De effecten van sporten en bewegen zijn in het Human Capital Model ingedeeld op basis van zes kernwaarden: fysieke waarde, emotionele waarde, sociale waarde, persoonlijke waarde, intellectuele waarde en financiële waarde. Deze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: effecten en veranderingen binnen de ene kernwaarde hebben invloed op andere kernwaarden.
Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft op basis van de Nederlandse bewerking een online interactief model ontwikkeld. Hier vind je per effect een omschrijving, achtergrondartikelen en erkende interventies en producten die helpen het effect te bereiken. Ook staan daar de contactgegevens van inhoudelijke experts van Kenniscentrum Sport & Bewegen die je kunt vragen om extra informatie. Het model is bedoeld voor de verschillende professionals in de sport, maar ook in sectoren zoals onderwijs, zorg en welzijn en sociaal domein.
Human Capital Model
Het oorspronkelijke artikel over Human Capital van onder anderen Richard Bailey uit 2013 (paywall): Physical Activity : An Underestimated Investment in Human Capital?
Model effecten van sporten en bewegen
Het Human Capital Model stamt uit 2013. Sindsdien zijn veel nieuwe wetenschappelijke publicaties over de effecten van sporten en bewegen verschenen. Het Mulier Instituut heeft in 2020 de bewijslast van de effecten opnieuw beoordeeld. Deze resultaten zijn besproken met de Radboud Universiteit. Op basis hiervan is de bewijslast voor bepaalde effecten aangepast en zijn effecten samen- en toegevoegd.
Fysieke waarde
Obesitas, hart- en vaatziekten, kanker, COPD en diabetes zorgen wereldwijd voor een enorme verlaging van de levensverwachting. Vaak zijn op steeds jongere leeftijd risicofactoren voor deze ziekten aan te wijzen. Denk aan verstoorde bloedwaarden, maar ook aan gebrek aan beweging en een ongezond voedingspatroon.
Lichaamsbeweging heeft een positieve invloed op de gezondheid en vermindert de kans op deze ziekten. Investeren in sporten en bewegen is in elke levensfase effectief, maar hoe jonger mensen krijgen aangeleerd om te sporten en bewegen, hoe zij (en anderen) profiteren van de fysieke waarde.
Het meeste profijt is dus te behalen op jonge leeftijd. Omdat inzetten op sporten en bewegen effectief en relatief goedkoop is, is het de meest effectieve beleidsstrategie om chronische ziekten te voorkomen. Tegenover de positieve waarde van bewegen staat de negatieve waarde van inactiviteit. Fysieke inactiviteit heeft steeds meer de associatie met verslechtering van de (fysieke) gezondheid.
Emotionele waarde
Lichaamsbeweging is ook van invloed op het emotioneel welzijn, vooral bij kinderen en jongeren. Het bewijs is vooral sterk als het gaat om plezier en minder angst hebben. Activiteiten met een structureel aanbod, zoals een gymles op school, worden geassocieerd met een hogere tevredenheid met het leven.
Het is bewezen dat lichaamsbeweging positieve invloed heeft op emotionele stoornissen en stemmingsstoornissen. Beweging heeft hetzelfde effect als antidepressiva. Lichaamsbeweging zorgt ervoor dat je lichaam efficiënter kan omgaan met angst en stress. Ook lijkt het erop dat lichaamsbeweging het ontstaan van angst en stress zelfs kan tegengaan. Onderzoek van de Amerikaanse gezondheidsraad laat zien dat alle positieve effecten van sporten en bewegen leiden tot een betere kwaliteit van leven.
Sommige onderzoeken richtten zich op de invloed van bewegen bij specifieke doelgroepen, zoals vrouwen en risicojongeren. Het blijkt dat bewegen vrouwen fysiek en mentaal sterker maakt en dat het bij jongeren het zelfvertrouwen kan vergroten.
Positieve ontwikkelingen in de emotionele waarde van sport zullen niet automatisch ontstaan door een kind lid te maken van een sportvereniging. De resultaten zijn afhankelijk van veel andere factoren, waarbij het sociaal klimaat (leraren, trainers, andere volwassenen) een belangrijke rol speelt. Hierbij hoort goede begeleiding, een goede fysieke en sociale omgeving die bewegen stimuleert en een op de doelgroep afgestemd beweegaanbod. Lees hier meer over de werkzame elementen van beweeginterventies.
