Dat is een opbrengst van het 1e Europese Sportdebat op 12 april 2019, met als aanleiding de verkiezingen voor het Europees Parlement op 23 mei 2019. Over de verbindende rol die sport en bewegen kan spelen is iedereen het wel eens, maar welke rol moet Europa in sportstimulering maar ook de uitwassen van (top)sport spelen? Daarover lopen de politieke meningen nog flink uiteen.
Het 1e Europese debat – in de oude Statenzaal in het Drents Museum – was een initiatief van Drenthe Beweegt, NOC*NSF en Kenniscentrum Sport & Bewegen. In Assen is volop gesproken over de rol van de EU en bedoelde en onbedoelde effecten van EU-regelgeving op de sport. Kandidaten van D66, ChristenUnie, PvdA, CDA, VVD en SP hebben na pitches van beleidmakers uit de sport hun mening over een reeks Europese sportthema’s gegeven. In dit artikel komen highlights van de discussie aan bod.
‘Breedtesport is solidariteit’
Sportbeleid is in de Europese Unie relatief nieuw en dat gaat momenteel vooral over good governance, anti-dopingbeleid en toegankelijkheid van de sport voor iedere Europese burger. Bovendien zijn er fiscale regels en Europese regels over staatssteun. Paul Tang (PvdA) zegt dat de EU vooral het antwoord is op ‘Trump, Google en Facebook’, maar hij ziet daarnaast ook een bredere EU-rol voor de sport. ‘Breedtesport verbindt, is solidariteit, en daar gaat de Europese Unie over’, zegt de Europarlementariër.
De VVD ziet bij monde van EP-kandidaat Maurice Hoogeveen juist nauwelijks een rol voor sport binnen de EU. ‘Innovatie en migratie zijn de belangrijkste kerntaken waar de EU om hoort te draaien.’ SP’er Fenna Feenstra vreest voor meer marktwerking en wil de invloed van bedrijven als Coca Cola op de sport beperken.
Tegelijk tonen EP-kandidaten tevredenheid over voorbeelden als de ‘TAFISA European Sports for All Games’. Dat is een evenement, medegefinancierd met Europees geld in Friesland in 2018, waar Europese sporters tienduizenden toeschouwers op de been brachten met traditionele sporten, zoals hurley en fierljeppen. Ook droeg het event bij aan sportdeelname van Friezen,
Waar meer, waar minder invloed van EU gewenst?
Europese wetgeving en Europese rechtspraak raakt de sport en zorgt voor dilemma’s, zo wordt duidelijk in Assen. Bert van Oostveen – nu Kenniscentrum Sport, voorheen KNVB – ziet uitwassen. ‘Soms worden talenten op 12- of 13-jarige leeftijd al aan topclubs gebonden.’ Tang meent dat de Europese Commissie druk uit kan oefenen op wereldvoetbalbond FIFA om die uitwassen tegen te gaan; hij maakte tijdens het debat bekend dat hij samen met 20 Europarlementariërs een oproep naar de Commissie heeft gestuurd. Ook Raquel Garcia Hermida-van der Walle (D66) pleit voor betere regels en betere controle op dat terrein.
Simon Henk Luimstra, teamleider sport van de gemeente Emmen, houdt een pleidooi voor inclusiviteit in de sport. Fenna Feenstra (SP) vindt dat hier geen Europese aanpak voor moet komen. Dat kan beter nationaal gebeuren. ‘Elke euro moet naar de sport. Als die euro eerst een rondje Europa moet maken, dan laten we geld liggen.’ Robert de Wit (CDA) ziet vooral kansen voor het delen van kennis over het inzetten van sport om maatschappelijke doelen te halen.
Whitepaper EU subsidies sport
Alles over kansen voor onderzoek en innovatie en financieringsmogelijkheden voor sport en bewegen vind je in de Whitepaper EU subsidies sport van Kenniscentrum Sport & Bewegen. En het bevat niet alleen de opties, maar ook een overzicht van de momenteel openstaande calls met een deadline in 2021 en 2022.
Natura2000 en buitensport: een gelukkig huwelijk?
