Alles over sport logo

Bekostiging van lokaal sportbeleid verschuift

Nederlandse gemeenten gaven in 2017 gezamenlijk ruim 1 miljard euro uit aan sport en bewegen en zijn daarmee een belangrijke hoeksteen in de bekostiging van de sportsector. De blijkt uit de rapportage ‘Financiële aspecten van lokaal sportbeleid’ van het Mulier Instituut. In het rapport staan de verschuivingen in het sportbeleid in de collegeperiode 2014-2018 en de verwachtingen voor 2018-2022. Volgens de 102 sportambtenaren die meededen aan het onderzoek kregen de sportverenigingen vooral te maken met bezuinigingen, maar is juist extra geïnvesteerd in buurtsportcoaches en sportstimuleringsregelingen.

Uit de rapportage blijkt verder dat In de toekomst deze lijn lijkt te worden voortgezet en zal ook extra worden vrijgemaakt voor het verduurzamen van sportaccommodaties. Eerder verwachte bezuinigingen bleken mee te vallen en gemeentelijke sportbudgetten bleven stabiel Bij een eerdere recessiepeiling in 2013 bleek dat het merendeel van de gemeenten in de collegeperiode 2010-2014 had bezuinigd op sport en bewegen. Bijna driekwart van de gemeenten verwachtte destijds bovendien dat dit ook zou gebeuren in de collegeperiode 2014-2018.

Een derde van de gemeenten heeft in 2014-2018 bezuinigd op sport en 11% moest meer realiseren met dezelfde middelen. Daar staat tegenover dat bij 31% van de gemeenten juist méér geld beschikbaar is gekomen voor sport. Bij het overige deel van de gemeenten is het sportbudget niet veranderd. De gemeentelijke sportbudgetten zijn landelijk gezien ongeveer gelijk gebleven tussen 2014 en 2018. Een ruime meerderheid van de sportambtenaren (66%) geeft dan ook aan dat de recessie geen invloed heeft gehad op het sportbeleid . Opvallend is dat een kleine groep gemeenten aangeeft dat de recessie zelfs een positieve invloed heeft gehad op het beleid: het heeft bijgedragen aan een betere bedrijfsvoering en meer aandacht voor kwetsbare groepen.

Bezuinigingen raken vooral verenigingen, extra geld gaat met name naar buurtsportcoaches, Jeugdfonds Sport & Cultuur en stimuleringsprojecten

Van de bezuinigingen die wél in de collegeperiode 2014-2018 zijn doorgevoerd, blijkt dat gemeenten het meest (in 28% van de gevallen) gekort hebben op de subsidies aan sportverenigingen. Voor onderhoud en renovatie van bestaande sportaccommodaties trok ruim een kwart van de gemeenten minder geld uit. Bijna alle gemeenten hebben de huurtarieven van gemeentelijke binnensportaccommodaties laten stijgen aan de hand van de jaarlijkse inflatie (indexering). Bij slechts 12% van de gemeenten zijn de huurtarieven gelijk gebleven en bij 9% was het hoger dan de jaarlijkse inflatie. Voor buitensportaccommodaties is bij 18% van de gemeenten het tarief gelijk gebleven, 61% heeft geïndexeerd en bij 10% is meer verhoogd dan de jaarlijkse inflatie.

Meer aandacht voor sport in het sociale domein

Een kwart van de gemeenten heeft meer geld heeft uitgegeven aan onderhoud en renovatie. dat staat min of meer gelijk aan de 26% die hierop heeft bezuinigd. Van de gemeenten heeft 22% extra heeft geïnvesteerd in nieuwe sportaccommodaties ten opzichte van 14% die hierop heeft bezuinigd. Dit is opvallend. De satellietrekening sport van het CPB schetst namelijk dat de laatste jaren opvallend minder geld geïnvesteerd wordt in sportaccommodaties. Mogelijk dat de gemeentelijke bezuinigingen in 2014-2018 op sportaccommodaties groter waren dan het totaalbedrag van de gemeenten die wel extra geïnvesteerd hebben..

