Alles over sport logo

Dit zijn de mensen achter DZC’68 – van voetbalvereniging naar Open Club

Kenniscentrum Sport & Bewegen en Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) hielden op 30 november 2020 de inspiratiesessie ‘Beter benutten van buitensportaccommodaties’. Een van de inleiders was Peter Terbeek, voorzitter van voetbalvereniging DZC’68 uit Doetinchem. Hij vertelde over de ontwikkelingen van voetbalvereniging naar Open Club, en van Sportpark Zuid naar Open Sportpark. Dit is het eerste artikel in een tweeluik over het succes van DZC’68. Wie zijn de mensen achter de vereniging?

De mensen achter het succes

Jan Minkhorst, oud-voorzitter, stond aan de basis van de ontwikkelingen. Peter Terbeek, in mei 2019 benoemd tot opvolger, is nu de aanjager en “bewaker van het erfgoed van Jan”. Want: “Stilstand is achteruitgang”, al is het in coronatijd wel een uitdaging om nieuwe ontwikkelingen in gang te zetten. Wij spraken voor dit artikel met beiden. Wie zijn deze (vrijwillige) bestuurders en wat kenmerkt hen? Daarbij kijken we ook naar de rol van de gemeente Doetinchem en Sportservice Doetinchem.

Sportpark Zuid als Vitaal Sportpark

DZC’68 is één van de gebruikers van Sportpark Zuid. Dit park ligt midden in Doetinchem. De afgelopen jaren is het getransformeerd van een buitensportaccommodatie naar een vitaal sportpark voor sporten, wandelen, fietsen, ontspannen en genieten van de natuur. Het biedt een onderkomen aan verschillende verenigingen en clubs uit Doetinchem en Sportservice Doetinchem.

Overeenkomsten met ondernemers

Het besturen van een sportvereniging en het ontwikkelen van een sportvereniging naar een succesvolle Open Club vraagt ondernemerschap. Daarom hebben we gezocht naar kenmerken van succesvolle ondernemers. We zijn uitgekomen op zeven kenmerken die beschreven zijn door Daretoo. Met Jan en Peter hebben we besproken of ze van toepassing zijn op de bestuurders van DZC’68.

Bruggenbouwer

Jan Minkhorst en Peter Terbeek vinden het een van de belangrijkste eigenschappen van de voorzitter: bruggenbouwer. Het is belangrijk te luisteren, draagvlak te creëren voor ideeën en door te pakken zodra een besluit is genomen. Luister vooral ook naar de mensen die kritiek hebben, want zij zijn betrokken leden. Beschouw kritiek als gratis advies en vraag door. Een voorbeeld in dit verband vinden beiden de criticasters van het eerste uur. Die waren nadrukkelijk aanwezig toen twaalf sleutelfiguren werden uitgenodigd om over het beleidsplan te praten, maar alleen als ze minimaal vijf mensen meenamen.

De genodigden waren zeer kritisch, maar absoluut niet tegen DZC’68. Ze voelden zich alleen niet gehoord, niet gewaardeerd en hadden een andere visie. Twee van hen vervulden twee jaar later sleutelfuncties binnen de vereniging. Dat vraagt een positieve instelling van bestuursleden. Als je bijvoorbeeld op de persoon gerichte en als beledigend ervaren kritiek krijgt, kan boosheid contraproductief werken. Je kunt ook zeggen: “Bedankt voor je feedback, ik vind de toonzetting wat minder prettig, maar zullen we komende zaterdag eens kopje koffie drinken?”

Eigenwijs en onafhankelijk

Dit zijn twee eigenschappen die volgens de voorzitters niet passen bij een succesvolle verenigingsbestuurder. Want je bent juist afhankelijk van jouw leden. Een bestuurder moet verenigen. Daarom zat Jan Minkhorst bijvoorbeeld met het bestuur nooit achter de bestuurstafel tijdens de ledenvergadering, maar tussen de leden. Bestuursleden zijn ook verenigingsleden, alleen hebben zij de vraag gekregen van de leden of zij de vereniging willen besturen.

