Scheenbeenirritatie is te herkennen aan een stijf, pijnlijk gevoel in het onderbeen. In eerste instantie klaagt je kind hier misschien alleen over na de training, maar uiteindelijk kan het een constante irritatie worden.
Vijf fases in ontwikkeling van scheenbeenirritatie
Sportzorg beschrijft 5 fases in de ontwikkeling van een scheenbeenirritatie:
- Lichte pijn en stijfheid na het sporten.
- De pijn is aanwezig als je net begint met sporten, maar verdwijnt tijdens de training. Na het sporten zijn de pijn en stijfheid weer terug en zelfs de volgende ochtend heb je er nog last van.
- De pijn is ook tijdens het sporten aanwezig, net als erna en ’s nachts. Een dagje niets doen helpt niet: pas na lange tijd rust te hebben gehouden trekt de pijn weg.
- De pijn is hetzelfde als in stadium 3, maar nu heeft het ook een negatieve invloed op de prestatie.
- De pijn is inmiddels continue aanwezig. Ook langdurige rust helpt niet: de pijn verdwijnt niet meer.
Je kunt je voorstellen dat dit voor je kind erg vervelend is, zelfs al in het eerste stadium. Belangrijk dus om een scheenbeenirritatie te voorkomen!
Waardoor ontstaat scheenbeenirritatie?
Scheenbeenirritatie ontstaat als gevolg van overbelasting van de voet en tenen. Dit kan op een aantal manieren ontstaan.
- In korte tijd te veel, te vaak en te snel springen en rennen (denk aan bijvoorbeeld atletiek en basketbal)
- Met slecht schokdempende schoenen rennen op een kunstgrasveld (zoals bij hockey)
- Spierverkortingen, vooral van de kuitspier, en een onevenwichtige spierontwikkeling. Hiervan is sprake wanneer bijvoorbeeld de strekspieren beter ontwikkeld zijn dan de buigspieren.
Zorg, om een scheenbeenirritatie te voorkomen, dus voor goed sportmateriaal voor je kind. Ook een goede opbouw van de trainingen helpt om irritatie te voorkomen.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Esther Schoots, sportarts SMA Utrecht.
Vragen?
Vind hier een overzicht van sportdeskundigen bij jou in de buurt, zoals een fysiotherapeut of sportdiëtist voor deskundig advies.