Braakliggend terrein dat klaar gemaakt wordt om een skatebaan aan te leggen
Bouw skatebaan foto: Guy Ackermans

Buurtsportcoaches, het Jeugdfonds Sport & Cultuur en sportstimuleringsprojecten zijn andere thema’s waar relatief veel gemeenten de afgelopen jaren extra geld aan hebben besteed. Dit komt overeen met de meest voorkomende beleidsaanpassingen die in dezelfde periode zijn gerealiseerd. Bijna tweederde (63%) van de gemeenten heeft meer aandacht voor sport in het sociale domein. Ook meer aandacht voor duurzaamheid (58%) en de inzet van buurtsportcoaches (55%) zijn veel voorkomende beleidsaanpassingen in de collegeperiode 2014-2018.

Toekomstverwachting: weinig bezuinigingen, meer buurtsportcoaches en verduurzaming van sportaccommodaties

Voor de huidige collegeperiode worden minder bezuinigingen verwacht. Dit is opvallend, omdat in september 2019 de grootste gemeenten de noodklok luidden vanwege een verwacht tekort van een half miljard euro voor de komende vier jaar. Volgens hen moet er worden bezuinigd op zwembaden, bibliotheken en de steun voor mensen met minder geld.

Uit het Mulier-onderzoek blijkt dat slechts 3% van de ondervraagde sportambtenaren denkt zeker te moeten bezuinigen en denkt 14% dat dit waarschijnlijk is. Iets meer dan de helft van de gemeenten acht de kans op bezuiniging onwaarschijnlijk en 17% weet zeker dat er niet gekort zal worden op het gemeentelijke sportbudget. Men verwacht het vaakst te bezuinigen op verleende kortingen op tarieven, subsidies aan verenigingen en renovatie van bestaande accommodaties. Dit komt overeen met het type bezuinigingen dat in de collegeperiode 2014-2018 is doorgevoerd.

Een meerderheid van de gemeenten (54%) geeft aan dat het sportbudget, ten opzichte van de huidige collegeperiode, met meer dan 10% zal stijgen in 2018-2022. Met name de inzet van buurtsportcoaches en investeringen en nieuw te bouwen sportaccommodaties zijn thema’s waar veel gemeenten verwachten meer geld voor vrij te maken. Veel sportaccommodaties zijn in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw gebouwd en inmiddels aan het einde van hun technische levensduur gekomen. Dit is een mogelijke verklaring voor de stijgende budgetten voor de nieuwbouw en renovatie van sportaccommodaties.

Startblok bij een zwembad
(foto: shutterstock)

Opvallend is dat het verduurzamen van sportaccommodaties in de afgelopen collegeperiode bij slechts 3% van de gemeenten een beleidsprioriteit was en bij 21% bovengemiddelde aandacht had. Voor de komende periode is dit onderwerp bij 15% van de gemeenten een beleidsprioriteit en is 47% van de gemeenten voornemens om hier extra aandacht aan te geven. Verduurzaming van de sportinfrastructuur is één van de zes thema’s van het Nationaal Sportakkoord en onlangs zijn de handtekeningen gezet onder het nationale Klimaatakkoord, dat ook ambities (en kansen) voor de sportsector bevat. De manier waarop deze ambities moeten worden waargemaakt, is vastgelegd in de Routekaart Verduurzaming sportsector. Voor de sport en de gemeenten worden nu sectorale routekaarten gemaakt, waarmee sportaanbieders en gemeenten zo goed mogelijk op weg worden geholpen.

Bijdragen aan sportbudget vanuit andere beleidsterreinen

In de huidige collegeperiode heeft bijna 60% van de gemeenten van de afdeling Sociaal domein/WMO een financiële bijdrage ontvangen voor het sportbudget. Bij iets meer dan de helft (52%) droeg ook de afdeling Gezondheid bij. Andere beleidsafdelingen die vaak bijdroegen waren Onderwijs (45%), Werk & Inkomsten/Armoedebeleid (43%), Jeugdbeleid (40%), Beheer openbare ruimte (37%) en Vastgoed (35%). Voor 12% van de gemeenten kwam er geen financiële bijdrage vanuit andere beleidsafdelingen/-terreinen.

