot woonerven kent shared space geen wettelijke grondslag. Bij het toepassen van het concept moet worden voldaan aan de Wegenverkeerswet.
Het concept woonerf is een van de – met shared space vergelijkbare – concepten waarin het delen van de openbare ruimte en het combineren van vervoersstromen centraal staat.
- Woonerf
Op een woonerf staan ontmoeten en verblijven centraal. De volle breedte van het woonerf mag worden gebruikt voor lopen, fietsen, spelen en bewegen. Anders dan in een shared space gelden op een woonerf wel verkeersregels (maximaal 15 km/u voor alle bestuurders). De leeftijd waarop kinderen zelfstandig buiten mogen spelen, ligt in woonerven meer dan een jaar beneden de gemiddelde leeftijd van 5,4 jaar in 30 km/u-gebieden[3]. En dat heeft tal van voordelen op het gebied van motorische en sociale ontwikkeling.
- ‘Verkeer in de stad’ van ANWB
Shared space-ontwikkelingen zijn deels een reactie op de steeds drukker wordende stad. De ANWB heeft in zijn programma Verkeer in de stad gezocht naar een eigen oplossing. Hierbij zijn ze uitgekomen op de ontwerpmethodiek ‘Verkeer in de stad’. Deze methode gaat uit van verschillende voertuigfamilies en maximumsnelheden. Elke snelheidszone heeft een bijbehorende voertuigfamilie die leidend is in het ontwerp. Anders dan bijvoorbeeld de STOP-methode[4] gaat het hier niet om de prioriteit aan langzaam verkeer, maar om de leidende voertuigfamilie (langzaam of snel) eenduidig leidend te maken in het ontwerp:
- 10 km/u-zone: Voetgangers.
- 20 km/u: Fietsachtigen
- 30 km/u: Lichte motorvoertuigen
- 50 km/u: Auto, bus en vrachtwagen
- Shared speed
In navolging op shared space, woonerven en ‘Verkeer in de stad’ is het begrip shared speed geïntroduceerd door Sweco Urban Insight[5]. Deze methode gaat minder uit van maatwerk, maar hanteert een maximumsnelheid van 20 km/u voor de hele stad. Duurzame vormen van mobiliteit – zoals de fiets en het openbaar vervoer, maar ook de voetganger – worden hierdoor (verder) versterkt. Zij winnen dan aan ruimte en kunnen in reistijd beter concurreren met de auto.
- Superblocks in Barcelona
Een groot deel van het centrum van Barcelona bestaat uit een ruitpatroon met woonblokken. Door drie keer drie woonblokken samen te voegen, ontstaan zogeheten superblocks. Gemotoriseerd verkeer mag alleen nog langs de randen van het superblock rijden. Daarbinnen is geen doorgaand verkeer meer toegestaan en is de ruimte beschikbaar voor groen, parken, speeltuinen, terrassen en ontmoetingsplekken. Onderzoek toont aan dat er sprake is van minder vroegtijdig overlijden, vooral door verminderde luchtvervuiling, verkeersgeluid en hitte-pieken[6]. Het aantal superblocks wordt daarom steeds verder uitgebreid[7].
De overeenkomst tussen bovenstaande concepten is het delen van de openbare ruimte en het combineren van vervoersstromen. Maar er zijn duidelijke verschillen. Shared speed en de voertuigfamilies van ‘Verkeer in de stad’ zijn sterk gefocust op de verkeersfunctie van onze openbare ruimte. Hierbij wordt gekeken naar complete routes of delen van een stad. De populaire ‘fietsstraten’ zijn daarvan een goed voorbeeld.
De concepten woonerf en superblock focussen juist op het locatieniveau. Er is meer aandacht voor andere functies in de openbare ruimte, zoals verblijfsruimte en ruimte voor lopen, fietsen, spelen, bewegen en ontmoeten. Deze concepten zijn echter wel voorbehouden aan woongebieden.
Shared space in de praktijk
Het shared space-concept focust op specifieke locaties. De toepassing in de praktijk is vooral gericht op het oplossen van gevaarlijke verkeerssituaties en stuit regelmatig op kritiek. Op drukke plekken in Amsterdam[9] en Den Haag[10], maar ook op locaties als het Dorpsplein in Wijbosch[11], functioneert het concept niet goed in de praktijk.
- In Amsterdam is het concept toegepast als verkeersoplossing tussen Amsterdam Centraal en de halte voor de veerpont naar Amsterdam-Noord. Volgens critici is het concept hier vooral een slechte oplossing voor kwetsbare voetgangers, zoals die met een visuele of fysieke beperking. Zij kunnen zich niet altijd goed redden in de drukke verkeerspieken met kruisende fietsers en bromfietsen. Lees het artikel in Het Parool [9].
- In Den Haag werd in 2013 het hele centrumgebied shared space gemaakt. Na jaren van discussie werd dit in 2020 weer opgeheven, omdat het tot te veel gevoelens van onveiligheid leidde. Lees het artikel in Binnenlands Bestuur[10].
- In Wijbosch werd shared space toegepast op het Dorpsplein, waar naast verkeersfuncties ook ruimte is voor leerlingen van de aangrenzende school om te spelen. Na een ongeluk werd het schoolplein weer fysiek afgesloten van het dorpsplein. Bekijk het nieuwsbericht van TV Schijndel[11].