Het is goed te onthouden dat georganiseerd sporten ook een negatieve invloed kan hebben op de emotionele gesteldheid, bijvoorbeeld bij het omgaan met winst of verlies.
Effecten van sport en bewegen
Benieuwd naar de effecten van sport en bewegen op fysieke en mentale gezondheid en wat er gebeurt in je lichaam? Bekijk dan de video ‘Effecten van sport en bewegen’.
Sociaal kapitaal
Sporten en bewegen gebeurt vaak in sociaal verband (teamsporten, samen trainen). De sociale meerwaarde van sport lijkt daarmee voor de hand te liggen. Maar al langere tijd is er discussie of sport mensen dichter bij elkaar brengt en of deze verbondenheid zich weet te vertalen naar domeinen buiten het sportveld.
De wetenschappelijke literatuur is niet eensgezind over het causale verband tussen sportdeelname en sociale ontwikkeling. Maar als sport- en beweegactiviteiten op een gestructureerde, respectvolle en voor alle deelnemers veilige wijze worden georganiseerd, kunnen deze activiteiten bijdragen aan de sociale ontwikkeling. Ook kan het asociaal en crimineel gedrag onder jongeren tegengaan.
Lichamelijke opvoeding op school biedt de mogelijkheid om sociale aspecten te integreren binnen een lesprogramma. Studies hebben aangetoond dat een combinatie van lichamelijke en sociale opvoeding effectief kan zijn op gebieden als fair play, persoonlijke verantwoordelijkheid en morele aspecten.
Sport en bewegen bieden een positief sociaal klimaat dat het mogelijk maakt sociale vaardigheden te ontwikkelen, vrienden te maken en zo het sociale netwerk uit te breiden. Fysieke activiteiten kunnen zo bijdragen aan het tegengaan van maatschappelijke uitsluiting. Ook biedt de sportclub gemeenschapszin waarin jong en oud met verschillende (sociale) achtergronden en een gedeelde passie elkaar ontmoeten. Maar doordat via sport een hechte groep ontstaat, kan dat ook juist voor uitsluiting zorgen. Bepaalde groepen nemen al minder vaak deel aan sport, zoals mensen met een beperking, ouderen, mensen met een etnische achtergrond of mensen met een lagere sociaaleconomische status.
Deelname aan fysieke activiteiten maakt dat mensen meer controle kunnen krijgen over hun eigen leven. Het leidt tot een breder sociaal netwerk en toename in gemeenschapszin en burgerzin. Dit is met name belangrijk voor risicogroepen: jongeren die zich niet veilig voelen in groepen en weerstand hebben tegen sociale of georganiseerde activiteiten, of mensen die zich eenzaam voelen. Ouderen zijn daarbinnen een belangrijke doelgroep.
Persoonlijke waarde
Sport en bewegen kunnen van invloed zijn op iemands karakter. Het heeft effect op bijvoorbeeld assertiviteit, zelfbeheersing, enthousiasme en sociale vaardigheden.
Onderzoek rond dit thema focuste zich altijd voornamelijk op sportparticipatie. Het aantal onderzoeken naar de waarde van spel en lichaamsbeweging is nu groeiende. Veel sportprogramma’s zijn geëvalueerd en hoewel nog meer onderzoek nodig is, lijken de programma’s effect te hebben op samenwerking, communicatievaardigheden, het nemen van besluiten, probleemoplossend vermogen, verantwoordelijkheid, inlevingsvermogen en veerkracht. Werkgevers waarderen naast bovenstaande effecten ook vrijwilligerswerk, inzet bij teamwerk en teambinding hoog.
De persoonlijke effecten zullen hoe dan ook groter zijn door goede coaches en leraren en de sociale omgeving waarin de bewegingsactiviteit plaatsvindt. Ook is het niet vanzelfsprekend dat iemand de levensvaardigheden die hij of zij verwerft tijdens het sporten automatisch ook op school, thuis of in andere omgevingen inzet. Hiervoor is een opzettelijke verbinding door de begeleiders met deze vaardigheden en de praktijk nodig.
