Zitgedrag jongeren
Dat ‘vaker uit hun stoel halen’ is niet alleen voor Belgische pubers belangrijk, zo blijkt uit cijfers van o.a. RIVM, VeiligheidNL en CBS uit 2016. Nederlanders brengen dagelijks gemiddeld 8,7 uur zittend door. Jongeren (12 tot 20 jaar) scoren het hoogst met gemiddeld 10,4 uur per dag. Activiteiten die een belangrijke bijdrage leveren aan deze hoge score zijn zitten tijdens de les, huiswerk maken, computeren en tabletgebruik. Deze nieuwe cijfers hebben tot veel media-aandacht geleid, zoals dit item bij RTL Nieuws.
Meer beweegmomenten door omgooien dagschema
Onderzoeker Stijn De Baere onderzocht in België de fysieke activiteit én het zittend gedrag van 241 tien- tot veertienjarigen met een elektronisch activiteitendagboek voorzien van een multisensor-bewegingsmonitor: de SenseWear Mini Armband. De Baeres onderzoek wijst uit dat jongeren de tijd net na school, als er nog voldoende daglicht is, doorgaans besteden aan hun huiswerk. “Ik begrijp dat ouders graag willen dat ze daar zo snel mogelijk aan beginnen. Maar het zou goed zijn om op zijn minst na te denken over de mogelijkheden die een andere dagindeling biedt.” De Baere pleit ervoor om als de schoollessen zijn afgelopen eerst te gaan bewegen, bijvoorbeeld door deel te nemen aan het naschoolse sportaanbod. Het huiswerk maken verschuift dan naar de avond, het moment dat doorgaans opgesoupeerd wordt door tv-kijken of computeren.
Pas je dagindeling aan
“Via aanpassingen aan het dagschema kunnen we jongeren ertoe aanzetten om – onbewust – sneller te kiezen voor fysieke activiteiten. Het is aan beleidsmakers om de juiste omstandigheden te scheppen. Bijvoorbeeld door de dagindeling te veranderen, maar ook door te investeren in sportaccommodaties in de buurt van de school of in veiliger wegen om het fietsen te stimuleren. Elke jongere die we op de fiets krijgen betekent minder ritjes in auto, tram of bus, en dus minder zitgedrag” aldus de Baere.
Meer bewegen op school
Het veranderen van de dagindeling van een schooldag doen ze ook op het Stanislas College in Rijswijk. Deze school is het schooljaar 2015/2016 gestart met het Beweeg VMBO. Eerstejaars leerlingen beginnen elke dag met een uur sport. Direct daarna volgen vakken die veel concentratie vereisen, zoals Nederlands en wiskunde. Rond het middaguur krijgt iedereen nog een lesblok van een half uur bewegend leren, gegeven door een reguliere docent. De leerlingen zitten zo minder lang aaneengesloten en bewegen meer.
Een extreem, maar succesvol voorbeeld van een andere dagindeling is het Finse schoolsysteem. Met slechts 20 lesuren per week en geen huiswerk, blijft er veel tijd over om te spelen. En juist daarmee leren de kinderen veel, luidt de conclusie in een (fragment uit een) documentaire van Michael Moore.
Kinderen en bewegen tijdens korte en spontane activiteiten
In het onderzoek van RIVM, Veiligheid NL en CBS schatten respondenten zelf in hoelang ze gemiddeld zitten tijdens werk, school of studie, vervoer of vrije tijd. In het onderzoek van de universiteit in Leuven is naast het bijhouden van een dagboek ook met een sensor objectief gemeten hoeveel de jongeren bewegen. Dit omdat pubers vooral bewegen tijdens heel korte en spontane activiteiten, die ze zich achteraf soms moeilijk accuraat kunnen herinneren, aldus Stijn de Baere. Uit zijn onderzoek komt naar voren dat leerlingen in het lager onderwijs weliswaar actiever zijn, maar dat het aantal matige en zware inspanningen hoger ligt bij leerlingen in het voortgezet onderwijs: Dat komt onder meer omdat middelbare scholieren vaker fietsen en ook langere afstanden moeten afleggen naar school.
Het aantal sedentaire activiteiten is flink aangegroeid, terwijl het bewegingsaanbod vrijwel constant is gebleven.
Stijn de Baere: “Wat zeker ook een rol speelt in het zitgedrag van de jeugd is de aantrekkingskracht van tablets en smartphones. Door de opmars van die toestellen is het aantal sedentaire activiteiten flink aangegroeid, terwijl het bewegingsaanbod vrijwel constant is gebleven”. In het aanbieden van flexibel en vernieuwend sportaanbod dat aansluit bij de behoefte van de jeugd is in Nederland ook nog flink wat winst te behalen.