Bij de toepassing van shared space zien we de focus op verkeer. Deze voorbeelden laten zien dat in die gevallen nogal eens discussie ontstaat over met name veiligheid en toegankelijkheid. Shared space is in die voorbeelden vaak met een ‘enge’ blik toegepast om een verkeerssituatie te reguleren. Niet – zoals het eigenlijk is bedoeld – om een breder gebied in te richten. De kwetsbaarheid van specifieke gebruikersgroepen – zoals ouderen, ouders met jonge kinderen en mensen met een fysieke of visuele beperking – is een van de belangrijkste kritieken op de toepassing van shared space. Omrop Fryslân[12] concludeert na een rondgang in de provincie dat een groep gebruikers shared space juist vermijdt. Om shared space goed toe te passen, is dus meer aandacht nodig voor kwetsbare gebruikers. Ann Lankhorst concludeert in haar onderzoek[13] naar shared space echter dat er vrijwel geen onderzoek is gedaan naar de subjectieve beleving van shared space.
Shared space is geen ideale beweegvriendelijke omgeving
De beweegvriendelijke omgeving is een leefomgeving die mensen faciliteert, stimuleert en uitdaagt om te bewegen, te spelen en te sporten. We kunnen op basis van beschikbaar onderzoek onvoldoende vaststellen of shared space daar een bijdrage aan levert. Sterker nog: er zijn juist risico’s dat het de bewegingsvrijheid van kwetsbare gebruikersgroepen beperkt.
Shared space is teveel gericht op het oplossen van concrete verkeerssituaties. De achterliggende gedachte – namelijk meer ruimte voor langzaam verkeer en verblijf – biedt wel potentie en wordt ook zonder de noemer shared space steeds meer toegepast. De coronacrisis heeft dit soort initiatieven (zie ook: De straat als (tijdelijke) sportaccommodatie) ten aanzien van gebruik openbare ruimte versneld.
Bij het ontwerpen van de openbare ruimte is functiescheiding dus wenselijk, mits dit niet leidt tot een dominante plek voor gemotoriseerd verkeer. Zorg voor een verhoogde kwaliteit van de openbare ruimte door lopen, fietsen, verblijf en leefbaarheid prioriteit te geven. De superblocks in Barcelona en de Nederlandse woonerven zijn bij uitstek praktijkvoorbeelden die laten zien dat het loont om te investeren in verblijfsruimte en beweegvriendelijke omgevingen. Houd er rekening mee dat per locatie het gebruik van een concept en het ontwerp zijn afgestemd op de lokale context.
Meer lezen?
Wil je meer lezen over hoe je jouw omgeving beweegvriendelijk maakt? Kijk dan eens naar Kennisdossier Beweegvriendelijke Omgeving of onderstaande bronnen.
- De straat als (tijdelijke) sportaccommodatie
- Zo ontwerp je straten en plinten die uitdagen tot bewegen
- Groen als beweegvriendelijke omgeving: een overzicht
- Investeer in groen voor jeugd
- Toegankelijkheid in Shared Space (handreiking van CROW)
Bronnen
- DUIC (2018). De herinrichting van Utrecht: ‘Een andere beleving door het herleggen van steentjes. De Utrechtse Internet Courant.
- Lutz S & Foorthuis W (2011). Shared space – het concept en zijn toepassing. Leeuwarden: Kenniscentrum Shared Space van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden
- KpVV (2008). Inspiratie voor kindvriendelijke wijken. Schiedam: TDS printmaildata.
- Netwerk Duurzame Mobiliteit (2020. STOP-principe: Stappers, Trappers, Openbaar vervoer en Privé gemotoriseerd vervoer. Gent: Netwerk Duurzame Mobiliteit
- Lindelöw D, Jorgensen L & Putseys I (2021). Which way now? Healthy options for our streets and cities – Sharing speed, street space and liveable futures. SWECO
- Mueller N, Rojas-Rueda D, Khreis H, Cirach M, Andrés D, Ballester J, Bartoll X, Daher C, Deluca A, Echave C, Milà C, Marquéz S, Palou J, Pérez C, Tonne C, Stevenson M, Rueda S, Nieuwenhuijsen M (2020). Changing the urban design of cities for health: the Superblock model . Environment International. September 2019. doi.org/10.1016/j.envint.2019.105132
- O’Sullivan F (2020). Barcelona’s New Car-Free ‘Superblock’ Will Be Big. Bloomberg.com
- Rossum Du Chattel M van (2021). Utrechtse politiek pleit voor een maximum snelheid van 15 km/u. RTV Utrecht.
- Weggeman B (2015). Shared Space is een slechte oplossing voor de kwetsbare voetganger. Parool 5-aug-2015
- Maas M (2020). Den Haag vindt ‘SHARED SPACE’ toch te gevaarlijk. Binnenlands Bestuur 17-juli-2020.
- TV Schijndel (2020). Shared space in Wijbosch levert school hoofdbrekens op. tvschijndel.nl 4-feb-2020.
- Meesterberends E (2019). Shared space: te gevaarlijk of nog even wennen? Omropfryslan.nl 3-mei-2019.
- Lankhorst A (2020). A qualitative and quantitative unpacking of spatial, social and political dimensions of shared space; evidence from the mariahilferstrasse in Vienna. Thesis at University of Groningen.