Hoe uitnodigender de openbare ruimte, hoe meer ouderen zich geroepen voelen om hier te bewegen. Gemeenten doen er goed aan om naast sociale maatregelen in de openbare ruimte te investeren in fysieke maatregelen om een optimale omgeving te creëren.
500 meter
Voordat we overgaan tot de vier tips is het belangrijk te weten dat ouderen gemiddeld 10 tot 20 minuten lopen als ze een afstand afleggen. Dan komen ze 500 meter ver, terwijl de gemiddelde Nederlander 800 meter haalt. Wie wil dat ouderen mobiel blijven en de deur uitgaan voor basisvoorzieningen zoals een gezondheidscentrum of een supermarkt, zorgt ervoor dat die diensten zich binnen een straal van 500 meter bevinden van waar ouderen wonen.
Janny komt nu ‘zelden de deur uit’
De 84-jarige Janny is onlangs gevallen met de fiets. Daar is Janny zo van geschrokken, dat ze de fiets niet meer pakt om boodschappen te doen. “Lopen naar de supermarkt is te ver. En ik kan nergens onderweg even uitrusten. Ik laat de boodschappen nu dus maar thuis bezorgen. Handig hoor, maar ik mis mijn dagelijkse uitje. En het praatje bij de groenteboer of het meisje van de vleesafdeling in de supermarkt. Nu kom ik nog zelden de deur uit.”
Vier tips: fysieke maatregelen
Het verhaal van Janny is het verhaal van veel ouderen. Veel verschillende factoren kunnen ervoor zorgen dat ze minder bewegen. Om ouderen zoals Janny toch van hun dagelijkse wandeling te kunnen laten genieten, zou de gemeente of woonzorginstelling enkele fysieke ingrepen in de openbare ruimte moeten doen.
- Maak veilige en aantrekkelijke looproutes
- Plaats bankjes langs wandelroutes, parken en speelplekken
- Creëer verblijfsruimtes aan de straatkant
- Zorg voor openbaar vervoer dichtbij
1. Maak veilige en aantrekkelijke looproutes
Pleinen, parken en winkelcentra zijn letterlijk de centrale ontmoetingsplaatsen in wijken. Ouderen zouden die veilig lopend moeten kunnen bereiken. Daarom is het van belang dat er veilige routes naartoe leiden. Deze moeten goed verlicht zijn en geen obstakels hebben. In autoluwe of autovrije gebieden zijn voetgangers en fietsers de hoofdgebruikers, waardoor zij zich veilig voelen.
Gemeenten kunnen veilige en aantrekkelijke routes langs interessante en belangrijke plekken in de wijk markeren. Dat kan natuurlijk op allerlei manieren, door kleurgebruik of met objecten. Een stoep aan de zonnige kant van de straat wordt vaak beter gebruikt dan een stoep aan de schaduwzijde. Daarom zou die eerste wat breder kunnen zijn dan het andere trottoir.
Ook zijn stoplichten, zebrapaden en vluchtheuvels essentieel voor ouderen. Ook moeten verkeerslichten voor hen lang genoeg op groen staan als ze oversteken. Veilige fiets- en wandelroutes kunnen boven worden aangelegd op basis van het STOP-principe: eerst voorrang voor Stappers en Trappers, daarna het Openbaar vervoer, en pas dan Privé-voertuigen.
2. Plaats bankjes langs wandelroutes, parken en speelplekken
Bankjes langs wandelroutes zorgen ervoor dat ouderen eerder geneigd zijn de deur uit te gaan. Vuistregel: een bankje om de 100 à 125 meter. Straatkunst, kleurgebruik en andere materialen zorgen ervoor dat daar ook iets te zien en te beleven valt. Bankjes bieden dus bij voorkeur een bijzonder uitzicht of kijken uit op plaatsen waar veel gebeurt.
Ook groen verhoogt de aantrekkingskracht van bankjes. Zeker als die samen met de bewoners van de wijk worden beheerd. Uiteraard moeten de bankjes op sociaal veilige plekken staan, en bij voorkeur beschutting bieden tegen wind, regen en geluidsoverlast. Maak ook hier gebruik van de zonnige kant van de straat, het plein of het park.
Brede SPUK
Een aantrekkelijke en uitnodigende leefomgeving creëren voor ouderen is een actueel en urgent thema. Vitaal ouder worden is namelijk één van de doelstellingen van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). En met het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) wordt ingezet op zo lang mogelijk zelfstandig kunnen zijn, regie kunnen houden op je eigen leven en wonen op een plek waar je je thuis voelt. In beide komt ook de doelstelling terug van een leefomgeving die uitnodigt tot bewegen en ontmoeten. En dat is met het deelakkoord ‘ruimte voor sport en bewegen’ ook onderdeel van het Sportakkoord II.
De Brede SPUK biedt middelen om hier integraal op in te zetten. Lees meer in de Brede SPUK Sport- en Beweegwijzer en het artikel Eén uitkering voor gezondheid, sport en bewegen, cultuur en sociale basis.
3. Creëer verblijfsruimtes aan de straatkant
Wanneer verblijfsruimtes zich aan de straatkant van gebouwen bevinden, hebben de mensen in die gebouwen ‘eyes on the street’ – een begrip uit 1961 van Jane Jacobs in haar boek Death and Life of Great American Cities. Dit zorgt ervoor dat gebruikers van de openbare ruimte het gevoel hebben dat de gebeurtenissen op straat voortdurend in de gaten worden gehouden. Dat draagt bij aan het gevoel van veiligheid.
4. Zorg voor openbaar vervoer dichtbij
Ten slotte valt veel winst te behalen met busroutes. Zorg dat haltes op loopafstand liggen van plaatsen waar veel ouderen wonen. Aantrekkelijke haltes hebben bovendien een bushokje met een bankje.
Inspiratiegids
Lees meer over het ontwerpen van een beweegvriendelijke omgeving voor ouderen in de online inspiratiegids inclusieve beweegvriendelijke omgeving. Daar vind je ook hoe je ouderen stimuleert om (meer) te bewegen in de openbare ruimte.
Aan de slag
Zelf aan de slag met het inrichten van een beweegvriendelijke omgeving voor ouderen? Neem dan contact op met Mitchell Tollenaar (specialist ouderen) en Dianne Scholte (specialist beweegvriendelijke omgeving) van Kenniscentrum Sport & Bewegen.