Stapjefitter is een erkende interventie om mensen met een uitkering te helpen meer deel te nemen aan de maatschappij. Deelnemers werken in groepsverband een half jaar aan hun gezondheid, fitheid en (vrijwilligers)werkcompetenties. Dit doen ze via (beweeg)activiteiten en voorlichtingsbijeenkomsten. Voor het programma werken veel lokale partijen uit diverse domeinen samen. Denk aan re-integratiebedrijven, sociale werkvoorzieningen, fysiotherapiepraktijken, voedingsdeskundigen, welzijnsorganisaties, lokale sportverenigingen en buurtsportcoaches, taalaanbieders, de gemeente en GGD. Verschillende gemeenten zetten Stapjefitter intussen in.
Hoe worden de werkzame elementen uit de Meedoen Meerkamp toegepast in deze samenwerking? We lichten er een aantal uit.
Check je samenwerking
De checklist van de Meedoen Meerkamp helpt jou als professional om je samenwerking nog sterker te maken. Met deze checklist zie je snel en gemakkelijk hoe je lokale of regionale samenwerking verloopt. Ook kun je samen verbeterpunten bespreken. De items uit de checklist zijn verdeeld over twaalf werkzame elementen:
1. Randvoorwaarden | 7. Effectieve communicatie | |
2. Gezamenlijke visie en doelen | 8. Richtlijnen voor het delen van informatie | |
3. Vertrouwen en respect | 9. Betrokkenheid professionals en doelgroep | |
4. Rollen en verantwoordelijkheden | 10. Vaardigheden en attitudes professionals | |
5. Leiderschap en management | 11. Proces | |
6. Structuren en procedures | 12. Zicht krijgen op effecten |
Randvoorwaarden
Een samenwerking begint bij de randvoorwaarden. Wat heb je nodig? Wat is er al? Je maakt ook afspraken over de inzet van tijd en middelen van partners.
Wordt de samenwerking ondersteund in de verschillende organisaties?
Uit de checklist Meedoen Meerkamp
Gemeente Papendrecht zet Stapjefitter sinds 2017-2018 in. Heidy van Dam, werkzaam binnen team Maatschappelijke Ontwikkeling, vertelt hoe het programma daar startte. “Toen ik Stapjefitter hierheen wilde halen, ben ik met een collega van Gezondheid naar de wethouders gegaan. Maarten Stiggelbout, de grondlegger van Stapjefitter, gaf vervolgens een presentatie in de raad.” Na groen licht was de eerste vraag: wat is er nodig? “Allereerst moesten we een partner vinden voor de werving, want dat is met uitkeringsgerechtigden best een uitdaging. Dat werd de Sociale Dienst Drechtsteden. Daarna dachten we: wie hebben we nodig voor het programma? Zoals sportbegeleiders, leefstijlcoaches en diëtisten. We hebben gezocht naar partners die vanuit hun eigen organisatiedoelen konden bijdragen.”
Dat laatste is een grote successleutel, zegt Maarten Stiggelbout. Hij zette Stapjefitter op in Woerden, namens Beweegteam Woerden in samenwerking met Woerden Actief. “Als je gebruikmaakt van bestaande structuren en organisaties is het gemakkelijker om je samenwerking op te zetten. Ook maak je de samenwerking meer structureel én benut je bestaande budgetten.” Om aan te sluiten bij wat er al is, heb je volgens Stiggelbout iemand nodig die de partijen kent en ziet hoe hun werkzaamheden in het programma passen. “Iemand die bijvoorbeeld bedenkt: stel dat we de groep een paar keer bij de welzijnsconsulent laten meedraaien, dan kan die consulent haar reguliere werk doen mét die groep.” Naast iemand die dit overzicht heeft, helpt ook draagvlak vanuit de gemeente volgens hem om een sterke samenwerking op te zetten.
Lees ook: Erkende interventie Stapjefitter: beweging, voeding, participatie
Rollen en verantwoordelijkheden
Alle partijen moeten weten wat er van hen verwacht wordt en wat zij van elkaar kunnen verwachten, zowel op het bestuurlijke niveau als dat van de professionals.
Maken jullie gebruik van elkaars expertise?
Uit de checklist Meedoen Meerkamp
Een grote kracht van Stapjefitter schuilt in de mix van expertises. Die mix ontstaat doordat veel domeinen samenwerken – van sport en gezondheid tot welzijn en participatie – maar ook doordat het programma benut ‘wat er al is’. Van Dam: “De partners doen hun werk al en zijn daar goed in. Die expertise moet je benutten.” Volgens haar is het daarbij cruciaal dat professionals tijd krijgen vanuit hun organisatie. “Het helpt daarom als organisaties de waarde van de samenwerking ervaren. Bijvoorbeeld als ze zien: wat deelnemers via Stapjefitter delen, bereiken we anders pas na veel meer afspraken.” Wel moet je, wil je al die expertises kunnen benutten, een netwerk opbouwen. Van Dam: “Het helpt écht als je al een relatie hebt met de samenwerkingspartners. En benut het grote netwerk van de buurtsportcoach.”