Het beleid van de EU raakt de sport met regelmaat. Zo beperken de Natura2000-gebieden soms toegang van buitensporters vanwege natuurbescherming. Een goede zaak, vindt Raquel García Hermida-van der Walle van D66: natuur is een intrinsieke waarde en moet beschermd worden. Fenna Feenstra (SP) vindt dat bewegen bovenaan staat en dat voorzieningen goed moeten zijn. Maar Natura2000 is er niet voor niets, weet ook zij.
De CDA’er Robert de Wit, meent juist weer dat het niet zo’n vaart zal lopen met schade aan de natuur: overleg tussen de boswachter en sporters en ondernemers helpt volgens hem. Arjen Droog (ChristenUnie), zelf fervent scout: ‘Bovendien zie je dat sporters – en scouts – juist goed voor de natuur zorgen.’
Sport mist ondersteuningsstructuur voor Europese subsidies
Een ander thema rond Europa en sport: de Nederlandse sportwereld maakt weinig gebruik van de mogelijkheden uit de EU.
Bert van Oostveen, directeur Kenniscentrum Sport, wijst erop dat er in 2018 bijvoorbeeld maar 8 ton van de beschikbare 37 miljoen voor Erasmus+ Sport naar Nederlandse hoofdaanvragers is gegaan. Belangrijke redenen volgens hem: weinig aanvragen door koudwatervrees en angst voor bureaucratie.
Van Oostveen: ‘We missen ook een ondersteuningsstructuur bij subsidieaanvragen en er is te weinig contact tussen de sport, de kennisstructuur en Brussel. Andere lidstaten zijn veel succesvoller in het aanvragen van geld. We steken als Nederland overal onze vinger op, maar dit geld laten we deels liggen.’
Erasmus Plus Sport subsidies
Een eerste aanzet tot verbetering van de toegang tot Erasmus Plus Sport subsidies vanuit Nederland is de organisatie van een jaarlijkse inspiratiebijeenkomst vlak na de opening van de ‘call’. In november 2018 werd dit voor het eerst georganiseerd en het heeft in elk geval al voor meer informatie-aanvragen bij Kenniscentrum Sport gezorgd. Het is afwachten hoeveel aanvragen uiteindelijk zijn gedaan en welke worden gehonoreerd.
Peter Barendse van Kenniscentrum Sport & Bewegen vult aan dat Nederland in aanvragen met andere landen – dus niet als hoofdaanvrager – 50 keer als partner heeft deelgenomen, waarvan er 23 zijn goedgekeurd. Het beschikbare totaalbedrag over 2018 bedroeg 37 miljoen euro, voor dit jaar is het 48 miljoen. ‘Nederland neemt niet vaak de lead als het gaat om het aanvragen van Europese sportsubsidies’, constateert hij.
Robert de Wit, EP-kandidaat voor het CDA, oppert tijdens het debat dat sportorganisaties zich ook zouden kunnen richten op andere programma’s waar sport een rol kan vervullen, zoals migratie of leefbaarheid. Dat kan bijvoorbeeld met gelijkwaardige gemeenten in Europa om samen doelen op het gebied van sport en bewegen te bereiken.
‘Je zit potentieel op miljarden’
Arjen Droog (ChristenUnie) vindt dat de Europese Unie een aanjagende rol kan hebben in de financiering. De begroting van de EU bedraagt circa 165 miljard euro en op 6 procent na voor het ambtelijk en politiek apparaat, is dat een investeringsbegroting: geld dat wordt herverdeeld over de lidstaten. Alleen, dan moet je het wel aanvragen.
Droog heeft daarvoor een gericht advies. ‘Je zit potentieel op miljarden als je de verbinding weet te maken met thema’s als food en life sciences. Ik zou zeggen: ga eens buurten bij de Wageningse universiteit. De WUR is echt wereldkampioen in het aanvragen van Europese subsidies.’
