Wat is sociale kwetsbaarheid?
Sociale kwetsbaarheid wordt in veel onderzoeken gezien als bijvoorbeeld het tekort aan sociale relaties in je leven, of het ervaren van te weinig sociale steun van anderen.
Onderzoeker Steven Bunt van de Hanzehogeschool Groningen, Rijksuniversiteit Groningen deed onderzoek naar dit begrip. Uit zijn onderzoek komt een bredere definitie naar voren. Behalve het tekort aan deze sociale hulpbronnen, zijn minstens zo belangrijk: de sociale activiteiten die mensen ondernemen en hun zelfmanagement-vaardigheden hierin. Met dat laatste bedoelen we in hoeverre mensen ‘het sociale’ voor zichzelf kunnen organiseren. Die twee aanvullende zaken hebben ook grote invloed op het voorkomen of tegengaan van kwetsbaarheid.
Lees ook
De maatschappelijke trends en ontwikkelingen bij 65-plussers, en welke kansen bewegen daarbij biedt.
Wat zijn onze sociale basisbehoeften?
In onderstaande afbeelding zie je de sociale basisbehoeften die mensen hebben in het leven. Om goed te kunnen functioneren en welbevinden te ervaren (je goed te voelen), is het nodig dat die sociale basisbehoeften vervuld worden. Dat gevoel van welbevinden is eigenlijk de meest wezenlijke behoefte van mensen. De Sociale Productie Functie theorie die Steven Bunt in zijn onderzoek gebruikte, gaat ervan uit dat mensen de volgende drie sociale basisbehoeften hebben:
- affectie
- gedragsbevestiging
- status
- Affectie is de vervulling van de behoefte aan ontvangen en geven van liefde en genegenheid, zonder dat daar iets tegenover staat.
- Gedragsbevestiging is de vervulling van de behoefte om door anderen bevestigd te worden dat je ‘het goed doet’, en om bij een groep te horen.
- Status is de vervulling van de behoefte om je te onderscheiden van anderen, door bijvoorbeeld bepaalde talenten.
Welke 3 soorten hulpbronnen hebben we nodig?
Om deze basisbehoeften te vervullen hebben mensen drie soorten hulpbronnen nodig, die door sociale omstandigheden worden bepaald.
- Zo hebben mensen sociale hulpbronnen nodig als je partner, je familie, of vrienden om bijvoorbeeld de behoefte aan affectie (liefde en/of genegenheid) te vervullen.
- Ook de sociale activiteiten die mensen ondernemen, dragen bij aan het vervullen van deze behoeften. Zoals vrijwilligerswerk, hobby’s of lid zijn van een vereniging. Denk bijvoorbeeld aan het goed zijn in een bepaalde sport. Als je dat in een groep doet, kun je je daarmee onderscheiden van anderen (status).
- Tot slot hebben mensen vaardigheden nodig om de sociale hulpbronnen en de sociale activiteiten voor zichzelf te ‘managen’. Dit noemen we zelfmanagement-vaardigheden.
Worden de drie sociale basisbehoeften niet vervuld, omdat er voor een van de hulpbronnen iets ontbreekt? Dan lopen mensen het risico dat ze minder goed gaan functioneren en dat ze zich minder goed voelen (minder welbevinden). Zowel sociale hulpbronnen, sociale activiteiten én zelfmanagement zijn dus belangrijk om sociale kwetsbaarheid te voorkomen of uit te stellen.
Eenzaamheid en sociale kwetsbaarheid
Eenzaamheid wordt vaak gezien als een situatie waarin de contacten die mensen hebben, niet aan hun wensen voldoen. Het zegt op zich niet veel over de omvang van die contacten. Er zijn mensen die weinig contacten hebben, maar geen eenzaamheid ervaren. En mensen met veel contacten kunnen zich evengoed eenzaam voelen. Beide groepen kunnen sociaal kwetsbaar zijn. Dit hangt bijvoorbeeld af van de mate waarin mensen in staat zijn om zelf nieuwe contacten of activiteiten aan te boren als bestaande contacten wegvallen. Ofwel: zijn mensen in staat ‘regie’ te voeren over het vervullen van hun eigen sociale behoeften?
Kwetsbaarheid en leeftijd of geslacht
Leeftijd is geen oorzaak van kwetsbaarheid, maar hangt er wel mee samen. Hoe ouder iemand is, hoe groter het risico dat iemand kwetsbaar wordt. Dat lijkt voornamelijk te maken te hebben met de afname van algemene en/of sociale hulpbronnen, naarmate men ouder wordt.