Waar de inzichten van onderzoekers verschillen, staat vast dat lichaamsbeweging een krachtig middel is bij het ontwikkelen van levensvaardigheden. Sporten en bewegen kunnen significante invloed hebben op iemands levenservaring en levensloop.
Intellectuele waarde
Een klassieker in het onderzoek naar de relatie tussen fysieke activiteit en algemene prestaties op school is uitgevoerd in Frankrijk in de jaren ’50. Het verminderen van lestijd met maar liefst 26% en die te vervangen door sport- en beweegprogramma’s, liet zien dat schoolprestaties er niet onder leden.
De laatste jaren is steeds meer bekend over de relatie tussen fysieke activiteit en cognitieve functioneren, zowel direct na bewegen (bijvoorbeeld aandacht en focus) als op de lange termijn (bijvoorbeeld beter kunnen plannen en leren). Zo blijkt dat meer bewegen tijdens schooltijd leidt tot betere gezondheid, meer zelfvertrouwen en welbevinden, zonder dat het ten koste gaat van leerprestaties.
Als je bijvoorbeeld de tijd voor rekenen vervangt door tijd voor bewegen, rekenen kinderen niet minder goed. Sterker, als scholen structureel inzetten op lange tijd en regelmatig bewegen, leidt dit tot betere rekenvaardigheden. Samengevat: tijd op school voor sport en bewegen is niet van negatieve invloed is op schoolprestaties.
Dat lichamelijke activiteit mogelijk leerprestaties bevordert, kan komen door toename van bloedtoevoer in de hersenen bij lichamelijke activiteit, waardoor je alertheid toeneemt de hersenontwikkeling wordt gestimuleerd. Kijken we dieper in de hersenen met electroencephalograms (EEG’s), dan blijkt de uitvoering van cognitieve taken ook beïnvloed te worden door fysieke activiteit. Hierbij geldt: hoe meer je beweegt in je leven, hoe beter je op latere leeftijd cognitieve taken kunt uitvoeren.
Financiële waarde
Sport en bewegen kunnen geld opleveren of besparen. Wie regelmatig beweegt, verdient 6% tot 10% meer salaris, blijkt uit onderzoek. Ook blijkt dat wie vaak beweegt gemiddeld een hoger salaris heeft dan iemand die regelmatig beweegt. Een mogelijke verklaring voor deze effecten is dat bewegen leidt tot het verwerven van waarden die mensen verantwoordelijker, competitiever en productiever maken. Doordat sportieve werknemers minder risico lopen op ziekte, komt ziekteverzuim bij hen gemiddeld genomen minder vaak voor. Het lagere risico op ziekte leidt ook tot besparing op de zorgkosten. Zo is de financiële waarde als het ware een resultaat van de fysieke, emotionele, individuele, intellectuele en sociale waarden van sport en bewegen.
Meer weten?
Voor meer informatie over het Human Capital Model kun je mailen naar Femke van der Pal, specialist bij Kenniscentrum Sport & Bewegen.
SROI: investeren in sport en bewegen loont
Je kunt gerust investeren in sport en bewegen. Dat levert namelijk een positief maatschappelijk rendement op. Hoe rendabel die investering is, drukken we uit met de Social Return On Investment (SROI). Dat laat de impact zien van alle in sport en bewegen geïnvesteerde euro’s samen. Het cijfer toont niet welke individueel geïnvesteerde euro rendeert, maar schetst een totaalplaatje van de waarde van sport en bewegen.
Per 2024 is de SROI van sport en bewegen 2,76 (landelijk gemiddelde). De maatschappelijke opbrengsten zijn dus 2,76 keer hoger dan de kosten. Deze positieve opbrengst is terug te zien in bijvoorbeeld gezondheidswinst, hogere levensverwachting en lagere zorgkosten.
Je kunt de SROI gebruiken als onderbouwing voor het agenderen of aanscherpen van sport- en beweegbeleid. Om je te helpen, vatten we de kerncijfers in een infographic samen. Omdat het gemiddelde landelijk verschilt van dat op lokaal niveau, is er ook een infographic per gemeente te verkrijgen. Die bevat de lokale SROI en andere sport,- beweeg- en gezondheidscijfers.