Bij revalideren denken sporters en begeleiders vaak aan het fysieke herstel van de opgelopen blessure. Hoe snel iemand weer op het sportveld staat is echter van meer factoren afhankelijk dan alleen het fysieke herstel. Zo kunnen bepaalde psychologische factoren ook een rol spelen in de tijd die een sporter nodig heeft om weer wedstrijdfit te worden. Covassin en collega’s hebben door middel van een literatuurstudie onderzocht welke psychologische factoren een rol kunnen spelen tijdens het revalidatietraject en welke rol de begeleidingsstaf daarbij kan spelen. Hieronder volgen de belangrijkste bevindingen.
Angst en depressie
Angst komt veel voor bij sporters die een zware blessure oplopen. Deze sporters hebben vooral angst om opnieuw geblesseerd te raken. Die angst kan zelfs zo groot zijn dat sporters nooit meer terugkeren op hun oude niveau omdat zij zich niet meer voor 100% in durven te zetten tijdens het sporten. Zo is er onderzoek bekend waaruit bleek dat 50% van de sporters die een kruisbandoperatie had ondergaan niet meer terugkeerde op het oude niveau vanwege de angst voor een nieuwe blessure. Naast het hebben van angst kunnen sporters ook depressieve klachten ontwikkelen. Zo komen bijvoorbeeld frustratie en grote emotionele schommelingen vaker voor na een opgelopen blessure dan bij gezonde sporters. Dit fenomeen treedt vooral op bij sporters die een hersenschudding hebben opgelopen.
Heldere communicatie en duidelijke doelen
Er is aangetoond dat heldere communicatie van het begeleidingsteam belangrijk is voor het herstel. Een kapstok voor een heldere communicatiemethode kunnen de volgende 4 sleutelwoorden zijn: betrokkenheid, empathie, scholing en mobiliseren. Met andere woorden: toon betrokkenheid bij de geblesseerde sporter, probeer in te zien en te begrijpen wat de sporter doormaakt en wat zijn behoeftes zijn en spreek dat uit. Vervolgens is het goed om uit te leggen wat de blessure precies inhoudt en wat de gevolgen van de blessure zijn. Tot slot is het belangrijk om zowel de sporter als het begeleidingsteam te betrekken in de besluitvorming bij het te doorlopen revalidatietraject.
Wat betreft de begeleiding is het belangrijk te weten dat het stellen van heldere haalbare doelen positief kan bijdragen aan de therapietrouw en motivatie tijdens het revalidatietraject van de sporter. Als de motivatie goed is kan een sporter ook gebruik maken van positieve “self-talk” ofwel zichzelf motiverend toespreken tijdens bijvoorbeeld oefeningen gedurende het revalidatietraject. Denk hierbij bijvoorbeeld aan “ik kan dit, ik ben sterk genoeg om dit te doen”. Dit kan bijdragen aan het beter uitvoeren van oefeningen en daarmee het revalidatieproces versnellen.
Conclusie
Uit dit onderzoek blijkt dat een sporter baat kan hebben bij psychologische begeleiding tijdens een revalidatietraject. Communicatie gericht op begrip en het stellen van duidelijke haalbare doelen kunnen eraan bijdragen dat een sporter eerder weer op het sportveld staat.
Bron
- Covassin T, Beidler E, Ostrowski J, Wallace J (2015) Psychosocial aspects of rehabilitation in sports. Clin. Sports Med., 34: 199-212