
In 2026 worden gemeenten gekort op hun gemeentelijke budgetten[1]. Ook neemt de druk op de ruimte toe; er is woningnood, er is ruimte nodig voor groene energievoorzieningen, maar ook ruimte voor sport[2]. Een grote uitgavenpost in de sportbegroting van gemeenten zijn sportaccommodaties. Hiermee bedoelen we alle sportfaciliteiten van sporthallen tot zwembaden en tot trapveldjes. Hier gaat maar liefst 75% van de gemeentelijke uitgaven aan sport naartoe[4].
Al deze ontwikkelingen vragen erom dat je je investeringen in sportaccommodaties goed onderbouwd. En dat je aantoont wat de toegevoegde waarde van een accommodatie is voor de maatschappij.
Onderzoek naar de waarde van sport
De afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken gedaan naar de waarde van sport en bewegen. Zo weten we wat het oplevert als we iemand over de rest van iemand zijn leven aan het bewegen krijgen, wat de Social Return On Investment (SROI) is van sport en bewegen en wat sport voor iemands welzijn doet.
Maar deze meetinstrumenten laten niet zien of je beter in een sporthal of in een pumptrack kunt investeren voor de grootste maatschappelijke opbrengsten. En ook niet in welke wijk een nieuwe accommodatie het grootste maatschappelijke rendement zou hebben. Een MKBA-onderzoek maakt dit wél inzichtelijk, want hiermee meet je wat een specifieke sportaccommodatie op een specifieke locatie oplevert.
Wat is een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA)?
MKBA’s worden vaak gebruikt voor bijvoorbeeld infrastructuurprojecten: wat kost een nieuwe brug en wat levert die op aan bijvoorbeeld reistijdwinst en verkeersveiligheid? Maar het traditionele model hield nog beperkt rekening met de ‘softe’ opbrengsten van sport en bewegen, zoals gezondheid, welzijn en sociale contacten. Daarom ontwikkelde de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) in samenwerking met sportbedrijf Arnhem een MKBA-model specifiek voor sportaccommodaties.
Het MKBA-model voor sportaccommodaties zet alle maatschappelijke kosten voor een accommodatie tegenover de verwachte opbrengsten (zie figuur 3).
- Met kosten bedoelen we: wat kost het om een accommodatie te realiseren? Maar ook: welke maatschappelijke kosten verwachten we als gevolg van een accommodatie? Hierbij gaat het om negatieve gevolgen van sport, zoals blessures, CO2-uitstoot van vervoer richting de accommodatie, of mogelijk ongewenst gedrag.
- Met opbrengsten bedoelen we: gaan meer mensen sporten, gaat hun gezondheid vooruit, hebben ze meer sociale contacten, welke ecologische waarde heeft de sportaccommodatie enzovoorts.
Door inzicht in wat een accommodatie kost en oplevert, sta je sterker in de discussie over investeringen in de ruimte. Het helpt je ook om de opbrengsten van verschillende typen sportfaciliteiten op verschillende locaties onderling te vergelijken.
Sportaccommodaties moeten ervoor zorgen dat mensen door sport en bewegen gelukkiger en gezonder worden. In hoeverre dat lukt, staat centraal in de ontwikkelde MKBA.” – Jelle Schoemaker, onderzoeker HAN
Kosten en opbrengsten uitdrukken in financiële waarde
Voor een MKBA probeer je van alle kosten en opbrengsten de financiële waarde te bepalen. Jelle Schoemaker en Willem de Boer van de HAN namen verschillende sportgerelateerde indicatoren op in het model. Zo is bekend dat sport en bewegen gezondheidsvoordelen heeft, wat zorgt voor meer productiviteit, besparing op zorgkosten en meer gezonde levensjaren.
De financiële waarden die je hieraan kunt hangen zijn al bekend[4,5]. Ook neemt het model de maatschappelijke waarde van welzijn door uren sport, welzijn door vrijwilligerswerk en werkgelegenheidsprogramma’s voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt mee.
Discreet Keuze Experiment
Sport zorgt ook voor sociale ontmoetingen. Ook dit wilden de onderzoekers meenemen in het model, maar hiervoor was nog geen maatschappelijke waarde bekend. Om dit te bepalen, hebben ze het Discreet Keuze Experiment (DKE) gebruikt. In deze methode leg je scenario’s met bijbehorende kosten voor aan burgers. Daar komt een waarde uit, die aangeeft hoeveel belasting burgers bereid zijn extra te betalen, om een specifiek maatschappelijk effect te behalen.