Wat betreft het geslacht lijken er verschillen te zijn tussen mannen en vrouwen als het gaat om kwetsbaarheid. Vrouwen zijn vaker kwetsbaar (fysiek, psychisch en sociaal) dan mannen. En vrouwen blijven vaker alleen over omdat hun partner overlijdt. Vrouwen lopen in dat opzicht dus een wat groter risico op sociale kwetsbaarheid.
Rol van sport en bewegen bij sociale kwetsbaarheid
Sport en bewegen kan op verschillende manieren bijdragen aan het verminderen of tegengaan van kwetsbaarheid.
- Ten eerste kun je samen sporten of bewegen, in een groep of met zijn tweeën. Dat maakt het een sociale activiteit; een uitgelezen manier om naast fysieke ook sociale behoeften te vervullen. Deelnemen aan een groep die sport of beweegt kan zelfs een bijdrage leveren aan alle drie de basisbehoeften. Samen sporten of bewegen is een manier om anderen te ontmoeten, om bij een groep te horen, en om je te kunnen onderscheiden van anderen.
- Ten tweede zijn er veel aanwijzingen dat fysiek kwetsbare ouderen ook een grotere kans hebben om sociaal kwetsbaar te raken, en andersom. Dus ook indirect draagt sporten en bewegen bij aan het voorkomen of tegengaan van sociale kwetsbaarheid. Fitte ouderen zijn bijvoorbeeld beter in staat om hun sociale hulpbronnen in te zetten (bijvoorbeeld erop uitgaan om anderen te ontmoeten), of om hun activiteiten te kunnen blijven uitvoeren (bijvoorbeeld zelfstandig naar een kerk of vereniging gaan). Andersom werkt het natuurlijk ook: zolang je activiteiten blijft ondernemen waar je fysiek iets voor moet doen, blijf je ook fitter.
Twee soorten sportinitiatieven
Wil je sport inzetten om extra effecten te behalen op sociaal en maatschappelijk gebied? Kies dan voor een van onderstaande aanpakken:
- Sport als middel
- Sociaal sportinitiatief
Lees er meer over in dit artikel: Kies voor een sociaal sportinitiatief en behaal succes in het sociaal domein
Tips voor beleidsmakers sport, bewegen en gezondheid
Voor beleidsmakers is het raadzaam om ervoor te zorgen dat mensen integraal ondersteund worden in het realiseren van welbevinden in hun leven. Hoe doe je dat?
- Dit kan concreet door niet alleen voldoende sport- en beweegaanbod te creëren. Zorg ook dat er verbindingen zijn tussen sport/bewegen en zorg en welzijn, zodat ouderen adequaat doorverwezen kunnen worden als dat nodig is. Bijvoorbeeld dat de sportprofessional weet wat het aanbod en de ondersteuning is in het sociaal domein. Dat geldt ook voor de gezondheidszorg, die vaak nog erg intern gericht is.
- Aan de andere kant is ondersteuning van zelfmanagement in het aanbod voor de oudere belangrijk. Dit kan door het sturen op ondersteuning (daar waar nodig) van ouderen in hun mogelijkheden om zelf een geschikte invulling te geven aan het realiseren van fysieke en sociale behoeften. Ook hier is een goede verbinding tussen sport- en beweegaanbod en deze ondersteuning erg belangrijk.
Lees ook
de uitdagingen voor lokaal beleid om (potentieel) kwetsbare ouderen aan het bewegen te krijgen.
Tips voor praktijkprofessionals (buurtsportcoaches, fysiotherapeuten, zorgprofessionals)
- Ten eerste is het belangrijk dat je sport- en beweeginterventies zo inricht dat de sociale functie van de interventie optimaal tot zijn recht komt. Denk daarbij aan momenten waarop een groep bijvoorbeeld samen koffie kan drinken. Dit kan bijdragen aan de vervulling van sociale behoeften.
- Daarnaast kun je in de interventie ruimte bieden voor het persoonsgericht ondersteunen van zelfmanagement. Hier zijn verschillende methodieken voor, bijvoorbeeld motivational interviewing. Die ondersteuning kan de oudere helpen om zelf regie te nemen op de vervulling van zijn of haar fysieke en/of sociale behoeften. Ook draagt het bij aan uitvalpreventie. Mensen moeten zelf een keuze kunnen maken voor activiteiten die bij hen passen. Dit kan veel mensen over een drempel heen helpen. Ook het goede voorbeeld van anderen kan daaraan bijdragen.