Leiderschap

Voor de voorzitters betekent leiderschap “koersvast zijn en een langetermijnstrategie hebben, zonder dwingende focus”. Daar hoort bij dat je goed oog houdt voor de kernwaarden. Die zijn: sportiviteit, plezier, ontwikkeling, kwaliteit en betrokken. En leiderschap betekent keuzes maken. Soms moet je dan bijvoorbeeld afscheid durven nemen van vrijwilligers of leden die zich niet meer thuis voelen of kunnen vinden in de koers van de vereniging en de keuzes van het bestuur.

Peter Drenth, oud-wethouder Sport gemeente Doetinchem

Peter Drenth, voormalig wethouder Sport (CDA) van de gemeente Doetinchem, is vanaf het begin nauw betrokken geweest bij de ontwikkelingen bij DZC’68. Die stonden niet los van de totale ontwikkeling van Sportpark Zuid en de samenwerking met zestien andere sportverenigingen op het sportpark. Er was sprake van sportbestuurders met passie en ambities, die ook in staat waren om vanuit een gemeenschappelijk belang te denken. 

Dat vraagt een stabiel verenigingsbestuur met draagvlak bij de leden. In het geval van DZC’68 en de gemeente Doetinchem was er destijds een klik tussen voorzitter Jan Minkhorst en de wethouder. Peter Drenth: “Jan dacht in kansen en was goed in staat om ook anderen in hun kracht te zetten. Ook bracht hij de kennis en ervaring mee vanuit zijn werk bij NOC*NSF en kreeg hij ook de ruimte van NOC*NSF om tijd te besteden aan maatschappelijke zaken”.

Peter Drenth was nieuw als wethouder en zag het als een uitdaging om – zonder sportachtergrond – ervoor te zorgen dat meer inwoners konden sporten en bewegen in Doetinchem. Die ambities kwamen overeen met die van de sportverenigingen op Sportpark Zuid. Peter Drenth noemt de ontwikkelingen vanuit het perspectief van de gemeente een succes omdat:

  1. DZC’68 ook zelf ‘spaarde’ om te kunnen investeren in hun sportaccommodatie.
  2. DZC’68 een essentiële ‘vliegwielfunctie’ vervulde bij het tot stand brengen van de samenwerking tussen de zeventien sportverenigingen van Sportpark Zuid.
  3. De sportverenigingen van Sportpark Zuid niet de gemeente vroegen om alles te regelen, maar zelf ook pro-actief waren.
  4. De gebruikers in staat waren vanuit een meerjarenperspectief te denken en doen.
  5. Er een goede relatie was tussen de voorzitter van DZC’68 en de wethouder. Ze waren ‘partners in crime’, maar ook kritisch naar elkaar en hadden begrip voor elkaars belangen.
  6. Er ook een goede relatie is ontstaan tussen de gebruikers van Sportpark Zuid en de ambtenaren, bijvoorbeeld van de afdeling groenbeheer. Die leveren met plezier hun bijdrage aan de ontwikkelingen. Dat is voor een wethouder ook van belang.

Peter Drenth: “Vanuit de gemeente is het van belang dat je goed in de gaten houdt waarom je er aan begonnen bent. Als er zich dan hobbels voordoen: kijk wat wel mogelijk is en verschuil je niet achter regeltjes”. Zo is het tekort aan veldcapaciteit bij DZC’68 opgelost door rugbyvereniging The Wild Rovers in goed overleg te verplaatsen naar een andere locatie in Doetinchem, met een nieuwe accommodatie. Hierdoor kon DZC’68 er een veld bij krijgen. Ook zijn ‘halfslachtige’ contracten met de huurders van Sportpark Zuid aangepast, zodat de voorwaarden voor iedereen dezelfde zijn.

Open staan voor nieuwe dingen

Wat de afgelopen jaren is bereikt, komt voort uit de eigenschap om open te staan voor nieuwe dingen. Het is wel belangrijk iets nieuws niet achter de bestuurstafel te bedenken en te doen. Ga erover in gesprek met de doelgroep en de mensen die met de doelgroep werken en belangstelling hebben voor het onderwerp. Denk daarbij ook aan je samenwerkingspartners. Dan ontstaat er draagvlak en energie en dat vergroot de kans op succes.