Zo konden de onderzoekers uitrekenen wat de waarde is van zowel sociale ontmoeting, als van ecologische maatregelen rondom een accommodatie – zoals warmteopslag en het vergroten van biodiversiteit.
Bekijk figuur 1 voor het complete plaatje van alle waarden van een sportfaciliteit, zoals nu vastgesteld.
Toelichting stroomschema
In het stroomschema staat welke thema’s worden meegenomen in de MKBA, welke output hiervoor wordt gebruikt; dus hoe dit is gemeten en hoe dit uiteindelijk wordt berekend (outcome).
Het thema economie heeft de output inkomsten van verhuur, dat leidt tot de outcome bestedingsruimte. Onder economie valt ook de extra FTE op het sportpark van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit leidt tot meer productiviteit.
Het thema gezondheid wordt gemeten door het extra uren bewegen bij de sporters van de sportfaciliteiten te meten. Dit kan nog worden gesplitst per doelgroep. Met deze extra uren kan worden uitgerekend (outcome) hoeveel productiviteitswinst, hoeveel zorgkosten er bespaard worden, hoeveel gezonde levensjaren er extra worden gecreëerd en hoeveel welzijnswinst er wordt ervaren.
Het thema sociaal wordt gemeten via de extra uren vrijwilligerswerk en de extra uren sociaal contact dat op de sportfaciliteit wordt opgedaan (output). Hiermee kan berekend worden hoeveel extra welzijn wordt ervaren bij vrijwilligers en wat de waarde is van de extra uren sociale contact.
Tot slot is er het thema milieu, dat wordt gemeten via de verschillende ecologische maatregelen (output) en wat zorgt voor een waardering van de leefomgeving.
Daarnaast wordt er door de lijntjes duidelijk dat sociale cohesie en de leefomgeving tot meer welzijn kan leiden. Omdat dit via een andere manier is gemeten, zijn hier geen dubbeltellingen.
Meerwaarde MKBA tegenover andere methoden
Een MKBA-onderzoek levert dus extra informatie op ten opzichte van de Social Return On Investment (SROI) van sport en bewegen. De SROI toont de waarde voor heel Nederland of voor een individuele gemeente. Bij de MKBA gaat het om een specifieke accommodatie.
Extra waardevol is dat een MKBA werkt met scenario’s. Je vergelijk de huidige situatie (er is een accommodatie) met de situatie waarin de accommodatie er niet zou zijn. Stoppen mensen in die wijk dan met sporten? Gaan ze ergens anders sporten, blijven ze nog vrijwilligerswerk doen en doen ze ergens anders sociale contacten op? Dit vraag je uit bij de sporters op een sportaccommodatie. Door in kaart te brengen wat er gebeurt als de accommodatie er niet zou zijn, kun je inschatten welk effect een extra geïnvesteerde euro op een bepaalde plek heeft. Dit kan niet bij de SROI.
MKBA pilot gemeente Arnhem
Hoe werkt zo’n MKBA in de praktijk? In Arnhem zijn vier sportaccommodaties onderzocht; twee openbare playgrounds en twee sportcomplexen met meerdere clubs. Eén accommodatie ligt in een wijk met veel mensen met een hoge sociale economische positie (SEP). De andere accommodaties liggen in een wijk met veel mensen met een lage SEP.
Gert Zwaal (controller Sportbedrijf Arnhem) licht toe waarom zij een MKBA hebben ingezet: “We hebben wel zicht op wat de verschillende accommodaties kosten, maar niet op wat ze maatschappelijk opleveren. Om het belang van de accommodaties beter te duiden, hadden we behoefte aan meer inzicht. Dat we nu ook het aspect sociale ontmoetingen kunnen waarderen, maakt de uitkomsten van de MKBA extra interessant voor ons.”
Opvallend resultaat
Uit de analyse kwam een opvallend resultaat. Gert: “Op basis van het aantal sporters zou je denken dat de accommodatie in de hoge SEP wijk het meest succesvol is. Maar bij de accommodaties in de lage SEP-wijk was de verhouding tussen de kosten en de opbrengsten juist positiever.”