De rollen zijn duidelijk verdeeld in Papendrecht, stelt Van Dam verder. “Toen we begonnen, organiseerden we een startbijeenkomst waarin we de opzet vertelden en taken verdeelden. Iedereen voelde zich direct eigenaar. Heel belangrijk; het was dus niet iets van de gemeente.” Inmiddels heeft ze het projectleiderschap overgedragen aan buurtsportcoach Angelique Tubbing. “Alle partners helpen op hun manier mee om Stapjefitter neer te zetten”, zegt Tubbing. “Inhoudelijk, maar ook wat betreft het samenwerken. Zoals de diëtist die contact onderhoudt met de supermarkt, zodat ze daar een groep deelnemers etiketten mag leren lezen.” Volgens haar moet je mensen bij je samenwerking zoeken die er belang bij hebben. En wellicht zoeken nieuwe partners na een tijdje jou wel op: “Inmiddels bellen organisaties mij om te vragen of ze kunnen meedoen. Bijvoorbeeld de bibliotheek, die zei: wij kunnen ook veel betekenen voor deze groep.”
Structuren en procedures
Duidelijke structuren en procedures helpen om je samenwerking goed te organiseren. Ook een heldere planning is belangrijk.
Hebben jullie regelmatig overleg?
Uit de checklist Meedoen Meerkamp
Stapjefitter is een goed beschreven en erkende interventie. Je kunt dus vanuit de bestaande structuur werken. Van Dam: “Wij hebben gebruikgemaakt van het beschikbare materiaal, zoals het handboek. Vervolgens hebben we er onze eigen draai gegeven.” Doordat de samenwerking niet in beton is gegoten, is er ook ruimte voor vernieuwing: na de eerste pilot is in Papendrecht bijvoorbeeld besloten om ook in te zetten op statushouders en budgetcoaching toe te voegen.
Een ander voorbeeld: aanvankelijk was er halverwege het programma een ‘groot’ evaluatiemoment op alle onderdelen, maar inmiddels wordt er meer tussendoor geëvalueerd. Buurtsportcoach Tubbing: “We overleggen continu eigenlijk. Na een activiteit schakelen we gelijk even: hoe ging het, wat kan beter? Dat soort structuren hoeven minder vast te liggen als je elkaar beter kent.” Vanuit dezelfde mindset wordt niet op één vast moment maar gedurende het hele traject gekeken wat deelnemers nodig hebben – en welke partners daarbij kunnen helpen. “Misschien merken we dat iemand extra begeleiding nodig heeft van de diëtist; dan vragen we dat”, vertelt Tubbing. Toch wordt bepaalde informatie wél via vaste procedures gedeeld. “Zo sturen we na afloop de Sociale Dienst, die de deelnemers werft, per deelnemer een rapport: waar staat iemand, wat is verder nodig. Bijvoorbeeld: deze persoon moet eerst meer taalles of wil naar een participatieplek en heeft sollicitatiehulp nodig.”
Tot slot: los van de vaste structuren is het goed om altijd een open blik te behouden. Van Dam: “Wij dachten bijvoorbeeld dat deelnemers zich bij budgetcoaching misschien behoudend zouden opstellen, maar ze zijn juist heel open. Maak dus niet te veel aannames.”
Zicht krijgen op effecten
Je werkt samen om iets te bereiken. Om de effecten te meten, is monitoring en evaluatie (M&E) belangrijk. Duidelijke doelen en passende indicatoren helpen daarbij.
Bereik je met het aanbod de gewenste effecten voor de doelgroep?
Uit de checklist Meedoen Meerkamp
Het hoofddoel van Stapjefitter is dat deelnemers minstens één trede stijgen op de participatieladder. Stiggelbout: “Dus dat meten we. Maar het programma richt zich op de pijlers van Positieve Gezondheid, dus we meten bijvoorbeeld ook of iemand meer zelfvertrouwen heeft, een groter sociaal netwerk heeft, gezonder is en meer beweegt. Kortom, we meten of het een ‘Positief Gezonder mens’ is geworden.”
Dat gezegd hebbende: de cijfers per deelnemer vertellen niet alles. Volgens Tubbing heeft Stapjefitter namelijk een olievlekeffect. “Je ziet dat deelnemers ook hun omgeving beïnvloeden, zoals gezinsleden die gezonder gaan eten of actiever worden.” En soms breidt die olievlek zich zelfs nog verder uit. “Door een krantenartikel ontstond er ook een wandelgroep”, vertelt Stiggelbout. “En nu begint er een groep voor Oekraïners.” Hij sluit dan ook af met een laatste tip voor sterk samenwerken: “Communicatie is heel belangrijk. Deel wat je doet en wat het oplevert. Inspireer elkaar.”
Erkende interventies
Veel organisaties, professionals, willen bewegen stimuleren of sport inzetten om sociaal maatschappelijke doelen te realiseren. Maar hoe weet je welk programma werkt? Erkende interventies zijn goed uitgewerkt, door professionals beoordeeld en hebben zich in de praktijk bewezen.
Lees meer over erkende sport- en beweeginterventies, inclusief de database
Meer lezen?
- Een buurtsportcoach vertelt over Stapjefitter in Woerden
- Ontdek de bouwstenen om sport in te zetten als middel voor arbeidsparticipatie