De komende jaren verwachten meer sportambtenaren een financiële bijdrage van collega’s op andere beleidsterreinen dan in de huidige collegeperiode. Van de bevraagde gemeenten vindt 75% het (zeer) waarschijnlijk dat de afdeling Sociaal domein/WMO en 73% (zeer) waarschijnlijk dat de afdeling Gezondheid zal bijdragen. Ook van Werk & Inkomsten/Armoedebeleid (52%), Jeugdbeleid (49%), Onderwijs (48%), Beheer openbare ruimte (48%) vindt men het vaker (zeer) waarschijnlijk dat ze zullen bijdragen dan nu het geval is. Deze ontwikkeling is een indicatie dat sportbeleid steeds nauwer samen komt te hangen met het sociaal domein en gezondheidsdomein voor het realiseren van doelstellingen buiten de sport. Hierbij geldt ook dat er vanuit andere afdelingen meer wordt verwacht van de sport.

Alleen voor de beleidsafdeling Vastgoed is de verwachting dat ze de komende jaren zullen bijdragen (33%) iets lager dan in de huidige collegeperiode. Dit roept de vraag op hoe het verduurzamen van sportaccommodaties gerealiseerd wordt. Mogelijk dat hiervoor meer naar de landelijke overheid wordt gekeken of dat er alternatieve financieringsconstructies toegepast worden waarbij de overheidsbijdrage een kleinere rol speelt.

Deze infographic laat zien dat andere gemeentelijke afdelingen zoals in tekst beschreven staan, meebetalen aan sport
Afbeelding: Yannick Hofland – Kenniscentrum Sport)

Burgers gaan waarschijnlijk meer betalen voor sport

Iets meer dan de helft van de gemeenten verwacht dat het sporten voor de inwoners duurder wordt. Dat komt hoofdzakelijk door de landelijke btw-stijging en de stijgende huurtarieven.Verder blijkt dat bijna alle gemeenten armoederegelingen kennen. In bijna alle regelingen wordt het lidmaatschap van een sportvereniging vergoed en bij 86% geldt dat ook voor de sportkleding/-attributen. Zwemles wordt in 82% van de gevallen vergoed. Opvallend is dat dergelijke regelingen vooral op jeugd zijn geconcentreerd. Bij slechts 35% van de gemeenten kunnen volwassenen een bijdrage uit de armoederegeling krijgen.

Sportambtenaren optimistisch over de toekomst

Opvallend is dat sportambtenaren aangeven dat er financiële steun komt uit andere afdelingen (en dat zij in de toekomst nog meer steun verwachten) terwijl in de praktijk veel verhalen rondgaan over de moeilijkheden over het ‘ontschotten’ van budgetten. Wellicht is deze ontschotting deels gelukt, maar vinden gemeenteambtenaren het wenselijk om daarin nog meer te realiseren. Voor de rest valt op dat sportambtenaren optimistisch zijn over de toekomst en weinig bezuinigingen verwachten op sportgebied. Dit komt mogelijk door de grotere rol die zij voor de sport zien weggelegd in het sociale domein en gezondheidsdomein. Ook de intensivering van het duurzaamheidsvraagstuk bij sportaccommodaties waarvoor extra geld nodig is, speelt mogelijk een rol.

Conclusie verleden en toekomst

De gemeentelijke sportbudgetten zijn redelijk stabiel gebleven. De verwachte bezuinigingen in de periode 2014-2018 vielen achteraf mee en de verwachting van sportambtenaren is dat ze de komende jaren minder moeten bezuinigen op sport. Er zijn vooral verschuivingen in het gemeentelijke sportbudget zichtbaar. Zowel door de afname van subsidies aan verenigingen, de hogere tarieven van accommodaties als minder geld voor onderhoud en renovatie. Daar staat tegenover dat men meer investeert in nieuwbouw van sportaccommodaties en het verduurzamen van het sportvastgoed. Bovendien wordt met de inzet van buurtsportcoaches vaker geprobeerd om met sport een bijdrage te leveren aan andere beleidsterreinen in het sociale- en gezondheidsdomein.


Thema

Onderwerpen

Artikelen uitgelicht


Beleid
professional
feiten en cijfers
beleidsontwikkelingen