“In de hoge SEP-wijk gaven veel mensen namelijk aan dat ze bij sluiting van hun accommodatie toch wel ergens anders zouden gaan sporten. In de lage SEP wijk gaven veel mensen aan niet meer te zullen sporten als de locatie er niet meer zou zijn. Dat maakt de waarde van de accommodatie in de lage SEP wijk hoger, want puur de aanwezigheid van de accommodatie in combinatie met de activatie hierop zorgt ervoor dat mensen blijven sporten. Deze kennis kunnen we gebruiken voor gesprekken met de gemeente over de toekomst van de accommodaties.” Zie een voorbeeld van het MKBA-model in Arnhem in figuur 3.
Doorontwikkeling van het MKBA-model
Een onderbouwd gesprek voeren binnen de gemeente is een van de doelen van de MKBA. Maar let wel: het model geeft een versimpelde weergave van een complexe werkelijkheid. Onderzoeker Jelle Schoemaker: “Het kan je ondersteunen om keuzes te maken en helpen in de onderbouwing, maar het is geen beslistool. Je moet ook factoren meewegen die niet in het model zitten, zoals draagvlak, beschikbare middelen, wachtlijsten en mogelijkheden voor activatie.”
In de toekomst wordt het MKBA-model verder geoptimaliseerd. Zo komt er een MKBA-model voor sportparken, dat rekening houdt met verschillende waarden voor verschillende doelgroepen, zoals mensen die arbeidsongeschikt zijn en jongeren met mentale problemen. Ook is er behoefte aan een MKBA voor zwembaden. Het model wordt op dit moment samen met Innobeweeglab verder getest bij sportplekken in de openbare ruimte.
Toepassen van het MKBA-model
Een MKBA uitvoeren kun je niet zelf. Je hebt gespecialiseerde onderzoekers nodig die weten welke betrouwbare data ze in het model moeten stoppen en een MKBA laten uitvoeren is behoorlijk prijzig. Maar ook als de stap naar een MKBA nog te groot is, kun je veel leren van ‘de denkwijze’ van het model. Denk bij het nemen van beslissingen over accommodaties na over waar je de meeste maatschappelijke waarde toevoegt. Is dat met een extra voetbalveld in een wijk waar al veel wordt gesport? Of met een sportplek die aansluit bij de wensen van inwoners van een wijk waar nog weinig wordt gesport?
Ook kun je vanuit de MKBA meenemen dat je breder kunt kijken dan de gezondheidswaarde van een accommodatie. Ook de extra sociale contacten, toegenomen arbeidsproductiviteit en verbeterd welzijn door vrijwilligerswerk zorgen voor meerwaarde. Tot slot: wees je ervan bewust dat het aanleggen van een sportaccommodatie alléén niet altijd direct voor meer maatschappelijke waarde zorgt. Er is ook activering op het veld (software) én een goede organisatie nodig om inwoners in beweging te brengen. Bekijk hiervoor het Beweegvriendelijke Omgevings Model (BVO-model).
Meer weten?
Heb je interesse in het toepassen van het MKBA-model op een sportaccommodatie of wil je er meer over weten? Neem dan contact op met specialist Sociaaleconomische waarde van Kenniscentrum Sport & Bewegen, Femke van der Pal. Zij kan je in contact brengen met de juiste onderzoekers.
Bronnen
- VNG. Gemeenten vallen in een financieel ravijn. [Internet]. Geraapleegd van: https://vng.nl/artikelen/gemeenten-vallen-in-financieel-ravijn. [Op 15 april 2025].
- Planbureau voor de Leefomgeving. Grote opgeven in een beperkte ruimte. [Internet]. Geraadpleegd van: https://www.pbl.nl/publicaties/grote-opgaven-in-een-beperkte-ruimte. [Op 15 april 2025].
- Eldert P van. Monitor sportuitgaven gemeenten 2023: gemeentelijke uitgaven aan sport in de periode 2017 tot en met 2023. Utrecht: Mulier Instituut; 2025.
- Peters N, Gerretsen P, Geijsen T. De sociaaleconomische waarde van sporten en bewegen. Rotterdam: Ecorys; 2021.
- Beale SJ, Bending MW, Trueman P, Naidoo B. Should we invest in environmental interventions to encourage physical activity in England? An economic appraisal. Eur J Public Health 2022; 6:869-73.