Voor rechtstreekse subsidies voor de sport is er in de EU tussen 2014 en 2020 266 miljoen euro beschikbaar, maar tegelijk zijn er tal van andere fondsen voor bijvoorbeeld gezondheidsvraagstukken of toerisme, waar ‘sport als middel’ kan worden ingezet. Voorbeelden zijn het onderzoeksprogramma Horizon 2020 of de structuurfondsen, zoals het Europees Fonds voor Ruimtelijke Ontwikkeling EFRO. Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft in een whitepaper op een rijtje gezet welke fondsen dat zijn, inclusief de calls voor subsidie in 2019.
Streven naar Europees Sportakkoord?
De band tussen de EU en de Nederlandse sport moet veel nauwer worden aangehaald, vindt NOC*NSF. In navolging van het gesloten Nationale Sportakkoord en de gemeentelijke en provinciale sportakkoorden die in het hele land nog in de maak zijn, zou je zelfs kunnen denken aan een Europees Sportakkoord, zegt Erik Lenselink, manager corporate affairs van NOC*NSF.
Zo’n akkoord zou helder kunnen weergeven wat Europees geregeld moet worden en wat nationaal of regionaal of lokaal. Lenselink: ‘Op het gebied van integriteit zoals matchfixing en doping, kan de EU een belangrijke rol hebben. Op gebieden als integratie, gezondheid en innovatie zou sport een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van Europese beleidsdoelen. Specifieke zaken zoals bijvoorbeeld accommodatiebeleid kun je weer veel beter landelijk of lokaal regelen.’
EP-Commissie CULT kent geen Nederlanders
De afgelopen vijf jaar zat in de parlementaire commissie CULT waar onderwijs, cultuur én sport onder vallen, geen enkele Nederlander. Wat niet betekent dat ze sport langs zich heen laten gaan. Zo maakte de Europarlementariër Jeroen Lenaers (CDA) amendementen over sport en ook Paul Tang houdt zich er regelmatig mee bezig.
Maar met een plek in de commissie CULT – na de verkiezingen – zou Nederland ook een Europarlementariër hebben die structureel als vertegenwoordiger Nederland, het Europees Parlement en andere Europese instituties met elkaar verbindt. (Update: Nederland is alleen via een schaduwlidmaatschap van Lara Wolters van de PvdA in de commissie CULT vertegenwoordigd in het nieuwe Europees Parlement).
Theo Neyenhuis, senior adviseur public affairs van NOC*NSF: ‘We moeten vanuit de sport overal goed vertegenwoordigd zijn, zodat de belangen van sport ook in die commissie in het Europees Parlement zo goed mogelijk behartigd worden. Dan is er nog meer aandacht voor de effecten op sport en bewegen in Nederland bij besluitvorming in het Europees Parlement’.
Nieuwe kansen bij vernieuwd Europarlement
Het eerste Europese Sportdebat heeft een mooie basis gelegd voor beter wederzijds begrip van de Nederlandse sportsector en ‘Brussel’. Investeren in die relatie moet van twee kanten komen, begrijpen alle partijen. Vanuit Kenniscentrum Sport & Bewegen, NOC*NSF en Sportsubsidie.nl wordt de mogelijkheid verkend van een kennismakingsbezoek aan de Nederlandse Europarlementariërs in Brussel. Update: dit heeft door de coronabeperkingen vertraging opgelopen en is nu voor 2022 gepland.
Of het aan de oproep van Bert van Oostveen en anderen lag over meer durf bij het aanvragen van subsidies, is niet zeker. Maar feit is dat in 2020 een relatief grote Nederlandse delegatie aanwezig was bij de jaarlijkse Sport Info Day over het Erasmus+ Sport subsidieprogramma van de Europese Commissie en ook een groeiend aantal Nederlandse aanvragen is ingestuurd. In 2019 waren alleen Kenniscentrum Sport & Bewegen en Sportsubsidie vanuit Nederland bij Sport Info Day, zoals blijkt uit dit filmpje. In 2021 is Sport Info Day een online event geweest; de toekenningen worden in het najaar van 2021 bekend.
Hoe de ondersteuning bij het indienen van projectaanvragen in Nederland kan worden verbeterd, is een vraag die nog open blijft: ook daar is financiering een sleutelwoord. Kenniscentrum Sport & Bewegen en NOC*NSF zullen dit verder agenderen bij de Nederlandse overheid.