Ondernemersinstinct

Het ondernemersinstinct is mooi te illustreren met de wens van de vereniging om een multicourt aan te leggen, zodat er meer andere sporten zijn aan te bieden. De benodigde investering van € 40.000 was veel voor een vereniging met een begroting van zo’n € 650.000. Het leek in eerste instantie geen verstandige beslissing in coronatijd. Toch is het plan gerealiseerd. Nu komen er vragen van andere gebruikers van het sportpark (onder meer handbal en volleybal) om te kunnen huren. Zo levert het multicourt nieuwe gebruikers en inkomsten op: een stimulans om de samenwerking met andere sportaanbieders op Sportpark Zuid te versterken.

DZC’68 in Doetinchem ontwikkelde van voetbalvereniging naar Open Club, en van Sportpark Zuid naar Open Sportpark.

Manon Zwakenberg, voormalig verenigingsadviseur bij Sportservice Doetinchem

De kracht van DZC’68 is dat de vereniging, sinds het proces om een Open Club te worden in gang is gezet, een bestuur heeft dat durft te investeren en stappen te zetten. Men denkt in kansen en is daardoor ook bereid om mee te denken.

De sportclub wordt bijna bedrijfsmatig gerund, met de juiste rol- en taakverdeling tussen het bestuur en de verenigingsmanagers. Met voldoende oog voor de vrijwilligers die zich inzetten. De verenigingscultuur is niet verloren gegaan. Dat zie je aan de manier waarop er met vrijwilligers wordt omgegaan, de aandacht die er is voor de wensen van de leden. Als je het clubhuis binnenkomt, voel je de sfeer van een sportvereniging.

Door de professionaliseringsslag is de samenwerking wat anders dan met sportclubs die nog volledig draaien op vrijwilligers. De ondersteuningsbehoefte is anders. Organisatorische- en uitvoeringszaken worden opgepakt door de verenigingsmanagers. Dus als wij ideeën aanreiken of als DZC’68 een idee heeft, dan kijken we vanuit Sportservice Doetinchem vooral hoe we ze met ons netwerk in contact kunnen brengen of welke specifieke expertise we aan kunnen reiken. Bijvoorbeeld door onze relatie met het onderwijs of het welzijnswerk. Zo heeft een van buurtsportcoaches de trainers ondersteund bij deskundigheidsontwikkeling op het gebied van begeleiding van ouderen. 

Ook brengen we DZC’68 in contact met andere sportclubs in Doetinchem, als een nieuw initiatief zich leent voor een gezamenlijke aanpak met meerdere verenigingen of andere sportaanbieders. Door de beschikbaarheid van de verenigingsmanagers hoeven we meestal alleen nog maar de opstartfase te ondersteunen, omdat ze het daarna zelf kunnen oppakken. We laten bewust vaker het initiatief bij DZC’68.

Tips voor andere lokale sportservices:

  1. Omarm waar sportclubs zoals DZC’68 mee bezig zijn. Leer daarvan en gebruik die kennis en ervaring voor de ondersteuning van andere verenigingen.
  2. Kijk goed waar je van betekenis kunt zijn. Dat kunnen ook kleine dingen zijn.
  3. Houd oog voor de relatie en probeer de juiste signalen op te pikken, zodat je de sportclub ook op ontwikkelingen kunt wijzen, die ze zelf nog niet hebben gezien.
  4. Waak ervoor dat een succesvolle sportclub een soort blauwdruk wordt voor anderen. Het moet niet de maatstaf worden voor andere sportverenigingen. Het lokale ‘sportlandschap’ heeft een diversiteit aan sportclubs nodig en niet iedere situatie leent zich voor een ontwikkeling zoals bij DZC’68.
  5. Kijk uit dat je één sportclub overal als goed voorbeeld inzet. Kijk steeds naar de vraag en bepaal vervolgens welke sportclub daar het beste bij past. Dan doe je recht aan andere goede initiatieven. Je voorkomt dat je de vereniging overbelast en dat er een bepaalde moeheid optreedt. Zo van: daar komen ze weer met DZC’68.

Meer weten?

Wil je meer weten over de inspiratiesessie van 30 november 2020? Bekijk dan de factsheet ‘Beter benutten van buitensportaccommodaties’.


Auteur(s)

Artikelen uitgelicht


Beleid
public, professional
praktijkvoorbeeld
accommodatiebeleid, samenwerken, sportbestuur